ECLI:NL:OGEAA:2017:323

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
3 mei 2017
Publicatiedatum
9 mei 2017
Zaaknummer
A.R. 915 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Civiele procedure over distributieovereenkomst en ontbinding van koopovereenkomst

In deze civiele procedure, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, stonden de naamloze vennootschappen GALOX N.V. en REHOBOT FASHION N.V. tegenover elkaar. GALOX, vertegenwoordigd door advocaat mr. D.G. Kock, vorderde nakoming van een overeenkomst en betaling van achterstallige termijnen en contractuele boetes door REHOBOT, die werd bijgestaan door advocaat mr. G.B. Wever. De zaak betreft een activatransactie waarbij GALOX haar onderneming, die kleding van het merk Shaba verkocht, aan REHOBOT verkocht voor Afl. 350.000,00, te betalen in termijnen. REHOBOT heeft echter niet aan haar betalingsverplichtingen voldaan en heeft de overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden, met als argument dat de omzet van GALOX in 2015 aanzienlijk lager was dan in 2014 en dat er geen distributieovereenkomst met de eigenaar van het merk Shana kon worden gesloten vanwege openstaande schulden van GALOX.

De rechter heeft de standpunten van beide partijen beoordeeld. GALOX stelde dat REHOBOT onterecht de overeenkomst had ontbonden, terwijl REHOBOT een verklaring voor recht vroeg dat de ontbinding terecht was. De rechter oordeelde dat het aan REHOBOT was om te bewijzen dat GALOX niet aan haar verplichtingen had voldaan, en dat de zaak naar de rol werd verwezen voor bewijslevering. De uitspraak werd gedaan op 3 mei 2017, waarbij de rechter de verdere beslissing aanhield en de zaak naar de rolzitting van 31 mei 2017 verwees voor een akte uitlating bewijslevering aan de zijde van REHOBOT.

Uitspraak

Vonnis van 3 mei 2017
Behorend bij A.R. 915 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
GALOX N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Galox,
gemachtigde: advocaat mr. D.G. Kock,
tegen:
de naamloze vennootschap
REHOBOT FASHION N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Rehobot,
[Gedaagde sub 2],
te Aruba
hierna ook te noemen: [Gedaagde sub 2],
[Gedaagde sub 3],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [Gedaagde sub 3],
gemachtigde: advocaat mr. G.B. Wever.

1.DE PROCEDURE IN CONVENTIE EN IN RECONVENTIE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens van eis in reconventie;
- de conclusie van repliek in conventie, tevens van antwoord in reconventie;
- de conclusie van dupliek in conventie, tevens van repliek in reconventie;
- de conclusie van dupliek in reconventie
- de akte uitlating producties in reconventie;
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Galox was eigenaar van een onderneming, waarin kleding van het merk Shaba werd verkocht. Zij huurde een winkelpand aan de Caya G.F. (Betico) Croes (Mainstreet) 16-18 te Oranjestad.
2.2
Op 31 oktober 2016 hebben Galox en Rehobot een activatransactie gesloten betreffende deze onderneming, waarbij een koopprijs van Afl. 350.000,00 werd overeengekomen, te voldoen in 12 gelijke maandelijkse termijnen en daarnaast een bedrag (naar het Gerecht begrijpt van Afl. 25.000,00) voor de inventaris. [Gedaagde sub 2] en [Gedaagde sub 3] hebben zich garant gesteld voor de nakoming van de overeenkomst door Rehobot.
2.3
In de overeenkomst is opgenomen dat Galox er voor zorgdraagt dat het gebruik van de merknaam Shana op Rehobot overgaat en dat die een distributieovereenkomst kan sluiten met de eigenaar van Shana, Friday’s Project Espana S.L. (verder: Friday). Verder zijn in de overeenkomst diverse boetebepalingen opgenomen, die in werking treden indien Rehobot haar verplichtingen jegens Galox niet nakomt.
2.4
Naast de koop van de onderneming heeft Rehobot ten aanzien van het winkelpand een huurovereenkomst met de eigenaar gesloten.
2.5
Rehobot heeft niet (volledig) aan haar betalingsverplichtingen jegens Galox voldaan. Zij heeft op 14 februari 2016 de deuren van de winkel gesloten. Met de verhuurder heeft zij een vaststellingsovereenkomst gesloten.
2.6
Bij brief van 23 februari 2016 heeft Rehobot de overeenkomst met Galox buitengerechtelijk ontbonden, behalve ten aanzien van de inventaris. Als grond voor de ontbinding voert zij aan dat de omzet van Galox over 2015 70-90% lager was dan die in 2014, wat Galox haar niet heeft meegedeeld en dat Friday geen distributieovereenkomst met Rehobot wilde sluiten als gevolg van openstaande schulden van Galox. Die dienden eerst te worden voldaan.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN IN CONVENTIE EN IN RECONVENTIE

