Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
4.DE BEOORDELING
kunnenindienen. Dit impliceert dat de burgerlijke rechter daarnaast ook bevoegd is. Dit verweer wordt derhalve verworpen.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak gaat het om een geschil tussen [X], de algemeen directeur van de stichting Protestants Christelijk Onderwijs Aruba (SPCOA), en SPCOA zelf. [X] werd op 29 juni 2016 op staande voet ontslagen, omdat hij het bestuur niet op de hoogte had gesteld van een executoriaal beslag op zijn salaris en zich zonder toestemming een eindejaarsuitkering had laten uitbetalen. [X] heeft het ontslag betwist en verzocht om doorbetaling van zijn loon en restitutie van de ingehouden bonus. De procedure omvatte een verzoekschrift, verweerschrift en zittingen, waarbij beide partijen hun standpunten naar voren hebben gebracht.
De rechter heeft geoordeeld dat het ontslag op staande voet nietig is, omdat de gedragingen van [X] niet voldoende ernstig waren om een dringende reden voor ontslag te rechtvaardigen. De vertrouwensbreuk die was ontstaan, was niet van dien aard dat het ontslag gerechtvaardigd was. De rechter heeft wel geoordeeld dat de loonvordering van [X] gematigd moet worden tot drie maanden, met een wettelijke verhoging en rente, omdat de vertrouwensbreuk deels aan [X] te wijten was. De vordering tot restitutie van de bonus werd afgewezen, omdat deze geen juridische grondslag had. De proceskosten werden gecompenseerd.
De uitspraak werd gedaan door mr. Y.M. Vanwersch op 2 mei 2017, waarbij de rechter oordeelde dat SPCOA Afl. 21.765,00 bruto aan [X] moest betalen, vermeerderd met wettelijke verhogingen en rente.