5.Bewijsmiddelen
De overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de volgende bewijsmiddelen zijn vervat, waarbij ieder bewijsmiddel, ook in onderdelen, telkens slechts wordt gebezigd voor het bewijs van het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Voor zover de hieronder opgenomen bewijsmiddelen worden aangeduid als ‘bijlage’, betreft het bijlagen bij het proces-verbaal van het Korps Politie Aruba, Divisie Algemene Recherche, administratienummer [nummer], in de wettelijke vorm opgemaakt en op 6 december 2016 gesloten en ondertekend door [verbalisant], brigadier eerste klasse, bij voormeld korps.
1. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 6 augustus 2016 gesloten en getekend door [verbalisant] voornoemd, , voor zover inhoudende, als
proces-verbaal van aangifte van[slachtoffer 1], -zakelijk weergegeven-:
Gisteren 5 augustus 2016, omstreeks 20:00 uur, nadat ik mijn vrienden [naam vriend] en [naam vriend] had opgehaald, herinnerde ik mij dat ik het huis niet had afgesloten. Ik reed terug naar huis. Nadat ik de woning op slot had gedaan, reden wij weg. Bij de bocht ten westen van mijn huis, zag ik een paar jongens op een elektriciteitshuisje zitten. Ik herkende uit deze groep de jongens genaamd [verdachte], [medeverdachte], [jongen 1], [jongen 2] en [jongen 3]. Toen ik hen voorbij reed, zag ik [verdachte],[medeverdachte], [jongen 1], [jongen 2], en [jongen 3] opstaan en in mijn richting komen rennen. Zij hadden allemaal een vuistvuurwapen in hun handen. Ik zag dat [verdachte] en [medeverdachte] opeens begonnen te schieten. Zij hadden in totaal vier schoten op mij, de auto en de andere inzittenden afgevuurd. De achterruit van de auto sprong meteen uit elkaar door de afgeschoten kogels. Door de schrik en de angst voor mijn leven, trapte ik op het gaspedaal en reed meteen vandaar weg. Ik belde mijn stiefvader op en vertelde wat er was gebeurd. Vanochtend belde mijn vader de politie op. De politie zei tegen hem om de auto bij de politiewacht te Sint Nicolaas te brengen. Door deze handelingen voel ik mij in mijn leven en in mijn veiligheid bedreigd.
2. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 6 augustus 2016 gesloten en getekend door [verbalisant] voornoemd, voor zover inhoudende, als
proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4], -zakelijk weergegeven-:
Gisteren 5 augustus 2016, tussen 20:00 uur en 21:00 uur, kwam mijn broer [slachtoffer 1] bij mij thuis en vroeg aan mij of hij mijn auto kon lenen. Ik ging ermee akkoord en [slachtoffer 1] ging vervolgens weg met mijn auto. Omstreeks 24:00 uur zat ik bij het huis van mijn neef toen [slachtoffer 1] bij ons kwam. [slachtoffer 1] zei tegen mij dat men op hem geschoten had en dat mijn auto vernield werd. Ik ging toen naar de auto kijken en zag dat de achterruit helemaal vernield was. [slachtoffer 1] zei tegen mij dat het mijn neef [verdachte] en [medeverdachte] waren, die op hem hadden geschoten. In de ochtenduren ging ik mijn auto beter bekijken. Ik zag een schot beneden aan de kofferbak en een schot binnen, achter in de auto daar waar de geluidssprekers zijn. De stiefvader van [slachtoffer 1] belde de politie op en de politie zei tegen hem om de auto bij de politiewacht te Sint Nicolaas te brengen, hetgeen ik ook heb gedaan. Mijn auto is een [merk auto], wit van kleur.
3. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 9 augustus 2016 gesloten en getekend door [verbalisant 1] en [verbalisant 2], respectievelijk onderinspecteur en brigadier eerste klasse bij voornoemd korps, voor zover inhoudende, als
proces-verbaal van onderzoek [kentekennummer] i.v.m. schietincident, -zakelijk weergegeven-:
Op dinsdag 9 augustus 2016 hebben wij, verbalisanten, een onderzoek verricht aan het motorvoertuig zijnde een witte [merk auto] voorzien van het kenteken [kentekennummer]. Dit in verband met een schietincident. Bij onderzoek aan het motorvoertuig zagen wij dat de achterruit was gebarsten. Tegen de houten rand van een luidspreker zagen wij een mogelijke schotbeschadiging. Bij onderzoek in de kofferbak hebben wij een gefragmenteerde loden kogel gevonden.
4. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 10 augustus 2016 gesloten en getekend door [verbalisant], brigadier bij voornoemd korps, voor zover inhoudende, als
proces-verbaal van aangifte van[slachtoffer 2], -zakelijk weergegeven-:
Afgelopen donderdag, iets na 16:00 uur, liep ik samen met mijn vrienden genaamd [slachtoffer 3] en [naam vriend] naar Calidad Supermarkt. Op weg naar huis zag ik [verdachte] uit de tegengestelde richting over de straat voor mijn huis in mijn richting lopen. Ik woon in de straat van het kantoor van de Polis di Bario. [verdachte] liep aan de overkant van de weg. Toen hij dicht bij mij kwam nam hij opeens een vuurwapen uit zijn schoudertasje en richtte deze in mijn richting, terwijl hij het volgende in mijn richting in het Papiaments uitte: “Bo di bo ta tirami den mi chest. Bo kier pa mi bula bo cabes pabo? Mi no tin miedo pami cai sera.” Ik vroeg hem wat zijn probleem was, daar ik hem niet had bedreigd en bleef in de richting van mijn huis lopen. Het vuurwapen dat hij op dat moment in zijn hand had was een zilverkleurige .38 special met een korte loop. Vervolgens hoorde ik dat [verdachte] drie keer aan de trekker trok. Ik hoorde het vuurwapen namelijk een klikkend geluid maken, maar het vuurwapen schoot niet. De vierde keer dat hij aan de trekker trok ging wel een schot af vanuit het vuurwapen in mijn richting. Gelukkig werd ik niet geraakt. Ik bleef in de richting van mijn huis lopen. [verdachte] bleef achter mij aanlopen en loste vervolgens nog een schot in de richting. Ik werd gelukkig wederom niet door de kogel getroffen. De vader van [slachtoffer 3], genaamd [slachtoffer 5], kwam naar buiten toen hij de schoten hoorde. Toen [verdachte] de vader van [slachtoffer 3] zag, zei hij in het Papiamento tegen [slachtoffer 3]: “Oh! Bo ta bin cubo tata awo!”. Vervolgens richtte [verdachte] zijn vuurwapen in de richting van de vader van [slachtoffer 3] en loste een schot op hem. De vader van [slachtoffer 3] moest hierdoor achter een dichtbij zijnde auto dekking nemen om niet geraakt te worden.
De volgende dag, zijnde afgelopen vrijdag, was ik samen met mijn vrienden [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] in de auto van [slachtoffer 1]. [slachtoffer 1] trad op als bestuurder. Iets na 21:00 uur, nadat wij van het huis van [slachtoffer 1] waren weggereden, zag ik dat in de straat voor een perceel dicht bij de bocht, de jongens genaamd [jongen 1], [jongen 2], [medeverdachte] bijgenaamd [bijnaam medeverdachte] en [verdachte] stonden. Toen wij voor hun langsreden, zei [medeverdachte] iets tegen ons, maar we hadden hem niet goed gehoord. [slachtoffer 1] vroeg hem vervolgens wat hij zonet had gezegd. Ik zag dat alle vier, [jongen 1], [jongen 2], [medeverdachte] en [verdachte] toen een vuurwapen ter voorschijn haalden en deze in hun handen hielden. Ik schreeuwde tegen [slachtoffer 1] dat hij door moest rijden, omdat ze allemaal een vuurwapen hadden. [slachtoffer 1] gaf toen meteen gas en reed door. Ik keek naar achter en zag dat [verdachte] en [medeverdachte] schoten losten in onze richting op de auto. Ik weet niet zeker hoeveel schoten er op ons gelost werden, maar ik zag de vlammen van de vuurwapens en de achterruit van de auto kreeg twee kleine kogelgaatjes erin. Deze achterruit spatte vervolgens uit elkaar.
Door de handeling en uitlatingen van [verdachte] en [medeverdachte] voel ik mij in mijn leven en veiligheid bedreigd.
5. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 22 augustus 2016 gesloten en getekend door [verbalisant], voornoemd, voor zover inhoudende, als
proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3], bijgenaamd [bijnaam], -zakelijk weergegeven-:
Op donderdag, 4 augustus 2016, omstreeks 17:00 uur, ging ik samen met mijn vrienden genaamd [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] naar Calidad Supermarkt om boodschappen te doen. Onderweg naar huis zagen wij de auto van [verdachte], zijnde een grijskleurige [merk] ons voorbij rijden. Gekomen op de weg voor ons huis zagen wij [verdachte] uit tegengestelde richting aan komen lopen. Toen [verdachte] dichter bij ons kwam, benaderde hij [slachtoffer 2] en zei iets tegen hem. Vervolgens nam [verdachte] een zilverkleurige vuurwapen met een bruine handvat uit zijn blauwe schoudertas en richtte dit op de hoofd van [slachtoffer 2] en zei tegen hem in het Papiamento “Bo kier mi bula bo cabes. Mi no tin miedo di cai sera”. [slachtoffer 2] zei niks en bleef [verdachte] aankijken. [verdachte] trok meerdere keren aan de trekker, terwijl hij het vuurwapen op het hoofd van [slachtoffer 2] richtte, maar het vuurwapen schoot niet. Ik zag dat de ruimte tussen het hoofd van [slachtoffer 2] en het vuurwapen van [verdachte] minder dan 1 meter was. Hierna richtte [verdachte] het vuurwapen in mijn richting. [slachtoffer 2] bleef in de noordelijke richting mijn huis lopen, terwijl [verdachte] achter hem bleef lopen met het vuurwapen op hem gericht. Op een gegeven moment controleerde [verdachte] de cilinder van zijn vuurwapen. Ik zag dat er drie patronen in de cilinder was. [verdachte] sloot de cilinder en richtte weer in de richting van [slachtoffer 2]. Dit keer schoot het vuurwapen wel. [slachtoffer 2] werd niet getroffen. Mijn vader die de hele gebeurtenis zag, kwam naar buiten met een honkbalknuppel in zijn hand. [verdachte] zag mijn vader en zei tegen hem: “Bo tata tambe kier bin” en schoot in de richting van mijn vader. Mijn vader schuilde achter een auto om te voorkomen dat hij beschoten werd. Hierna liepen wij naar huis.
Op 5 augustus 2016, omstreeks 21:00 uur, bevond ik samen met mijn vrienden [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1], in de personenauto van de broer van [slachtoffer 1], zijnde een witte [merk auto]. [slachtoffer 1] trad op als bestuurder. Toen wij van het huis van [slachtoffer 1] vertrokken, reed [slachtoffer 1] in noordelijk richting weg. [slachtoffer 1] woont in dezelfde straat als ik, in [naam wijk]. Gekomen bij de bocht ter hoogte van perceel [adres], zagen wij [verdachte] met [medeverdachte] bijgenaamd [bijnaam], [jongen 1], [jongen 2] en een andere jongen wiens naam ik niet weet voor perceel [adres] staan. Toen [slachtoffer 1] langs reed, zei [medeverdachte] iets tegen hem. Ik had niet gehoord wat [medeverdachte] gezegd had, maar [slachtoffer 1] antwoordde hem dat hij niet bang van hen was. Hierna zag ik dat alle vijf jongens een vuurwapen tevoorschijn haalden en deze in hun handen hielden. [medeverdachte] en [verdachte] waren vooraan en ik zag vlammen uit hun vuurwapens komen. Ik hoorde een schot afgaan en zag dat de achterruit twee kleine kogel gaatjes kreeg. [slachtoffer 1] reed weg met hoge snelheid en de achterruit barstte daarna.
6. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 22 augustus 2016 gesloten en getekend door [verbalisant] voornoemd, voor zover inhoudende, als
proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5], -zakelijk weergegeven-:
Ik ben de vader van [slachtoffer 3], bijgenaamd [slachtoffer 3]. Op donderdag, 4 augustus 2016, omstreeks 17:00 uur, stuurde ik [slachtoffer 3] naar de Calidad Supermarkt om boodschappen te doen. Ik keek door het raam van mijn slaapkamer om te zien of ik [slachtoffer 3] kon zien komen. Ik zag de jongen die ik als [verdachte] ken, met een zilverkleurig vuurwapen in zijn hand, terwijl hij deze op [slachtoffer 3] en zijn vriend genaamd [slachtoffer 2] richtte. Ik nam mijn honkbalknuppel en rende het huis uit. Toen ik ter hoogte van het perceel [adres] was hoorde ik dat [verdachte] tegen [“bijnaam” slachtoffer 3] in het Papiamento zei dat zijn vader komt. Hierna richtte [verdachte] zijn vuurwapen in mijn richting en schoot op mij. Ik werd gelukkig niet getroffen en ging achter een auto schuilen. [verdachte] schoot op mij en wilde mij doden.
7. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 10 augustus 2016 gesloten en getekend door [verbalisant] voornoemd, voor zover inhoudende, als
verklaring van de getuige [getuige 1], -zakelijk weergegeven-:
Afgelopen vrijdag, iets na 21:00 uur, stond ik samen in de tuin voor ons huis. Ons huis is in de bocht van de tweeverdiepingshuizen te [naam wijk], in dezelfde straat als het kantoor van de bario politie. Een groep jongens stond voor het adres [adres]. Ik weet niet hoeveel jongens er waren, maar [verdachte] en [medeverdachte] waren samen met de jongens. [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] reden samen in de auto van [slachtoffer 1]l, zijnde een witte [merk auto], langs de groep jongens. Toen [slachtoffer 1] voorlangs de groep jongens reed, zag ik dat [verdachte] en [medeverdachte], met iets wat lijkt op een vuurwapen, op de auto van [slachtoffer 1] schoten. Ik hoorde drie schoten en zag ook de vlammen uit de vuurwapenen komen.
8. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 10 augustus 2016 gesloten en getekend door [verbalisant] voornoemd, voor zover inhoudende, als
verklaring van de getuige [getuige 2], -zakelijk weergegeven-:
Afgelopen vrijdag, iets na 21:00 uur, stond ik in mijn tuin. Mijn woning is in de bocht van de straat, van waar het kantoor van de Polis di Bario van [naam wijk] gelegen is. Er stond een groep jongens aan de overkant van de weg. Ik zag dat vier van de jongens een vuurwapen in hun handen had. Ik weet niet hoeveel jongens er aanwezig waren. Tussen de groep jongens waren [verdachte] en een jongen die ik als [medeverdachte] ken. Ik zag dat de auto van [slachtoffer 1], zijnde een personenauto van het merk [merk en model auto] en witkleurig voorlangs voornoemde groep reed. Volgens mij trad [slachtoffer 1] op als bestuurder van de auto en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] zaten ook in de auto. Toen de auto van [slachtoffer 1] voorlangs voornoemde groep jongens reed, zag ik, dat vier van de jongens een vuurwapen in hun handen hadden. [verdachte] en [medeverdachte] waren twee van de jongens. [verdachte] en [medeverdachte] losten in totaal drie schoten op de auto van [slachtoffer 1]. Ik denk dat de achterruit van de auto van [slachtoffer 1] vernield werd.
9. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 17 augustus 2016 gesloten en getekend door J.V.K. Courtar voornoemd, voor zover inhoudende, als
verklaring van de getuige [getuige 3], -zakelijk weergegeven-:
Op de dag van het schietincident reed ik op mijn fiets naast [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3]. [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] waren aan het lopen. Wij gingen naar Calidad Supermarkt. Op weg naar huis gekomen in de straat van het huis van mijn vader zagen wij [verdachte] uit de tegengestelde richting in onze richting lopen. Toen [verdachte] dichter bij [slachtoffer 2] kwam zei hij iets tegen [slachtoffer 2]. Vervolgens zag ik dat [verdachte] een zilverkleurig vuurwapen uit zijn blauwe schoudertas nam en richtte deze in de richting van [slachtoffer 2]. Ik zag ook dat [verdachte] drie a vier keer aan de trekker van het vuurwapen trok. Ik hoorde het vuurwapen namelijk een klikkend geluid maken, maar het vuurwapen schoot niet. Ik zag dat [verdachte] het cilinder van het vuurwapen draaide en deze nog een keer op [slachtoffer 2] richtte. Het lukte [verdachte] een schot in de richting van [slachtoffer 2] af te lossen. Ik was op mijn fiets op een afstand van ongeveer 3 meter ver van [verdachte] toen dit allemaal gebeurde. Ik schrok en reed met hoge snelheid naar huis. Vervolgens hoorde ik een tweede schot maar ik was al thuis toen ik dit hoorde.
10. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 22 augustus 2016 gesloten en getekend door [verbalisant] voornoemd, voor zover inhoudende, als
verklaring van de getuige [getuige 4], -zakelijk weergegeven-:
Op de dag van het incident omstreeks 17:00 uur kwamen [slachtoffer 2], [slachtoffer 3] en een jongen van de buurt van [slachtoffer 2] die ik als [slachtoffer 1] ken, mij thuis ophalen. Wij gingen naar Calidad Supermarkt om boodschappen te doen. Op weg naar het huis van [slachtoffer 3], zagen wij de personenauto die [verdachte] rijdt, voorbij rijden. Gekomen op de straat waar [slachtoffer 3] woont, zagen wij [verdachte] uit tegengestelde richting komen lopen. Toen [verdachte] dicht bij ons was, zei hij tegen [slachtoffer 2] in Papiamento: “Bo kier mi bula bo cabes pabo”. Vervolgens nam [slachtoffer 2] (
het gerecht begrijpt:[verdachte]) een zilverkleurige vuurwapen met bruin handvat uit zijn blauwe schoudertas en richtte dit op [slachtoffer 2]. [verdachte]o trok meerdere keren aan de trekker, terwijl hij zijn vuurwapen op [slachtoffer 2] richtte, maar het vuurwapen schoot niet. Ik hoorde namelijk het klikkend geluid van de trekker. [slachtoffer 2] bleef in de richting zijn huis lopen. Hierna controleerde [verdachte] de cilinder van zijn vuurwapen. Hij bleek verbaasd te zijn dat het wapen niet schoot. [verdachte] sloot de cilinder en richtte het vuurwapen weer op [slachtoffer 2]. Dit keer toen [verdachte] aan de trekker trok, schoot het vuurwapen wel maar [slachtoffer 2] werd niet getroffen. [slachtoffer 2] bleef richting zijn huis lopen. Vervolgens richtte [verdachte] zijn vuurwapen op [slachtoffer 3]. De vader van [slachtoffer 3] kwam naar buiten met een honkbalknuppel in zijn handen. Toen [verdachte] hem zag, zei hij in het Papiamento: “Ang bo tata tambe kier bin” en schoot op de vader van [slachtoffer 3]. De vader van [slachtoffer 3] moest achter een nabij geparkeerde pick-up dekking zoeken om te voorkomen dat hij beschoten werd.
11. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 15 augustus 2016 gesloten en getekend door [verbalisant] voornoemd, voor zover inhoudende, als
proces-verbaal van bevindingen video opname [adres], op 4 augustus 2016, -zakelijk weergegeven-:
Op 15 augustus 2016 heb ik, [verbalisant], de opname van de dag 4 augustus 2016 van de beveiligingscamera van het perceel [adres] bekeken. De beelden geven zicht op de straat voor het perceel [adres] op Aruba. Op bedoelde beelden is de linkerkant van de beelden het zuiden en de rechterkant van de beelden het noorden.
Opname [nummer opname]
05.33.16 P.M.
Reed een vierportier personenauto van het merk [merk] model [model] grijs van kleur met getinte ruiten vanuit zuidelijke richting de beeld in en stopte op de weg voor het perceel [adres].
05.33.19 P.M.
Werd de linker voorportier van voornoemde personenauto geopend en een jongeman met blanke huidskleur stapte uit. Deze NN-man is gekleed in donkerkleurige lange broek, een witkleurig hemd en droeg een blauwe schoudertas. Verder had hij zwarte schoenen aan. Hij loopt vervolgens in zuidelijk richting uit het beeld.
05.35.05 P.M.
Loopt een jongen gekleed in een donker kleurige bermuda met vierkant motieven en een licht kleurige shirt uit de zuidelijke richting het beeld in. Deze jongen heeft op dit moment alleen zijn linker slipper aan zijn voet. Bedoeld jongen loopt midden over de straat in noordelijke richting. Op het trottoir, gelegen ten westen van de straat, loopt de NN-man die even tevoren uit de grijze [merk auto] was gestapt, gekleed in een donkerkleurige lange broek, een wit kleurig hemd en droeg een blauwe schoudertas.
05.35.20 P.M.
De NN-man strekt zijn rechter arm en richt deze in de richting van de man gekleed in een donkerkleurig bermuda met vierkant motieven en een lichtkleurige shirt terwijl zij beiden in noordelijk richting lopen. Vervolgens is te zien dat een jongen en een meisje in noordelijke richting lopen en reden. (..)
