ECLI:NL:OGEAA:2017:222

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
23 maart 2017
Publicatiedatum
3 april 2017
Zaaknummer
AUA201600190, AUA201600191
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verzuimboeten opgelegd door de Inspecteur der Belastingen wegens niet tijdig indienen van aangiften winstbelasting

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan op het beroep van N.V. tegen de verzuimboeten die zijn opgelegd door de Inspecteur der Belastingen. De verzuimboeten zijn opgelegd wegens het niet tijdig indienen van de aangiften winstbelasting voor de jaren 2010 en 2011. De Inspecteur had gelijktijdig met de definitieve aanslagen winstbelasting verzuimboeten opgelegd van Afl. 250 per jaar. N.V. heeft bezwaar gemaakt tegen deze boetes, maar de Inspecteur heeft deze bezwaren afgewezen. N.V. is vervolgens in beroep gegaan tegen deze afwijzing. Tijdens de zitting op 9 maart 2017 was de Inspecteur vertegenwoordigd, maar N.V. was niet aanwezig. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de uitnodiging voor de zitting op de juiste wijze was verzonden en dat N.V. op de hoogte was van de zitting. Het Gerecht oordeelt dat de Inspecteur terecht de verzuimboeten heeft opgelegd, aangezien de aangiften buiten de wettelijke termijn zijn ingediend. N.V. heeft niet kunnen aantonen dat er sprake was van afwezigheid van alle schuld. De boete is passend en geboden, en het beroep van N.V. is ongegrond verklaard. De uitspraak is gedaan door rechter D.J. Jansen en werd uitgesproken op 23 maart 2017.

Uitspraak

Uitspraak van 23 maart 2017
BBZ nrs. AUA201600190, AUA201600191
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening beroep in belastingzaken van:
[ X ] N.V.,gevestigd in Aruba,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Aruba,
de Inspecteur,

1.PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende zijn voor de jaren 2010 en 2011 met dagtekening 31 december 2014 (2010) en 31 december 2015 (2011) aanslagen in de winstbelasting opgelegd. Voor beide jaren is de te betalen belasting vastgesteld op nihil. Gelijktijdig met de aanslagen is voor elk jaar afzonderlijk een verzuimboete opgelegd van Afl. 250.
1.2
Belanghebbende is op 16 december 2014 (2010) en 14 december 2015 (2011) in bezwaar gekomen tegen de boete.
1.3
De Inspecteur heeft op 19 augustus 2016 uitspraken op bezwaar gedaan en het bezwaar afgewezen.
1.4
Belanghebbende is tegen de uitspraken op bezwaar op 11 oktober 2016 tijdig in beroep gekomen. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
1.5
Ter zake van de indiening van het beroepschrift heeft belanghebbende een bedrag van Afl. 150,- aan griffierecht voldaan.
1.6
De zaken zijn behandeld ter zitting van 9 maart 2017 te Oranjestad waarbij, namens de Inspecteur, is verschenen [ mr. B ]. Namens belanghebbende is zonder bericht niemand verschenen.
1.7
De uitnodiging voor de mondelinge behandeling van de zaken is op 26 januari 2017 via e-mail naar de directeur van belanghebbende gestuurd. Deze heeft de ontvangst van de uitnodiging bevestigd. Een afschrift van de verzonden e-mail en de ontvangstbevestiging behoren tot de gedingstukken. Het Gerecht leidt hieruit af dat de uitnodiging voor de mondelinge behandeling op de juiste wijze heeft plaatsgevonden.

2.BEOORDELING VAN HET BEROEP

2.1
De Inspecteur heeft gelijktijdig met de definitieve aanslagen winstbelasting voor onderhavige jaren verzuimboeten opgelegd. De boeten zijn opgelegd wegens het niet tijdig indienen van de aangiften winstbelasting. Belanghebbende bestrijdt niet dat de aangiften te laat zijn ingediend maar stelt dat zij niet over de geldmiddelen beschikte om het administratiekantoor te betalen voor de jaarrekeningen die benodigd waren voor het doen van de aangifte. Volgens belanghebbende moeten de boeten daarom vervallen.
2.2
Het Gerecht is van oordeel dat nu de aangiften buiten de wettelijke termijn zijn ingediend de Inspecteur terecht een verzuimboete heeft opgelegd. Hetgeen belanghebbende heeft aangevoerd leidt niet tot een te honoreren beroep op afwezigheid van alle schuld (avas). Ingevolge artikel 54 van de Algemene landsverordening belastingen in samenhang met § 21, lid 3 van het Boetebeleid Belastingdienst Aruba bedraagt de minimale boete Afl. 250. De verzuimboete is bedoeld om de belastingplichtige, die te laat aangifte heeft gedaan, zoals belanghebbende, in te scherpen dat zij haar administratieve verplichtingen volledig behoort na te komen. Het Gerecht acht die boete passend en geboden. Belanghebbendes beroep tegen de boete is ongegrond.

3.BESLISSING

Het Gerecht:
- verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gegeven door mr. D.J. Jansen, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 maart 2017, in tegenwoordigheid van de griffier M.M.M. Faro MSc.
De griffier, De rechter,
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof (art. 17b Landsverordening beroep in belastingzaken).
Het hoger beroep wordt ingesteld binnen twee maanden na de dag van de toezending van de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg overeenkomstig artikel 14, derde lid. De instelling van het hoger beroep geschiedt door indiening dan wel toezending naar de griffie van het Gerecht van een aan het Hof gericht beroepschrift (art. 17c Landsverordening beroep in belastingzaken).