In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 25 april 2017 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van het ouderlijk gezag. De vader, verzoeker, heeft verzocht om het gezamenlijk gezag met de moeder, verweerder, te beëindigen en hem alleen het gezag over de minderjarigen toe te kennen. De moeder, die in Nederland woont, is niet verschenen op de zitting, ondanks dat zij correct was opgeroepen. De eerdere procedure, die begon met een tussenbeschikking op 24 november 2015, had al geleid tot een verzoek aan de Voogdijraad om onderzoek te doen naar de sociale omstandigheden van de partijen. De vader heeft in de zitting aangevoerd dat hij al meer dan twee jaar de zorg voor de minderjarigen op zich neemt, terwijl de moeder in het buitenland verblijft en niet meewerkt aan belangrijke zaken zoals de aanvraag van paspoorten voor de kinderen.
Het gerecht heeft vastgesteld dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden die het beëindigen van het gezamenlijk gezag rechtvaardigen. De communicatie tussen de ouders is ernstig verstoord, wat het in het belang van de kinderen onmogelijk maakt om gezamenlijk beslissingen te nemen. De Voogdijraad heeft in haar rapport bevestigd dat de ontwikkeling van de minderjarigen in gevaar komt als het gezamenlijk gezag wordt voortgezet. Gezien deze omstandigheden heeft het gerecht besloten dat het in het belang van de minderjarigen is dat de vader voortaan alleen het gezag over hen uitoefent. Het verzoek van de vader om alimentatie werd afgewezen, omdat dit niet gespecificeerd of onderbouwd was. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.