In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 19 april 2017 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een werknemer, eiseres, en haar werkgever, Excelsior Casino N.V. Eiseres, werkzaam als waitress, was op 16 augustus 2015 in dienst getreden bij Excelsior. Op 19 januari 2017 werd zij voor onbepaalde tijd geschorst met behoud van loon, naar aanleiding van een incident op de werkvloer. Eiseres heeft Excelsior bij brief van 24 februari 2017 gesommeerd om de schorsing te beëindigen en haar weer toe te laten tot het werk. Excelsior heeft echter op 4 april 2017 een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ingediend.
Eiseres vorderde in kort geding dat het gerecht Excelsior zou veroordelen om haar binnen 48 uur na betekening van het vonnis weer toe te laten tot haar werkzaamheden, en dat Excelsior een dwangsom zou betalen bij niet-naleving. Excelsior voerde verweer en stelde dat er geen vruchtbare samenwerking meer mogelijk was en dat de sfeer op het werk verbeterd was zonder eiseres.
Het gerecht oordeelde dat eiseres voldoende spoedeisend belang had bij haar vordering, omdat zij inkomsten misliep door de schorsing. Het gerecht concludeerde dat Excelsior niet als een goed werkgever had gehandeld door eiseres niet te horen in het onderzoek naar het incident en de schorsing onnodig lang voort te laten duren. Het gerecht heeft de vordering tot wedertewerkstelling toegewezen, maar de vordering tot vergoeding van gemiste fooien afgewezen. Excelsior werd veroordeeld in de proceskosten van eiseres.