3.1
Galox vordert in conventie (kort gezegd) nakoming van de overeenkomst en hoofdelijke veroordeling van Rehobot, [Gedaagde sub 2] en [Gedaagde sub 3] tot betaling van de achterstallige termijnen en betaling van de contractuele boetes, alsmede van de toekomstige termijnen.
3.2
Rehobot c.s. vordert in reconventie (samengevat) een verklaring voor recht dat zij terecht de overeenkomst buitengerechtelijk heeft ontbonden, althans die te ontbinden dan wel die te vernietigen wegens dwaling en veroordeling van Galox tot betaling van een bedrag van Afl. 93.961,80 wegens door haar geleden schade.
3.2
De standpunten van partijen zijn in de kern al weergegeven onder 2.5 en 2.6 van dit vonnis. Het standpunt van de wederpartij hebben zij gemotiveerd weersproken.

4.DE BEOORDELING IN CONVENTIE EN IN RECONVENTIE

4.1
De kern van het geschil wordt gevormd door de vraag of Galox aan Rehobot geleverd heeft wat is afgesproken en of Rehobot een goede grond had om de overeenkomst te ontbinden dan wel die wegens een wilsgebrek te vernietigen. Partijen hebben zich daarbij op twee omstandigheden geconcentreerd, te weten de (veel) slechtere verkoopresultaten over 2015 ten opzichte van 2014 en de door Rehobot gestelde onmogelijkheid om een distributieovereenkomst aan te gaan met Friday, wat aan doen of nalaten van Galox te wijten zou zijn. Het Gerecht overweegt dien aangaande het volgende.
4.2
Niet in geschil is dat beide partijen zakelijke contractspartners zijn. Van hen mag worden verondersteld dat zij zich behoorlijk op de hoogte stellen van de toestand van een onderneming indien die wordt verkocht of aangekocht. Rehobot heeft zich er allereerst over beklaagd dat de cijfers over 2015 zwaar tegenvielen. Die omstandigheid alleen is echter niet voldoende om aan Galox het verwijt te maken dat zij Rehobot niet juist of niet volledig zou hebben geïnformeerd. Juist bij de koop van een onderneming is het niet ongebruikelijk dat veel documentatie wordt gevraagd en dat verklaringen of garanties ten aanzien van het gekochte worden bedongen. Hier staat tegenover dat van de koper een behoorlijk onderzoek mag worden verwacht. Uit niets blijkt dat Rehobot daarvan werk heeft gemaakt. Zij heeft volstaan met de weinig specifieke mededeling dat Galox heeft gezegd dat de cijfers over 2015 wel meevielen. Dat zij om inzage in die cijfers heeft gevraagd, blijkt niet en dat Galox een (al dan niet bewuste) verkeerde voorstelling van zaken heeft gegeven, blijkt evenmin. Dit bezwaar van Rehobot tegen de overeenkomst wordt dan ook verworpen.
4.3
Het tweede bezwaar van Rehobot betreft de distributieovereenkomst met Friday. Het Gerecht begrijpt het standpunt van Rehobot zo, dat zij stelt dat Friday die overeenkomst niet met Rehobot wilde aangaan, omdat er nog een schuld van Galox openstond. Hoewel het bestaan van die schuld is verwoord in een document dat daags na het sluiten van de overeenkomst tussen Rehobot en Galox, blijkt daar nog niet uit dat dit de reden is geweest dat de overeenkomst tussen Friday en Rehobot niet van de grond kwam. Daar staat tegenover dat in de overeenkomst is opgenomen dat Galox het ertoe zal leiden dat tussen Rehobot en Friday een overeenkomst tot stand komt. Deze verplichting kan niet zo gelezen worden dat ook gedrag van Rehobot dat aan die overeenkomst in de weg staat aan Galox kan worden tegengeworpen.
4.4
Nu Rehobot heeft gesteld dat het aan Galox is te wijten dat de overeenkomst met Friday niet door ging en sprake was van een schending van art. 4 van de overeenkomst, zal zij, overeenkomstig haar aanbod, tot het bewijs daarvan worden toegelaten. De zaak zal naar de rol worden verwezen zodat Rehobot zich kan uitlaten over de wijze waarop zij bewijs wil leveren.
4.5
Iedere verdere uitspraak wordt aangehouden.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
in conventie en in reconventie:
verwijst de zaak naar de rolzitting van woensdag 31 mei 2017 voor een akte uitlating bewijslevering aan de zijde van Rehobot (P1);
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 3 mei 2017 in aanwezigheid van de griffier welk vonnis bij ontstentenis van de rechter door de rolrechter is ondertekend.