In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, hebben verzoeksters, werkzaam als massage therapeuten bij Hyatt, een verzoek ingediend tegen hun werkgever over de eenzijdige wijziging van de grondslag voor de berekening van hun commissie. De verzoeksters, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. D. Canwood, vorderen onder andere dat de wijziging nietig wordt verklaard en dat Hyatt hen de commissie betaalt op basis van de oorspronkelijke menu-prijzen zonder aftrek van kortingen. Hyatt, vertegenwoordigd door mr. A.E. Barrios, voert verweer en stelt dat de verzoeksters niet-ontvankelijk moeten worden verklaard.
Tijdens de zitting op 10 januari 2017 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de verzoeksters in loondienst zijn getreden bij Hyatt en dat zij recht hebben op een commissie die is berekend op basis van de menu-prijzen. Hyatt heeft de grondslag voor de commissie eenzijdig gewijzigd, wat door het Gerecht niet wordt erkend. Het Gerecht oordeelt dat de verzoeksters gerechtvaardigd hebben vertrouwd op de eerdere afspraken over de commissie.
De vorderingen van de verzoeksters worden gedeeltelijk toegewezen. Het Gerecht veroordeelt Hyatt tot betaling van de achterstallige commissie, vermeerderd met een gematigde wettelijke verhoging en wettelijke rente. De vordering tot nietigverklaring van de wijziging wordt afgewezen, omdat de verzoeksters geen zelfstandig belang meer hebben bij deze vordering. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is uitgesproken op 21 maart 2017 door mr. A.H.M. van de Leur.