ECLI:NL:OGEAA:2017:244

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
5 april 2017
Publicatiedatum
6 april 2017
Zaaknummer
AR no. 2839 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Civiele procedure over bewijslevering en getuigenverhoor in geschil tussen twee naamloze vennootschappen

In deze civiele procedure, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is een tussenvonnis uitgesproken op 5 april 2017 in de zaak tussen de naamloze vennootschap BHARTA N.V. (eiseres) en NEW MILLENIUM TELECOM SERVICES N.V. (gedaagde). Eiseres, vertegenwoordigd door mr. B.M. de Sousa, heeft verzocht om drie getuigen te horen in het kader van bewijslevering. Gedaagde, vertegenwoordigd door mrs. J.M. de Cuba en D.W. Ormel, heeft bezwaar gemaakt tegen het horen van deze getuigen, met de argumentatie dat deze getuigen als partijgetuigen moeten worden aangemerkt en dat eiseres niet heeft onderbouwd waarom het horen van deze getuigen noodzakelijk is. Gedaagde heeft bovendien gesteld dat het horen van deze getuigen in strijd is met de goede procesorde, omdat dit gevolgen kan hebben voor de proceskostenveroordeling.

De rechter heeft besloten dat de heer [getuige 3] niet als getuige zal worden gehoord, omdat hij als partijgetuige wordt aangemerkt en eiseres niet heeft aangetoond dat het horen van deze getuige noodzakelijk is voor een eerlijke procesgang. De overige twee getuigen zullen wel worden gehoord. De rechter heeft tevens bepaald dat de partij die verhinderd is om op de vastgestelde datum te verschijnen, binnen veertien dagen na het wijzen van het vonnis een verzoek om uitstel moet indienen, met opgave van redenen en verhinderdata.

Het vonnis concludeert met de beslissing dat het verhoor van de getuigen zal plaatsvinden op 5 mei 2017 van 14:00 tot 16:00 uur in het gerechtsgebouw te Oranjestad. Verdere beslissingen zijn aangehouden.

Uitspraak

Vonnis van 5 april 2017
Behorend bij AR no. 2839 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de zaak van:
de naamloze vennootschap
BHARTA N.V.,
gevestigd in Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: “Bharta”,
gemachtigde: mr. B.M. de Sousa,
tegen:
de naamloze vennootschap
NEW MILLENIUM TELECOM SERVICES N.V.,
gevestigd in Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: “Digicel”,
gemachtigden: mrs. J.M. de Cuba en D.W. Ormel.

1.DE VERDERE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure tot en met 14 december 2016 blijkt uit het tussenvonnis van die datum. Partijen hebben daarna aktes gewisseld.
1.2
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
Bharta heeft bij akte verzocht om drie getuigen te doen horen, te weten: [getuige 1], [getuige 2] en [getuige 3]. Digicel heeft bezwaar gemaakt tegen het horen van deze getuigen omdat deze personen zijn aan te merken als partijgetuigen, terwijl Bharta heeft nagelaten om aan te geven waarom het nodig is om deze drie getuigen te horen, waarbij het volgens Digicel meer voor de hand had gelegen om onderbouwende berekeningen in het geding te brengen. Digicel acht het horen van deze getuigen in strijd met de goede procesorde, omdat het horen van deze getuigen gevolgen heeft voor de hoogte van de mogelijke proceskostenveroordeling.
2.2
Bharta zal vooralsnog niet in de gelegenheid gesteld worden om de heer [getuige 3] als getuige te horen, omdat - ervan uitgaande dat de heer [getuige 3] inderdaad statutair directeur is van Bharta – als een partijgetuige aangemerkt dient te worden en Bharta niet heeft gesteld dat het horen van deze getuige uit een oogpunt van gelijkheid van partijen geboden is. [getuige 2] zal wel in de gelegenheid gesteld worden om de overige twee getuigen te horen, nu de rechter niet vooruit mag lopen op het resultaat van de bewijslevering. Indien de heer [getuige 3] toch geen statutair directeur van [getuige 2] is, dan kan [getuige 2] hiervan melding maken ter gelegenheid van de enquête.
2.3
De partij die is verhinderd om op de hierna te bepalen datum en tijdstip te verschijnen, dient binnen veertien dagen na het wijzen van dit vonnis per brief aan de rechter ten overstaan van wie het getuigenverhoor zal plaatsvinden onder opgave van redenen een verzoek om uitstel in te dienen. Bij het verzoek om uitstel dienen tevens de verhinderdata te worden opgegeven van alle partijen en hun gemachtigden gedurende de drie maanden na onderstaande dagbepaling. Indien niet binnen veertien dagen na het wijzen van dit vonnis om uitstel is verzocht, zal nog slechts uitstel worden verleend in geval van overmacht. In dat geval moet de partij die wegens overmacht is verhinderd te verschijnen, onmiddellijk na het intreden van die overmacht per brief aan ondergetekende rechter een verzoek om uitstel doen.
2.4
Iedere verdere beslissing zal aangehouden worden.

3.DE BESLISSING

Het Gerecht,
3.1
laat [getuige 2] toe door middel van voornoemde twee getuigen bewijs te leveren van haar stelling dat het door de betreffende airco veroorzaakte stroomverbruik over de periode van januari 2010 tot en met januari 2015 uitkomt op Afl. 92.871,40;
3.2
bepaalt dat het verhoor zal plaatsvinden op de terechtzitting van vrijdag 5 mei 2017 van 14:00 tot 16:00 uur in het gerechtsgebouw aan de J.G. Emanstraat nr. 51 te Oranjestad;
3.3
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Schoemaker, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 5 april 2017 in aanwezigheid van de griffier.