ECLI:NL:OGEAA:2017:269
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot betaling van een geldlening zonder bewijs
In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, vorderde eiser E* betaling van Afl. 19.100,00 vermeerderd met buitengerechtelijke kosten van gedaagde G*. E* stelde dat hij G* Afl. 25.000,00 had geleend en dat er een rente van 20% per maand was overeengekomen. Tijdens de procedure werd E* opgedragen bewijs te leveren van de geldlening. E* bracht twee documenten in het geding, maar het Gerecht oordeelde dat deze documenten geen bewijs van de geldlening opleverden. E* verklaarde dat zijn administratie was gestolen, maar kon geen overtuigend bewijs overleggen dat G* daadwerkelijk geld had geleend.
Het Gerecht merkte op dat het eerste document een handgeschreven overzicht was zonder enige bevestiging van G* en dat het tweede document onduidelijk was over de aard van de betalingen. Bovendien werd opgemerkt dat E* mogelijk zonder vergunning geld uitleende aan derden, wat zou kunnen wijzen op ongeoorloofde woekerpraktijken in strijd met het Burgerlijk Wetboek. Uiteindelijk leidde dit alles tot de conclusie dat de vorderingen van E* werden afgewezen, en hij werd veroordeeld in de kosten van de procedure.
De uitspraak werd gedaan op 12 april 2017 door rechter mr. J. Sap, en de kosten werden begroot op Afl. 3.750,00 aan salaris van de gemachtigde van G*. De kostenveroordeling werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.