ECLI:NL:OGEAA:2017:244
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Civiele procedure over bewijslevering en getuigenverhoor in geschil tussen twee naamloze vennootschappen
In deze civiele procedure, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is een tussenvonnis uitgesproken op 5 april 2017 in de zaak tussen de naamloze vennootschap BHARTA N.V. (eiseres) en NEW MILLENIUM TELECOM SERVICES N.V. (gedaagde). Eiseres, vertegenwoordigd door mr. B.M. de Sousa, heeft verzocht om drie getuigen te horen in het kader van bewijslevering. Gedaagde, vertegenwoordigd door mrs. J.M. de Cuba en D.W. Ormel, heeft bezwaar gemaakt tegen het horen van deze getuigen, met de argumentatie dat deze getuigen als partijgetuigen moeten worden aangemerkt en dat eiseres niet heeft onderbouwd waarom het horen van deze getuigen noodzakelijk is. Gedaagde heeft bovendien gesteld dat het horen van deze getuigen in strijd is met de goede procesorde, omdat dit gevolgen kan hebben voor de proceskostenveroordeling.
De rechter heeft besloten dat de heer [getuige 3] niet als getuige zal worden gehoord, omdat hij als partijgetuige wordt aangemerkt en eiseres niet heeft aangetoond dat het horen van deze getuige noodzakelijk is voor een eerlijke procesgang. De overige twee getuigen zullen wel worden gehoord. De rechter heeft tevens bepaald dat de partij die verhinderd is om op de vastgestelde datum te verschijnen, binnen veertien dagen na het wijzen van het vonnis een verzoek om uitstel moet indienen, met opgave van redenen en verhinderdata.
Het vonnis concludeert met de beslissing dat het verhoor van de getuigen zal plaatsvinden op 5 mei 2017 van 14:00 tot 16:00 uur in het gerechtsgebouw te Oranjestad. Verdere beslissingen zijn aangehouden.