ECLI:NL:OGEAA:2017:209

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
29 maart 2017
Publicatiedatum
3 april 2017
Zaaknummer
A.R. 2034 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling en buitengerechtelijke kosten in civiele procedure

In deze civiele procedure, aangespannen door de naamloze vennootschap Island Finance Aruba N.V. tegen een gedaagde partij, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 29 maart 2017 uitspraak gedaan. Island Finance heeft geld uitgeleend aan de gedaagde, die in gebreke is gebleven met de terugbetaling. Dit leidde tot een beslaglegging onder de werkgever van de gedaagde en de start van de onderhavige procedure. Tijdens de rechtsgang heeft de gedaagde zich verzet tegen de hoogte van het gevorderde bedrag, maar heeft uiteindelijk haar bezwaren prijsgegeven door zich te refereren aan het oordeel van het Gerecht.

Het Gerecht heeft vastgesteld dat de vordering van Island Finance opeisbaar is en dat de gedaagde in gebreke is met haar verbintenissen. De vordering is toegewezen, inclusief de gevorderde buitengerechtelijke kosten tot een bedrag van Afl. 1.500,-. De gedaagde is veroordeeld tot betaling van Afl. 12.490,54 aan Island Finance, vermeerderd met contractuele rente en wettelijke rente. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op Afl. 750,- aan griffierecht, Afl. 845,11 aan explootkosten en Afl. 3.500,- aan salaris van de gemachtigde.

De uitspraak is gedaan door mr. J. Sap en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

Vonnis van 29 maart 2017
Behorend bij A.R. 2034 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
ISLAND FINANCE ARUBA N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Island Finance,
gemachtigde: advocaat mr. M.E.D. Brown,
tegen:
GEDAAGDE,
te Aruba,
hierna ook te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: advocaat mr. E.E. Rosenstand.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het rolbeschikking van 26 oktober 2016;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de comparitie van partijen op 5 december 2016;
- de akte van Island Finance van 11 januari 2017;
- de mondelinge referte van [gedaagde] van 15 februari 2017.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.HET GESCHIL EN DE BEOORDELING DAARVAN

2.1
Island Finance heeft geld uitgeleend aan [gedaagde]. Met de terugbetaling daarvan is zij in gebreke gebleven. Hierop heeft Island Finance beslag doen leggen onder de werkgever van [gedaagde] en onderhavige procedure gestart.
2.2
Omdat [gedaagde] bij verweer zich verzet had tegen de hoogte van het door Island Finance gevorderde bedrag, heeft deze dat bij akte nader uiteengezet. Hierop heeft [gedaagde] zich gerefereerd, waaruit het Gerecht afleidt dat zij haar bezwaren op dat punt prijsgeeft. De vordering van Island Finance is opeisbaar en [gedaagde] is ook ingebreke met in de nakoming van haar verbintenissen. De vordering is dan ook in na te melden zin toewijsbaar.
2.3
De door Island Finance gevorderde buitengerechtelijke kosten zullen worden toegewezen tot Afl. 1.500,- (1,5 maal het bedrag per punt gemachtigdensalaris), nu niet is gebleken dat toewijzing voor meer dan dit bedrag redelijk is.
2.4
[gedaagde] zal worden veroordeeld in de proceskosten, waaronder die van het beslag.

3.DE UITSPRAAK

het Gerecht:
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Island Finance van een bedrag van Afl. 12.490,54, te vermeerderen met de contractuele rente van 1,4% per maand vanaf 31 mei 2013 tot een maximum van Afl. 10.426,45 en na het bereiken van dit maximum te vermeerderen met de wettelijke rente, steeds over het saldo van de dan openstaande hoofdsom tot de dag waarop volledig zal zijn betaald;
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Island Finance van een bedrag van Afl. 1.500,- wegens buitengerechtelijke kosten;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Island Finance worden begroot op Afl. 750,- aan griffierecht, Afl. 845,11 aan explootkosten en Afl. 3.500,- (3,5 punten) aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 29 maart 2017 in aanwezigheid van de griffier.