5.Bewijsmiddelen
De overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de volgende bewijsmiddelen zijn vervat, waarbij ieder bewijsmiddel, ook in onderdelen, telkens slechts wordt gebezigd voor het bewijs van het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Voor zover de hieronder opgenomen bewijsmiddelen worden aangeduid als ‘bijlage’, betreft het bijlagen bij het proces-verbaal van het Korps Politie Aruba, Divisie Algemene Recherche, administratienummer [nummer], d.d. 6 december 2016, opgemaakt door verbalisant [verbalisant], brigadier eerste klasse bij voormeld korps.
1. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 6 augustus 2016 gesloten en getekend door [verbalisant] voornoemd, , voor zover inhoudende, als
proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1], -zakelijk weergegeven-:
Gisteren 5 augustus 2016, omstreeks 20:00 uur, nadat ik mijn vrienden [naam vriend] en [slachtoffer 3] had opgehaald, herinnerde ik mij dat ik het huis niet had afgesloten. Ik reed terug naar huis. Nadat ik de woning op slot had gedaan, reden wij weg. Bij de bocht ten westen van mijn huis, zag ik een paar jongens op een elektriciteitshuisje zitten. Ik herkende uit deze groep de jongens genaamd [medeverdachte], [verdachte], [jongen 1], [jongen 2] en [jongen 3]. Toen ik hen voorbij reed, zag ik [medeverdachte], [verdachte], [jongen 1], [jongen 2], en [jongen 3] opstaan en in mijn richting komen rennen. Zij hadden allemaal een vuistvuurwapen in hun handen. Ik zag dat [medeverdachte] en [verdachte] opeens begonnen te schieten. Zij hadden in totaal vier schoten op mij, de auto en de andere inzittenden afgevuurd. De achterruit van de auto sprong meteen uit elkaar door de afgeschoten kogels. Door de schrik en de angst voor mijn leven, trapte ik op het gaspedaal en reed meteen vandaar weg. Ik belde mijn stiefvader op en vertelde wat er was gebeurd. Vanochtend belde mijn vader de politie op. De politie zei tegen hem om de auto bij de politiewacht te Sint Nicolaas te brengen. Door deze handelingen voel ik mij in mijn leven en in mijn veiligheid bedreigd.
2. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 6 augustus 2016 gesloten en getekend door [verbalisant] voornoemd, voor zover inhoudende, als
proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4], -zakelijk weergegeven-:
Gisteren 5 augustus 2016, tussen 20:00 uur en 21:00 uur, kwam mijn broer [slachtoffer 1] bij mij thuis en vroeg aan mij of hij mijn auto kon lenen. Ik ging ermee akkoord en [slachtoffer 1] ging vervolgens weg met mijn auto. Omstreeks 24:00 uur zat ik bij het huis van mijn neef toen [slachtoffer 1] bij ons kwam. [slachtoffer 1] zei tegen mij dat men op hem geschoten had en dat mijn auto vernield werd. Ik ging toen naar de auto kijken en zag dat de achterruit helemaal vernield was. [slachtoffer 1] zei tegen mij dat het mijn neef [medeverdachte] en [verdachte] waren, die op hem hadden geschoten. In de ochtenduren ging ik mijn auto beter bekijken. Ik zag een schot beneden aan de kofferbak en een schot binnen, achter in de auto daar waar de geluidssprekers zijn. De stiefvader van [slachtoffer 1] belde de politie op en de politie zei tegen hem om de auto bij de politiewacht te Sint Nicolaas te brengen, hetgeen ik ook heb gedaan. Mijn auto is een [merk auto], wit van kleur.
3. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 9 augustus 2016 gesloten en getekend door [verbalisant 1] en [verbalisant 2], respectievelijk onderinspecteur en brigadier eerste klasse bij voornoemd korps, voor zover inhoudende, als
proces-verbaal van onderzoek [kentekennummer auto] i.v.m. schietincident, -zakelijk weergegeven-:
Op dinsdag 9 augustus 2016 hebben wij, verbalisanten, een onderzoek verricht aan het motorvoertuig zijnde een witte [merk auto] voorzien van het kenteken [kentekennummer]. Dit in verband met een schietincident. Bij onderzoek aan het motorvoertuig zagen wij dat de achterruit was gebarsten. Tegen de houten rand van een luidspreker zagen wij een mogelijke schotbeschadiging. Bij onderzoek in de kofferbak hebben wij een gefragmenteerde loden kogel gevonden.
4. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 10 augustus 2016 gesloten en getekend door [verbalisant], brigadier bij voornoemd korps, voor zover inhoudende, als
proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2], -zakelijk weergegeven-:
Afgelopen vrijdag was ik samen met mijn vrienden [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] in de auto van [slachtoffer 1]. [slachtoffer 1] trad op als bestuurder. Iets na 21:00 uur, nadat wij van het huis van [slachtoffer 1] waren weggereden, zag ik dat in de straat voor een perceel dicht bij de bocht, de jongens genaamd [jongen 1], [jongen 2], [verdachte] bijgenaamd [bijnaam verdachte] en [medeverdachte] stonden. Toen wij voor hun langsreden, zei [verdachte] iets tegen ons, maar we hadden hem niet goed gehoord. [slachtoffer 1] vroeg hem vervolgens wat hij zonet had gezegd. Ik zag dat alle vier, [jongen 1], [jongen 2], [verdachte] en [medeverdachte] toen een vuurwapen ter voorschijn haalden en deze in hun handen hielden. Ik schreeuwde tegen [slachtoffer 1] dat hij door moest rijden, omdat ze allemaal een vuurwapen hadden. [slachtoffer 1] gaf toen meteen gas en reed door. Ik keek naar achter en zag dat [medeverdachte] en [verdachte] schoten losten in onze richting op de auto. Ik weet niet zeker hoeveel schoten er op ons gelost werden, maar ik zag de vlammen van de vuurwapens en de achterruit van de auto kreeg twee kleine kogelgaatjes erin. Deze achterruit spatte vervolgens uit elkaar. Door de handeling en uitlatingen van [medeverdachte] en [verdachte] voel ik mij in mijn leven en veiligheid bedreigd.
5. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 22 augustus 2016 gesloten en getekend door [verbalisant], voornoemd, voor zover inhoudende, als
proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3], bijgenaamd [bijnaam slachtoffer 3], -zakelijk weergegeven-:
Op 5 augustus 2016, omstreeks 21:00 uur, bevond ik samen met mijn vrienden [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1], in de personenauto van de broer van [slachtoffer 1], zijnde een witte [merk auto]. [slachtoffer 1] trad op als bestuurder. Toen wij van het huis van [slachtoffer 1] vertrokken, reed [slachtoffer 1] in noordelijk richting weg. [slachtoffer 1] woont in dezelfde straat als ik, in [naam wijk]. Gekomen bij de bocht ter hoogte van perceel [perceel], zagen wij [medeverdachte] met [verdachte] bijgenaamd [bijnaam verdachte], [jongen 1], [jongen 2] en een andere jongen wiens naam ik niet weet voor perceel [perceel] staan. Toen [slachtoffer 1] langs reed, zei [verdachte] iets tegen hem. Ik had niet gehoord wat [verdachte] gezegd had, maar [slachtoffer 1] antwoordde hem dat hij niet bang van hen was. Hierna zag ik dat alle vijf jongens een vuurwapen tevoorschijn haalden en deze in hun handen hielden. [verdachte] en [medeverdachte] waren vooraan en ik zag vlammen uit hun vuurwapens komen. Ik hoorde een schot afgaan en zag dat de achterruit twee kleine kogel gaatjes kreeg. [slachtoffer 1] reed weg met hoge snelheid en de achterruit barstte daarna.
6. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 10 augustus 2016 gesloten en getekend door [verbalisant] voornoemd, voor zover inhoudende, als
verklaring van de getuige [getuige 1], -zakelijk weergegeven-:
Afgelopen vrijdag, iets na 21:00 uur, stond ik samen in de tuin voor ons huis. Ons huis is in de bocht van de tweeverdiepingshuizen te [naam wijk], in dezelfde straat als het kantoor van de bario politie. Een groep jongens stond voor het adres [adres]. Ik weet niet hoeveel jongens er waren, maar [medeverdachte] en [verdachte] waren samen met de jongens. [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] reden samen in de auto van [slachtoffer 1], zijnde een witte [merk auto], langs de groep jongens. Toen [slachtoffer 1] voorlangs de groep jongens reed, zag ik dat [medeverdachte] en [verdachte], met iets wat lijkt op een vuurwapen, op de auto van [slachtoffer 1] schoten. Ik hoorde drie schoten en zag ook de vlammen uit de vuurwapenen komen.
7. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 10 augustus 2016 gesloten en getekend door [verbalisant] voornoemd, voor zover inhoudende, als
verklaring van de getuige [getuige 2], -zakelijk weergegeven-:
Afgelopen vrijdag, iets na 21:00 uur, stond ik in mijn tuin. Mijn woning is in de bocht van de straat, van waar het kantoor van de Polis di Bario van [naam wijk] gelegen is. Er stond een groep jongens aan de overkant van de weg. Ik zag dat vier van de jongens een vuurwapen in hun handen had. Ik weet niet hoeveel jongens er aanwezig waren. Tussen de groep jongens waren [medeverdachte] en een jongen die ik als [verdachte] ken. Ik zag dat de auto van [slachtoffer 1], zijnde een personenauto van het merk [merk auto] model [model auto] en witkleurig voorlangs voornoemde groep reed. Volgens mij trad [slachtoffer 1] op als bestuurder van de auto en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] zaten ook in de auto. Toen de auto van [slachtoffer 1] voorlangs voornoemde groep jongens reed, zag ik, dat vier van de jongens een vuurwapen in hun handen hadden. [medeverdachte] en [verdachte] waren twee van de jongens. [medeverdachte] en [verdachte] losten in totaal drie schoten op de auto van [slachtoffer 1]. Ik denk dat de achterruit van de auto van [slachtoffer 1] vernield werd.
8. De
verklaring van de verdachte, op 24 maart 2017 afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting, voor zover inhoudende, -zakelijk weergegeven-:
Ik word [bijnaam verdachte] genoemd.
Bewijsoverwegingen
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat het bewijs in deze zaak alleen volgt uit getuigenverklaringen, terwijl de verdachte volhardt dat hij niet ter plaatse was en het daarom de vraag is of er voldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is voor een veroordeling.
In het dossier bevinden zich de verklaringen van aangevers [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3], die alle drie de verdachte noemen als degene die samen met mededader [medeverdachte] op de auto waarin de aangevers zich bevonden heeft geschoten. In het dossier bevinden zich tevens verklaringen van twee onafhankelijke getuigen die het schietincident hebben waargenomen. Beiden hebben de verdachte als schutter genoemd. Het gerecht heeft geen redenen te twijfelen aan de betrouwbaarheid van deze verklaringen. Bovendien is uit onderzoek aan de auto gebleken dat de achterruit inderdaad was gebarsten, dat er een mogelijke schotbeschadiging werd aangetroffen en werd er in de kofferbak een gefragmenteerde loden kogel gevonden. Het gerecht acht dan ook voldoende wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte tezamen en in vereniging met mededader [medeverdachte] op de auto heeft geschoten.
De gedraging van de verdachte, het met een vuurwapen schieten op de auto met daarin aangevers [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3], moet naar haar uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zo zeer gericht op het doden van die personen dat het niet anders kan dan dat verdachte de aanmerkelijke kans op dit gevolg willens en wetens heeft aanvaard. Het gerecht acht derhalve bewezen dat verdachtes opzet, op zijn minst, voorwaardelijk was gericht op het doden van deze personen.