In deze alimentatiezaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de Voogdijraad een verzoek ingediend tegen de vader van twee minderjarigen, met als doel de vader te veroordelen tot het betalen van alimentatie voor de verzorging en opvoeding van de kinderen. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 19 december 2016 werd ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 7 februari 2017 waren zowel de moeder als de vader aanwezig, en de Voogdijraad werd vertegenwoordigd door mr. mw. M. Ras-Pieternella.
De feiten van de zaak zijn als volgt: uit de relatie tussen de vader en de moeder zijn twee minderjarigen geboren, die door de vader zijn erkend. De moeder heeft de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen vastgesteld op Afl. 443,75 voor de oudste en Afl. 400,- voor de jongste. De vader heeft deze kosten niet betwist. De vader heeft een netto inkomen van ongeveer Afl. 2.037,- per maand, terwijl de moeder een bijstandsuitkering ontvangt en daardoor onvoldoende draagkracht heeft om de kosten alleen te dragen.
Na beoordeling van de financiële situatie van beide ouders, concludeert het gerecht dat de vader in staat is om een bijdrage te leveren aan de kosten van de minderjarigen. De rechter heeft bepaald dat de vader maandelijks Afl. 225,- voor de oudste en Afl. 200,- voor de jongste moet betalen, met ingang van 1 januari 2017. Deze beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de vader onmiddellijk moet voldoen aan de betalingsverplichtingen, ongeacht eventuele beroepsprocedures.