ECLI:NL:OGEAA:2017:281
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Civiele procedure over niet-ontvankelijkheid van schadevordering na cessie en procesrisico
In deze civiele procedure, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiseres een schadevordering ingediend tegen de naamloze vennootschap ENNIA CARIBE SCHADE N.V. ter zake van schade als gevolg van een verkeersongeval op 17 maart 2008. Eiseres heeft deze vordering op 28 maart 2008 gecedeerd aan een derde partij. In een eerder vonnis in kort geding is bepaald dat de schade-uitkeringen van ENNIA aan eiseres konden plaatsvinden, maar in een bodemprocedure is de cessie later vernietigd. Eiseres heeft op 29 oktober 2013 executoriaal derdenbeslag gelegd onder ENNIA, maar ENNIA heeft verklaard dat er geen rechtsverhouding bestaat met de derde partij waar eiseres op doelt.
Eiseres vordert betaling van de bedragen die de derde partij aan haar verschuldigd zou zijn, maar ENNIA beroept zich op niet-ontvankelijkheid van eiseres, omdat de termijn voor betwisting volgens de wet is overschreden. Het Gerecht oordeelt dat het verweer van ENNIA slaagt, aangezien eiseres niet voldoende heeft onderbouwd waarom zij de termijnoverschrijding niet in acht heeft genomen. Het Gerecht wijst de vorderingen van eiseres af, maar verleent haar wel gratis admissie op basis van een bewijs van onvermogen. Eiseres wordt in de proceskosten veroordeeld, maar het Gerecht overweegt om de kosten voor rekening van haar advocaat te brengen, omdat deze eiseres aan een groot procesrisico heeft blootgesteld door de procedure aanhangig te maken zonder kans van slagen.
De uitspraak is gedaan op 19 april 2017 door rechter J. Sap, en de beslissing over de proceskosten wordt aangehouden.