ECLI:NL:OGEAA:2017:333
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Verzoek om dwangsom wegens niet-beslissen op bezwaar door bestuursorgaan
Op 24 april 2017 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekers, beiden wonend in Aruba, een verzoek hebben ingediend op basis van artikel 53 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar). Dit verzoek volgde op een eerdere uitspraak van het gerecht van 10 november 2014, waarin het beroep van verzoekers tegen een fictieve afwijzende beschikking op hun bezwaar gegrond werd verklaard. Verweerder, de minister van Justitie, was opgedragen om binnen drie maanden een reële beslissing te nemen op het bezwaar van verzoekers, maar heeft dit nagelaten. Hierdoor hebben verzoekers een verzoek ingediend om verweerder te verplichten alsnog een beslissing te nemen, met het opleggen van een dwangsom voor iedere dag dat verweerder in gebreke blijft.
Het gerecht overwoog dat bij het sluiten van het onderzoek niet was gebleken dat verweerder op het bezwaar van verzoekers had beslist. Het gerecht besloot dat verweerder binnen een termijn van drie maanden na dagtekening van de uitspraak een reële beslissing moest nemen op het bezwaar van verzoekers. Tevens werd een dwangsom van Afl. 500,- per dag opgelegd, met een maximum van Afl. 25.000,-, voor het geval verweerder in gebreke blijft. Daarnaast werd verweerder veroordeeld tot betaling van de kosten van rechtskundige bijstand aan verzoekers, begroot op Afl. 500,-, en werd de teruggave van het door verzoekers gestorte griffierecht van Afl. 25,- gelast. Deze uitspraak werd gedaan door mr. M.E.B. de Haseth en uitgesproken ter openbare terechtzitting.