ECLI:NL:OGEAA:2017:260

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
11 april 2017
Publicatiedatum
18 april 2017
Zaaknummer
E.J. 3000 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van beroep tegen uitspraak Huurcommissie

In deze zaak heeft [X] op 5 december 2016 beroep ingesteld tegen een uitspraak van de Huurcommissie, gedateerd 7 november 2016. Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft onderzocht of [X] ontvankelijk is in zijn beroep, aangezien de beroepstermijn van veertien dagen na de mededeling van de uitspraak verstreken was. De uitspraak van de Huurcommissie was op 27 oktober 2016 gedaan en de kennisgeving daarvan was op 7 november 2016 verzonden. De termijn liep tot en met 21 november 2016, maar [X] heeft pas op 6 december 2016 beroep ingesteld. Het Gerecht heeft vastgesteld dat [X] geacht moet worden kennis te hebben van de trage postbezorging in Aruba en dat hij zelf had moeten informeren naar de beslissing van de Huurcommissie. Hierdoor is [X] niet ontvankelijk verklaard in zijn verzoek. De proceskosten aan de zijde van [Y] zijn begroot op nihil, aangezien [Y] de procedure in eigen hand heeft gehouden. De beschikking is gegeven op 11 april 2017 door mr. J. Sap en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

Beschikking van 11 april 2017 (bij vervroeging)
Behorend bij E.J. 3000 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[X],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [X],
gemachtigde: advocaat mr. A. de Bie,
tegen:
[Y],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [Y],
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift;
- de overgelegde aantekeningen ter zitting van [X];
- de behandeling ter zitting van 14 maart 2017 en de daarvan gemaakte aantekeningen van de griffier.
De beschikking is bij vervroeging gesteld op heden.

2.DE ONTVANKELIJKHEID

2.1 [
X] is bij beroepschrift van 5 december 2016, bij het Gerecht binnen gekomen op 6 december 2016, in beroep gekomen van een uitspraak van de Huurcommissie, gedateerd 7 november 2016. Omdat in art. 5 van de Huurcommissieverordening is bepaald dat van de uitspraak van de huurcommissie beroep bij het Gerecht open staat gedurende veertien dagen na de dagtekening van de mededeling van de uitspraak, ziet het Gerecht zich allereerst geplaatst voor de vraag of [X] ontvankelijk is in zijn beroep. Daartoe wordt het volgende overwogen.
2.2
De beroepstermijn tegen de uitspraak van de Huurcommissie is van openbare orde, die door het Gerecht ambtshalve moet worden toegepast. Het Gerecht zal dus moeten onderzoeken of het beroep van [X] ontvankelijk is, ondanks dat [Y] op dat punt geen verweer heeft gevoerd.
2.3
De uitspraak van de Huurcommissie dateert van 27 oktober 2016, die bij brief van 7 november 2016 ter kennis is gebracht van partijen. [X] heeft de enveloppe waarbij de beslissing aan hem is toegestuurd overgelegd, waaruit blijkt dat die op 16 november ter post is bezorgd. Op dat moment was de termijn als bedoeld in art. 5 van de huurcommissieverordening nog niet verstreken, nu die liep tot en met 21 november 2016. Hoewel het Gerecht de dagtekening van de kennisgeving van de beslissing van 27 oktober 2016 niet zonder meer als doorslaggevend beschouwd, nu deze pas 9 dagen later ter post is bezorgd, moet 16 november 2016 wel als kenbaar moment van kennisgeving worden beschouwd. Dat betekent dat de beroepstermijn liep tot en met 30 november 2016, zijnde een moment gelegen na de dag waarop [X] stelt de beschikking te hebben ontvangen, te weten 23 november 2016. [X] heeft er geen verklaring voor gegeven waarom hij eerst op 6 december 2016 beroep heeft ingesteld, anders dan dat hij is uitgegaan van de datum van ontvangst van de uitspraak van de Huurcommissie. In dat geval liep de termijn tot en met 6 december 2016. Het Gerecht constateert echter dat art. 5 van de Huurcommissieverordening niet uitgaat van de ontvangsttheorie.
2.4
Nu [X] geacht wordt kennis te hebben van de trage postbezorging in Aruba en hij in staat moet zijn geweest zelf te informeren naar de beslissing van de Huurcommissie, is er geen reden om hem op dat punt verder tegemoet te komen. Bovendien had hij aanstonds na ontvangst van de uitspraak beroep kunnen instellen, maar ook dat heeft hij nagelaten. Dit betekent dat [X] niet ontvankelijk moet worden verklaard. Aan een inhoudelijke beoordeling van het verzoek komt het Gerecht dan niet toe.
2.5 [
X] zal in de proceskosten worden veroordeeld, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [Y] begroot op nihil, nu hij de procesvoering in eigen hand heeft gehouden.

3.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
verklaart [X] niet ontvankelijk in zijn verzoek;
veroordeelt [X] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van [Y] worden begroot op nihil.
Deze beschikking is gegeven door mr. J. Sap, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 11 april 2017 in aanwezigheid van de griffier.