ECLI:NL:OGEAA:2017:362
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap en huurinkomsten in civiele procedure
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, betreft het een civiele procedure over de verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap tussen de man en de vrouw. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. N.S. Gravenstijn, en de vrouw, vertegenwoordigd door mr. B.M. de Sousa, hebben hun geschil over huurinkomsten en andere financiële verplichtingen aan de rechter voorgelegd. De procedure heeft een lange voorgeschiedenis, waarbij op 14 november 2016 een getuigenverhoor heeft plaatsgevonden. De vrouw heeft getuigen laten horen om te bewijzen dat de man hogere huurinkomsten heeft ontvangen dan hij heeft erkend. De getuigen hebben verklaard over de huurbetalingen die zij aan de man en de vrouw hebben gedaan gedurende de periode van 15 juli 2003 tot 20 juni 2005.
De rechter heeft vastgesteld dat de man in totaal Afl. 25.300,- aan huurinkomsten heeft ontvangen, waarvan de helft aan de vrouw toekomt. Daarnaast is er een financiële afrekening gemaakt over andere verplichtingen tussen de partijen, waarbij de vrouw uiteindelijk niets aan de man hoeft te betalen. De rechter heeft ook geoordeeld dat de proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 10 mei 2017 en is een belangrijke uitspraak in het kader van huwelijksverdeling en de afhandeling van financiële verplichtingen na een scheiding.