De NN-man loopt links, achter de jongen gekleed in de donkerkleurige bermuda en heeft een zilverkleurig voorwerp in zijn rechterhand. Hierna stopt NN-man (..) bij het elektriciteitshuisje van het perceel [adres]. Vervolgens is te zien dat hij aanstalten doet om het voorwerp in zijn lichtblauwe tas met witte opdruk die hij draagt te plaatsen maar direct hierna richt hij het zilverkleurig voorwerp weer in de richting van de jongen in de donkerkleurige bermuda met vierkant motieven. (..)
Vervolgens is te zien dat de NN-man (..) een stap neemt en doet vervolgens een handeling met beide handen aan het voorwerp. Hierna richtte de NN-man het voorwerp in noordelijk richting en er is vervolgens te zien dat het voorwerp een harde schok maakt en dat er rook hieruit kwam. (..)
05.35.22 P.M.
Verbergt de NN-man het voorwerp in zijn schoudertas terwijl hij in zuidelijke richting loopt. Vervolgens neemt hij het voorwerp terug ter handen en loopt vervolgens weer in noordelijk richting terwijl hij het voorwerp met twee handen vasthoudt en in de noordelijk richting wijst. De NN-man loopt uit beeld.
05.35.28 P.M.
De NN-man loopt in zuidelijke richting terwijl hij het voorwerp in zijn blauwe schoudertas opbergt. Op een gegeven moment stopte hij en draait zich om en maakt een aantal gebaren en tikt met beide handen tegen de zijden van zijn hoofd. Vervolgens loopt hij in noordelijke richting en haalt het voorwerp uit zijn schoudertas en neemt het ter handen. Hierna loopt hij in de noordelijke richting uit het beeld, met in zijn rechterhand het zilverkleurig voorwerp.
12. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 17 augustus 2016 gesloten en getekend door [verbalisant] voornoemd, voor zover inhoudende, als
aanvullend proces-verbaal van bevindingen video opname [adres], op 4 augustus 2016, -zakelijk weergegeven-:
Op 13 augustus 2016 werd de verdachte [verdachte] aangehouden. Op 15 augustus 2016 omstreeks 16.:30 uur heb ik, [verbalisant], de opname de dato 4 augustus 2016 van de beveiligingscamera van het perceel [adres] bekeken. Nadat ik, [verbalisant], de aangehouden verdachte [verdachte] en voornoemde videobeelden zag, herkende ik hem als de NN-man die op de videobeelden in een donkerkleurige lange broek, een witkleurige hemd gekleed was en een blauwe schoudertas droeg. Ik herkende ook de aangever [slachtoffer 2] als de jongen gekleed in een donkerkleurige gehokte bermuda en een lichtkleurig shirt die uit de zuidelijke richting het beeld in loopt.
Bewijsoverwegingen
De raadsvrouw heeft ten aanzien van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten aangevoerd dat het bewijs in deze zaak alleen volgt uit getuigenverklaringen, terwijl de verdachte volhardt dat hij niet ter plaatse was en het daarom de vraag is of er voldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is voor een veroordeling.
In het dossier bevinden zich de verklaringen van aangevers [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3], die alle drie de verdachte noemen als degene die samen met mededader [medeverdachte] op de auto waarin de aangevers zich bevonden heeft geschoten. In het dossier bevinden zich tevens verklaringen van twee onafhankelijke getuigen die het schietincident hebben waargenomen. Beiden hebben de verdachte als schutter genoemd. Het gerecht heeft geen redenen te twijfelen aan de betrouwbaarheid van deze verklaringen. Bovendien is uit onderzoek aan de auto gebleken dat de achterruit inderdaad was gebarsten, dat er een mogelijke schotbeschadiging werd aangetroffen en werd er in de kofferbak een gefragmenteerde loden kogel gevonden. Het gerecht acht dan ook voldoende wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte samen met mededader [medeverdachte] op de auto heeft geschoten.
De gedragingen van de verdachte in beide zaken, dus zowel het met een vuurwapen schieten op de auto met daarin aangevers [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] (junior) als het de dag ervoor schieten met een vuurwapen op aangevers [slachtoffer 2] en [slachtoffer 5] (senior), moeten naar hun uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zo zeer gericht op het doden van die personen dat het niet anders kan dan dat verdachte de aanmerkelijke kans op dit gevolg willens en wetens heeft aanvaard. Het gerecht acht derhalve bewezen dat verdachtes opzet, op zijn minst, voorwaardelijk was gericht op het doden van deze personen.