ECLI:NL:OGEAA:2017:207

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
29 maart 2017
Publicatiedatum
3 april 2017
Zaaknummer
A.R. 1490 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake huurachterstand en buitengerechtelijke incassokosten tussen stichting en gedaagde

In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de stichting FUNDACION CAS PA COMINIDAD ARUBANO (hierna: FCCA) een vordering ingesteld tegen een gedaagde die een woning huurt van FCCA. De huurprijs bedraagt AWG 665,00 per maand, en de gedaagde had per 1 juni 2016 een achterstand van AWG 5.367,20. Ondanks een betalingsregeling heeft de gedaagde niet aan haar verplichtingen voldaan. Op 10 augustus 2016 heeft de gedaagde een bedrag van Afl. 5.000,00 afgelost, maar de achterstand bleef bestaan. FCCA vorderde uiteindelijk de betaling van de achterstallige huur, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten.

De gedaagde betwistte de verschuldigdheid van de incassokosten en de rente. Het gerecht oordeelde dat de gevorderde hoofdsom niet langer ter discussie stond en deze werd toegewezen. Wat betreft de buitengerechtelijke incassokosten, oordeelde het gerecht dat FCCA voldoende had aangetoond dat deze kosten redelijk waren, gezien de huurachterstand en de pogingen om het bedrag buiten rechte te innen. De wettelijke rente werd toegewezen vanaf de dag van indiening van het verzoekschrift tot de dag der voldoening.

In de beslissing werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van de hoofdsom, de buitengerechtelijke incassokosten, en de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken op 29 maart 2017 door rechter Y.M. Vanwersch, en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

Vonnis van 29 maart 2017
Behorend bij A.R. 1490 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de stichting
FUNDACION CAS PA COMINIDAD ARUBANO
gevestigd te Aruba,
eiseres, hierna ook te noemen: FCCA,
gemachtigde: de advocaat mr. W.G.T.M. Kloes,
tegen:
GEDAAGDE,
wonende te Aruba,
gedaagde, hierna ook te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon.

1.HET VERDERE VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Dit blijkt uit de navolgende stukken:
  • het comparitievonnis d.d. 21 september 2016;
  • de brief d.d. 11 oktober 2016 aan de zijde van FCCA met producties;
  • de aantekeningen van de comparitie na antwoord op 13 oktober 2016;
  • de akte uitlating aan de zijde van FCCA’
  • de antwoordakte.
De zaak is hierna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE FEITEN

2.1
[gedaagde] huurt van FCCA een woning gelegen aan de [adres] te Aruba. De huurprijs bedraagt AWG 665,00 per maand, bij vooruitbetaling te voldoen.
2.2
Per 1 juni 2016 was [gedaagde] een bedrag ad AWG 5.367, 20 achterstallig. De overeengekomen betalingsregeling is zij niet correct nagekomen.
2.3
Op 10 augustus 2016 heeft [gedaagde] een bedrag ad Afl. 5.000,00 in eens afgelost.
2.4
De achterstand op 11 oktober 2016 bedroeg Afl. 215,00.

3.DE VORDERING EN HET VERWEER

3.1
FCCA vordert - na wijziging van eis ter comparitie na antwoord - [gedaagde] te veroordelen te betalen een hoofdsom ad Afl. 215,00, te vermeerderen met rente en incassokosten over Afl. 5.367,20 en de proceskosten.
3.2
[gedaagde] betwist de verschuldigdheid van de incassokosten en de rente.

4.DE BEOORDELING

4.1
De gevorderde (restant) hoofdsom staat niet langer ter discussie, zodat deze toegewezen wordt. De gevorderde huurpenningen worden toegewezen voor zover deze achterstallig zouden kunnen zijn. Voor zo ver [gedaagde] deze reeds voldaan mocht hebben, strekken deze betalingen in mindering.
4.2
Tussen partijen is de verschuldigdheid van rente en incassokosten in geschil.
4.3
Wat betreft de buitengerechtelijke incassokosten wordt als volgt overwogen. Op grond van het Procesreglement 2016 worden buitengerechtelijke kosten toegewezen, indien voldoende gesteld en gebleken is dat daadwerkelijk en in redelijkheid buitengerechtelijke incassokosten zijn gemaakt. Op het moment van het indienen van het onderhavige verzoekschrift was er sprake van een huurachterstand van ruim AWG 5.000,00. FCCA heeft getracht dit bedrag buiten rechte te innen, doch tevergeefs. Eerst na het indienen van het verzoekschrift heeft [gedaagde] het grootste deel van haar achterstand ingelopen. In het licht hiervan acht het gerecht toewijzing van de buitengerechtelijke incassokosten conform deel G sub III van het Procesreglement 2016 op zijn plaats. Dit komt neer op 1,5 punt van het tarief van groep 3, in totaal AWG 750,00.
4.4
De wettelijke rente is toewijsbaar vanaf de dag van indiening van het verzoekschrift zijnde 22 juni 2016 tot de dag der voldoening.
4.5
De proceskosten worden toegewezen op basis van 3 punten van liquidatietarief 3, zijnde AWG 500,00 per punt.

5.DE BESLISSING

het gerecht:
5.1
veroordeelt [gedaagde] te betalen aan FCCA een hoofdsom ad AWG 215,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 juni 2016 tot de dag der voldoening en -vermeerderd met de huur ad AWG 665,00 over de maanden november 2016 tot en met maart 2017, voor het geval [gedaagde] deze huurtermijnen niet betaald mocht hebben;
5.2
veroordeelt [gedaagde] te betalen aan FCCA de buitengerechtelijke incassokosten ad AWG 750,00;
5.3
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure, aan de zijde van FCCA begroot op AWG 1.350,00 griffierecht, AGW 221,07 explootkosten en AWG 1.500,00 voor salaris gemachtigde.
5.4
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
5.5
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.M. Vanwersch rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 29 maart 2017 in aanwezigheid van de griffier.