ECLI:NL:OGEAA:2017:291

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
25 april 2017
Publicatiedatum
3 mei 2017
Zaaknummer
EJ nr. 887 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging gezamenlijk gezag en toekenning eenhoofdig gezag aan de vader over minderjarigen

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 25 april 2017 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van het ouderlijk gezag. De vader, verzoeker, heeft verzocht om het gezamenlijk gezag met de moeder, verweerder, te beëindigen en hem alleen het gezag over de minderjarigen toe te kennen. De moeder, die in Nederland woont, is niet verschenen op de zitting, ondanks dat zij correct was opgeroepen. De eerdere procedure, die begon met een tussenbeschikking op 24 november 2015, had al geleid tot een verzoek aan de Voogdijraad om onderzoek te doen naar de sociale omstandigheden van de partijen. De vader heeft in de zitting aangevoerd dat hij al meer dan twee jaar de zorg voor de minderjarigen op zich neemt, terwijl de moeder in het buitenland verblijft en niet meewerkt aan belangrijke zaken zoals de aanvraag van paspoorten voor de kinderen.

Het gerecht heeft vastgesteld dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden die het beëindigen van het gezamenlijk gezag rechtvaardigen. De communicatie tussen de ouders is ernstig verstoord, wat het in het belang van de kinderen onmogelijk maakt om gezamenlijk beslissingen te nemen. De Voogdijraad heeft in haar rapport bevestigd dat de ontwikkeling van de minderjarigen in gevaar komt als het gezamenlijk gezag wordt voortgezet. Gezien deze omstandigheden heeft het gerecht besloten dat het in het belang van de minderjarigen is dat de vader voortaan alleen het gezag over hen uitoefent. Het verzoek van de vader om alimentatie werd afgewezen, omdat dit niet gespecificeerd of onderbouwd was. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Beschikking van 25 april 2017
Behorend bij EJ nr. 887 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[naam vader],
wonende in Aruba,
VERZOEKER, hierna de vader,
in persoon,
tegen
[naam moeder],
wonende in Nederland,
VERWEERSTER, hierna de moeder,
in persoon.
Belanghebbenden:

1. [naam minderjarige 1],

2. [naam minderjarige 2],
de minderjarige.

1.DE PROCEDURE

De eerdere procedure blijkt uit de tussen partijen gewezen tussenbeschikking van dit gerecht van 24 november 2015, waarbij met betrekking tot het verzoek inzake het ouderlijk gezag de Voogdijraad is verzocht onderzoek te doen naar de sociale omstandigheden van partijen en daarover een rapport uit te brengen, en waarbij is bepaald dat het hoofdverblijf van de minderjarigen bij de vader zal zijn. Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • het rapport van de Voogdijraad ingediend op 6 september 2016,
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling achter gesloten deuren op 13 december 2016, waaruit blijkt dat zijn verschenen verzoeker bijgestaan door zijn gemachtigde voornoemd. Namens de Voogdijraad waren aanwezig mevrouw A. Flanders en mevrouw J.M. Pietresz-Dijkhoff. De moeder is, hoewel daartoe op de juiste wijze te zijn opgeroepen, niet verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
Zoals in de tussenbeschikking van 24 november 2015 reeds is overwogen kan de rechter op verzoek van de niet met elkaar gehuwde ouders of een van hen het gezamenlijk gezag beëindigen, indien nadien de omstandigheden zijn gewijzigd of bij het nemen van de desbetreffende beslissing van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan. Het moet hierbij gaan om een zodanige verandering van de situatie, dat het niet langer in het belang van het kind is de bestaande gezagsuitoefening te handhaven. Alsdan bepaalt de rechter, aan wie van de ouders voortaan het gezag over ieder der minderjarige kinderen toekomt. Beslissend zal zijn wiens gezag over het kind de rechter het meeste in het belang van het kind oordeelt.
2.2
Ter zitting heeft de vader aangevoerd dat de moeder feitelijk geen invulling geeft aan het gezamenlijk gezag. De vader heeft te kennen gegeven dat hij al ruim twee jaren de minderjarigen alleen verzorgt en opvoedt. De moeder is naar het buitenland vertrokken en heeft de minderjarigen bij hem achtergelaten. Verder heeft de vader aangevoerd dat de moeder niet in het belang van de minderjarigen handelt, aangezien zij weigert mee te werken aan het regelen van de paspoorten voor de minderjarigen.
2.3
Op grond van de stukken en het gestelde ter zitting is het gerecht van oordeel dat sprake is van een wijziging van omstandigheden in bovenbedoelde zin. Voorts is het gerecht van oordeel dat de verdere omstandigheden rondom de uitoefening van het ouderlijk gezag van dien aard zijn, dat het gezamenlijk gezag dient te worden beëindigd en dat de vader voortaan alleen het gezag over de minderjarigen toekomt. Het gerecht overweegt daartoe als volgt.
2.4
Voor gezamenlijk gezag is vereist dat de ouders in staat zijn tot een behoorlijke gezamenlijke gezagsuitoefening en beslissingen van enig belang over hun kind in gezamenlijk overleg kunnen nemen, althans tenminste in staat zijn vooraf afspraken te maken over situaties die zich rond het kind kunnen voordoen, zodanig dat het kind niet klem of verloren raakt tussen de ouders. Een en ander vereist een minimaal vermogen tot positieve communicatie tussen de ouders. Daar ontbreekt het in dit geval aan.
2.5
Uit de stukken en hetgeen ter terechtzitting is besproken, is voldoende duidelijk geworden dat er geruime tijd, geen, althans verwaarloosbaar, gezamenlijk overleg heeft plaatsgevonden. Uit onderzoek van de Voogdijraad is gebleken dat de ouders, in ieder geval sinds het vertrek van de moeder naar Nederland in januari 2015, niet in staat zijn om met elkaar te communiceren omtrent aangelegenheden die de minderjarigen aangaan en dat zij verder ook niet in staat zijn om in onderling overleg beslissingen in het belang van de minderjarigen te nemen. De minderjarige [naam minderjarige 1] verblijft sinds november 2014 bij de vader en de minderjarige [naam minderjarige 2] sinds januari 2015. De moeder heeft sinds haar verblijf in Nederland alleen telefonisch contact met de minderjarigen. De vader verzorgd de minderjarigen volledig maar wordt hierin beperkt aangezien hij gezamenlijk met de moeder het gezag uitoefent. Verder staat in het rapport van de Voogdijraad dat de ontwikkeling van de minderjarigen klem dreigt te raken indien de ouders het gezamenlijk gezag blijven uitoefenen. De Voogdijraad adviseert dan ook om, in het belang van de minderjarigen, de vader met het eenhoofdig gezag over hen te belasten.
2.6
Gelet op het rapport van de Voogdijraad en hetgeen ter zitting is besproken, is het gerecht van oordeel dat het in het belang van de minderjarigen wenselijk is dat het gezag over hen wordt gewijzigd. Daarbij neemt het gerecht in overweging dat de ouders niet in staat zijn om met elkaar te communiceren omtrent aangelegenheden die de minderjarigen aangaan en niet in staat zijn om in gezamenlijk overleg beslissingen in het belang van de minderjarigen te nemen. Verder neemt het gerecht in overweging de omstandigheid dat de moeder weigert haar medewerking te verlenen aan de aanvraag van de paspoorten voor de minderjarigen. Het voorgaande wordt niet in het belang van de minderjarigen geacht, aangezien zij in geval van medische spoedgevallen naar het buitenland moeten kunnen reizen. Onder deze omstandigheden is het gerecht van oordeel dat het in het belang van de minderjarigen is dat de vader voortaan het gezag over de minderjarigen alleen uitoefent.
2.7
Het verzoek van de vader om enig bedrag aan alimentatie vast te stellen, zal worden afgewezen, nu dit verzoek niet is gespecificeerd en evenmin onderbouwd.

4.DE BESLISSING

Het gerecht:
beëindigt het gezamenlijk gezag van de ouders, [naam vader] en [naam moeder], over de minderjarigen:
[naam minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] in Aruba, en
[naam minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] in Aruba,
bepaalt dat de vader voortaan alleen het gezag toekomt over de minderjarigen
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, ter zitting van 25 april 2017 in aanwezigheid van de griffier. Bij ontstentenis van mr. Engelbrecht is deze beschikking gegeven door mr. P.A.H. Lemaire, rechter.