ECLI:NL:OGEAA:2017:307
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Kort geding
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van vorderingen in kort geding met betrekking tot executiegeschil en alimentatie
In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiser [Man] een kort geding aangespannen tegen gedaagde [Vrouw] met betrekking tot een executiegeschil. De procedure vond plaats op 30 maart 2017, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht aan de hand van pleitnota's en producties. Eiser vorderde onder andere dat het Gerecht [Vrouw] zou verbieden om een eerder gesloten vaststellingsovereenkomst, die een maandelijkse bijdrage van Afl. 1.500,-- van [Man] aan [Vrouw] inhield, verder ten uitvoer te leggen. Eiser stelde dat hij door gewijzigde omstandigheden niet in staat was deze bijdrage te betalen, wat zou leiden tot een noodtoestand.
Het Gerecht heeft echter geoordeeld dat er geen bewijs is geleverd dat de vaststellingsovereenkomst op een juridische of feitelijke misslag berust. Bovendien heeft [Man] onvoldoende inzicht gegeven in zijn financiële situatie, waardoor zijn stelling dat hij niet kan voldoen aan de betalingsverplichting niet aannemelijk werd geacht. Het Gerecht concludeerde dat de belangen van [Vrouw] zwaarder wogen dan die van [Man], vooral gezien het feit dat [Man] zelf had gekozen om zijn goedbetaalde baan op te geven voor een risicovolle onderneming.
Uiteindelijk heeft het Gerecht de vorderingen van [Man] afgewezen en hem veroordeeld in de proceskosten van [Vrouw]. Dit vonnis is uitgesproken op 26 april 2017 door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, in aanwezigheid van de griffier.