Uitspraak
1.HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE
2.DE VERDERE BEOORDELING
3.DE BESLISSING
dinsdag 9 mei 2017 om 14.30 uurvoor de behandeling van het verzoek over het gezag en de omgang,
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, gaat het om een verzoek van een vrouw en een man die in een echtscheidingsprocedure verwikkeld zijn. De vrouw heeft verzocht om het gebruik van de echtelijke woning voor een periode van zes maanden na de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking, omdat zij onvoldoende inkomen heeft om een huur te betalen en de kinderen bij haar willen blijven. De man heeft hiertegen verweer gevoerd, stellende dat hij de hypotheeklening aflost en ook geen huur kan betalen. Het gerecht overweegt dat op grond van artikel 1:165 BW de gewezen echtgenoot die de woning bewoont, gedurende zes maanden na de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking daarin mag blijven wonen. Gezien het belang van de vrouw voor de kinderen, oordeelt het gerecht dat haar belang doorslaggevend is.
Daarnaast heeft de vrouw verzocht om partneralimentatie van 450,- per maand, onderbouwd met het feit dat zij leeft van een sociale uitkering van Afl. 950,- per maand. De man heeft verweer gevoerd en gesteld dat hij geen draagkracht heeft, omdat hij de hypotheek volledig betaalt en slechts een beperkt inkomen heeft. Het gerecht oordeelt dat de vrouw een bedrag van minimaal Afl. 1.400,- per maand nodig heeft om in haar eigen bestaan te voorzien, en dat de man, na betaling van kinderalimentatie, geen draagkracht heeft om partneralimentatie te betalen. De beslissing van het gerecht houdt in dat de vrouw bevoegd is de woning te blijven bewonen, dat de bijdrage van de man in de kosten van de kinderen is vastgesteld, en dat het verzoek om partneralimentatie wordt afgewezen. De zaak wordt verder verwezen naar een zitting voor de behandeling van het gezag en de omgang met de minderjarigen.