ECLI:NL:OGEAA:2017:394

• Datum uitspraak: 24 mei 2017
• Publicatiedatum: 29 mei 2017
• Zaaknummer: K.G. no. 824 van 2017
• Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Civiel recht
• Procedures: Eerste aanleg - enkelvoudig
• Rechters: A.H.M. van de Leur
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over ontruiming en huurkoopovereenkomst

In deze zaak heeft de naamloze vennootschap Casas del Caribe N.V. een kort geding aangespannen tegen twee gedaagden, die niet verschenen zijn op de zitting. De procedure vond plaats op 11 mei 2017, waarbij de eiseres werd vertegenwoordigd door haar advocaat, mr. J.A. Saade. De gedaagden zijn op de zitting niet verschenen, ondanks dat zij deugdelijk waren opgeroepen, waardoor verstek tegen hen is verleend. Eiseres heeft haar eis tijdens de zitting verminderd door bepaalde vorderingen in te trekken.

Het Gerecht heeft de vorderingen van Casas beoordeeld en vastgesteld dat er een spoedeisend belang is. De gedaagden hebben de vorderingen van Casas niet bestreden, waardoor deze vorderingen als niet onrechtmatig of ongegrond zijn beoordeeld en zijn toegewezen. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de huurkoopovereenkomst tussen partijen op 4 januari 2017 door Casas buitengerechtelijk is ontbonden. De gedaagden zijn vanaf februari 2017 geen annuïteit meer verschuldigd, maar zijn wel een vergoeding voor het gebruik van de woning verschuldigd aan Casas.

Het vonnis beveelt de gedaagden om binnen 28 dagen na betekening van het vonnis het perceel te ontruimen en te verlaten, en om een bedrag van Afl. 19.364,31 aan achterstallige annuïteit te betalen, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast zijn de gedaagden veroordeeld in de proceskosten van Casas. Het vonnis is uitgesproken door mr. A.H.M. van de Leur op 24 mei 2017.

Uitspraak

Vonnis van 24 mei 2017 (bij vervroeging)

Behorend bij K.G. no. 824 van 2017

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

VONNIS in kort geding van:

de naamloze vennootschap

CASAS DEL CARIBE N.V.,

gevestigd in Aruba,

eiseres,

hierna ook te noemen: Casas,

gemachtigde: de advocaat mr. J.A. Saade,

tegen:

1. [naam gedaagde 1],

2.
[naam gedaagde 2],

beiden wonende in Aruba,

gedaagden,

hierna gezamenlijk ook te noemen: [gedaagden] c.s.,

niet verschenen.

1. DE PROCEDURE

1.1

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-het verzoekschrift, met producties;

-de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van 11 mei 2017.

1.2

Casas is ter zitting verschenen bij haar gemachtigde. Hoewel deugdelijk opgeroepen zijn [gedaagden] c.s. niet ter zitting verschenen. Tegen hen is daarom verstek verleend. Casas heeft gepersisteerd in het door haar gestelde en verzochte.

1.3

Casas heeft ter zitting haar eis verminderd, in die zin dat zij de in het petitum van haar verzoekschrift neergelegde vorderingen onder a. en d. heeft ingetrokken.

1.4

Vonnis is nader bepaald op heden.

2. DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1

Casas heeft gesteld en gevorderd zoals vermeld in haar verzoekschrift (met inachtneming van de hiervoor omschreven vermindering van eis).

2.2 [

gedaagden] c.s. hebben die stellingen en vorderingen niet bestreden.

3. DE BEOORDELING

3.1

Het spoedeisend belang van Casas bij haar vorderingen ligt besloten in de aard van die vorderingen.

3.2 [

gedaagden] c.s. hebben de vorderingen van Casas en de daaraan ten gronde gelegde stellingen niet bestreden. Die vorderingen, die overigens onrechtmatig noch ongegrond voorkomen, zullen daarom worden toegewezen met inachtneming van het volgende en als na te melden.

3.3

Nu de tussen partijen gesloten huurkoopovereenkomst op 4 januari 2017 door Casas - naar het voorshandse oordeel van het Gerecht op goede grond - buitengerechtelijk is ontbonden, zijn [gedaagden] c.s. vanaf februari 2017 geen annuïteit van maandelijks Afl. 1.993,59 meer verschuldigd aan Casas. [gedaagden] c.s. zijn vanaf februari 2017 echter wel een vergoeding voor het gebruik van de woning verschuldigd aan Casas zolang zij die niet hebben ontruimd. Het Gerecht stelt die vergoeding vast op Afl. 993,59 maandelijks. Een rekensom in dit verband leert dat [gedaagden] c.s. gerekend tot en met januari 2017 (21.364,31 minus 2.000,-- =)

Afl. 19.364,31 aan maandelijkse annuïteit verschuldigd zijn aan Casas, en dat zij met ingang van februari 2017 maandelijks Afl. 993,59 verschuldigd zijn aan Casas uit hoofde van vergoeding voor het gebruik van de woning.

3.4 [

gedaagden] c.s. zullen, als de in het ongelijk gestelde partijen, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Casas, tot aan deze uitspraak begroot op (750,-- + 227,42 + 219,42 =) Afl. 1.196,84 aan verschotten (griffiegelden en kosten van oproeping [gedaagden] c.s.) en Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigde.

4. DE BESLISSING

Het Gerecht, rechtdoende in kort geding bij verstek:

-beveelt [gedaagden] c.s. om binnen 28 dagen na de betekening aan hen van dit vonnis het Aruba te [adres] gelegen perceel te ontruimen en te verlaten met alle zich aldaar van hunnentwege bevindende personen en goederen, en dat perceel onder afgifte van de sleutels daarvan ter vrije beschikking te stellen van Casas;

-veroordeelt [gedaagden] c.s. om bij wijze van voorschot aan Casas te betalen

Afl. 19.364,31 aan achterstallige annuïteit (tot en met januari 2017), te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 19 april 2017 tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede te vermeerderen met Afl. 993,59 aan gebruiksvergoeding voor iedere na januari 2017 verschenen of nog te verschijnen maand dat [gedaagden] c.s. voormeld perceel niet hebben verlaten en ontruimd;

-veroordeelt [gedaagden] c.s. in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Casas, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.196,84 aan verschotten en

Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigde;

-verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

-wijst af het meer of anders verzochte.

Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken bij vervroeging op woensdag 24 mei 2017.