Uitspraak
1.DE PROCEDURE
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 19 januari 2017;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 4 mei 2017.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, hebben eisers, bestaande uit drie personen wonende te Aruba, een kort geding aangespannen tegen een gedaagde partij met een bekend adres in Nederland. De eisers vorderden dat de gedaagde zou meewerken aan de verkoop en levering van percelen in sustenu 3 aan een koper voor een bedrag van Afl. 400.000. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 19 januari 2017 werd ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 4 mei 2017. De gedaagde partij was opgeroepen maar is niet verschenen, waardoor verstek werd verleend.
De rechter heeft de vorderingen van de eisers beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet onrechtmatig of ongegrond zijn. Er werd voldoende spoedeisend belang aangetoond, en de rechter verwachtte dat de vorderingen ook in een eventuele bodemprocedure toewijsbaar zouden zijn. De rechter heeft de gedaagde veroordeeld tot het verlenen van medewerking aan de verkoop en levering van de percelen, met de bepaling dat het vonnis in de plaats treedt van de akte tot levering indien de gedaagde niet binnen 14 dagen na betekening van het vonnis aan het bevel voldoet. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis werd uitgesproken op 18 mei 2017.