ECLI:NL:OGEAA:2017:306
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontruiming van een woning in kort geding door erfgenamen
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, vorderde eiser in kort geding de ontruiming van een woning die deel uitmaakt van een nalatenschap. Eiser, samen met zijn broer en de moeder van gedaagde, zijn de wettige erfgenamen van de erflaters. De woning stond leeg na het overlijden van de langstlevende moeder, maar gedaagde had zich samen met zijn partner en moeder in de woning gevestigd zonder toestemming van de andere erfgenamen. Eiser stelde dat gedaagde zonder recht of titel in de woning verbleef en vorderde ontruiming met een dwangsom voor het geval gedaagde niet zou voldoen aan de ontruimingsverplichting.
De rechter oordeelde dat eiser voldoende spoedeisend belang had bij de ontruiming, aangezien gedaagde wijzigingen aan de woning aanbracht en meubels uit de nalatenschap verwijderde. Gedaagde voerde verweer en stelde dat hij op basis van een mondelinge overeenkomst in de woning verbleef, maar de rechter achtte deze stelling niet aannemelijk. De rechter concludeerde dat gedaagde geen deelgenoot was en dat de belangen van eiser en zijn broer zwaarder wogen. De rechter wees de vordering tot ontruiming toe en bepaalde dat gedaagde de woning binnen zeven dagen na betekening van het vonnis moest ontruimen, zonder de gevorderde dwangsom toe te kennen. Gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten.