ECLI:NL:OGEAA:2017:41

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
17 januari 2017
Publicatiedatum
24 januari 2017
Zaaknummer
EJ nr. 1908 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor kosteloos procederen en beëindiging arbeidsovereenkomst

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.A.R. Bryson, een verzoek ingediend om kosteloos te mogen procederen en om te verklaren dat de arbeidsovereenkomst met verweerder rechtsgeldig is beëindigd op 31 juli 2016. Verweerder, een naamloze vennootschap, is niet verschenen op de zittingen, ondanks meerdere oproepingen. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 11 augustus 2016 werd ingediend, gevolgd door exploten van betekening op 20 oktober en 15 november 2016, waarin verweerder werd opgeroepen om te verschijnen en verweer te voeren. Aangezien verweerder niet is verschenen, heeft het gerecht de opzegging van de arbeidsovereenkomst als rechtsgeldig beoordeeld.

De rechter heeft de vordering van verzoeker toegewezen, waarbij werd vastgesteld dat de arbeidsovereenkomst op rechtsgeldige wijze was beëindigd. Daarnaast is verweerder veroordeeld om de achterstallige lonen van januari tot en met juli 2016 te betalen, vermeerderd met wettelijke verhogingen en rente. De kosten van de procedure zijn ook aan verweerder opgelegd, inclusief griffierechten en kosten voor de gemachtigde. De beschikking is uitgesproken op 17 januari 2017 door mr. W.J. Noordhuizen, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard voor de onderdelen betreffende de betaling van achterstallig loon en kosten.

De rechter heeft ook het meer of anders verzochte afgewezen, wat betekent dat de beslissing definitief is, tenzij er hoger beroep wordt ingesteld. Deze uitspraak benadrukt het belang van het verschijnen in de rechtszaal en de gevolgen van het niet voeren van verweer.

Uitspraak

Beschikking van 17 januari 2017
Behorend bij EJ nr. 1908 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[Verzoeker],
kosteloos procederend krachtens beschikking van dit gerecht van 12 oktober 2016,
wonende te Aruba,
VERZOEKER, hierna: [verzoeker],
gemachtigde: de advocaat mr. J.A.R. Bryson,
tegen:
de naamloze vennootschap,
[…] N.V.,
gevestigd te [adres] in Aruba,
VERWEERDER, hierna: [verweerder],
niet verschenen.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 11 augustus 2016;
- het exploot van betekening d.d. 20 oktober 2016, waarbij verweerder wederom is opgeroepen om op 8 november 2016 een verweerschrift in te dienen en te verschijnen voor de behandeling;
- het exploot van betekening d.d. 15 november 2016, waarbij verweerder wederom is opgeroepen om op 22 november 2016 een verweerschrift in te dienen en te verschijnen voor de behandeling. [verweerder] is, ondanks behoorlijke oproeping, niet verschenen.
De beschikking is bepaald op heden.

2.HET VERZOEK

Verzoeker verzoekt het gerecht toestemming om kosteloos te mogen procederen en om bij beschikking voor recht te verklaren dat de arbeidsovereenkomst op rechtsgeldige wijze op 31 juli 2016 is beëindigd en [verweerder] te veroordelen om de achterstallige lonen van januari 2016 tot en met juli 2016 en cessantia te betalen, vermeerderd met de wettelijke verhoging en wettelijke rente en [verweerder] te veroordelen in de kosten van het geding.

3.DE BEOORDELING

3.1
Verweerder heeft geen gebruik gemaakt van de aan hem aangeboden mogelijkheid om verweer te voeren. Het gerecht beoordeelt de opzegging van de arbeidsovereenkomst met ingang van 31 juli 2016 door [verzoeker] d.d. 5 juli 2016 dan ook als rechtsgeldig. De vordering tot verklaring voor recht zal worden toegewezen. Nu er van de zijde van verweerder geen verweer is gevoerd tegen de vordering tot betaling aan [verzoeker] terzake het achterstallig loon en de cessantia-uitkering en deze voldoende zijn onderbouwd, zal het gerecht de vorderingen toewijzen. Datzelfde geldt voor de vordering tot betaling van de wettelijke verhoging ex artikel 7A:1614q met matiging tot de gebruikelijke 15% en de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW.
3.2
Verweerder zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure, tot op heden begroot op Afl. 50,- griffierecht, op Afl. 190,44 aan explootkosten en op Afl. 500,- aan salaris van gemachtigde. De kosten van het exploot van 20 oktober 2016 blijven in verband met de onjuiste datumvermelding voor rekening van de deurwaarder.

4.DE BESLISSING

De rechter:
4.1
verklaart voor recht dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen op 31 juli 2016 rechtsgeldig is beëindigd;
4.2
veroordeelt verweerder om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [verzoeker] te betalen zijn achterstallig loon vermeerderd met de wettelijke rente ingaande heden en de wettelijke verhoging over het loon, gematigd tot 15%;;
4.3
veroordeelt verweerder in de kosten van de procedure aan de zijde van [verzoeker] gevallen;
4.4
verklaart deze beschikking voor de onderdelen 4.2 en 4.3 uitvoerbaar bij voorraad;
4.5
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht en werd in het openbaar uitgesproken op dinsdag 17 januari 2017, in tegenwoordigheid van de griffier.