ECLI:NL:OGEAA:2017:18
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- W.J. Noordhuizen
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst met werknemer op basis van bedrijfseconomische redenen
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 10 januari 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen de naamloze vennootschap Louis Vuitton (Aruba) N.V. en een werkneemster, aangeduid als G*. Louis Vuitton verzocht om de arbeidsovereenkomst met G* te ontbinden op basis van bedrijfseconomische redenen, omdat de verkoopcijfers van de winkel achterbleven bij de doelstellingen die door de moederorganisatie waren opgelegd. G* was sinds 21 augustus 2007 in dienst en was een van de drie werknemers die het meest achterbleven bij hun omzetdoelstellingen. De Directeur van de Directie Arbeid en Onderzoek had eerder toestemming voor het ontslag geweigerd, omdat Louis Vuitton niet had aangetoond in een zwakke financiële positie te verkeren.
Tijdens de procedure heeft Louis Vuitton betoogd dat de arbeidsovereenkomst met G* moest eindigen vanwege de noodzaak om kosten te besparen. G* voerde verweer en stelde dat Louis Vuitton onvoldoende had aangetoond dat er sprake was van een noodzaak tot beëindiging van haar dienstverband. Het gerecht oordeelde dat Louis Vuitton niet voldoende had onderbouwd dat de arbeidsovereenkomst met G* billijkheidshalve moest eindigen. Het gerecht wees erop dat Louis Vuitton niet had aangetoond dat G* tijdig op de hoogte was gesteld van de gevolgen van haar verkoopprestaties en dat zij niet had aangetoond dat G* recentelijk was begeleid bij het verbeteren van haar prestaties.
Uiteindelijk heeft het gerecht het verzoek van Louis Vuitton afgewezen en de vennootschap veroordeeld in de proceskosten van G*. De rechter benadrukte dat G* bereid was om te overleggen over een gedeeltelijk prestatiegebonden salaris en werktijdverkorting, wat aantoont dat zij niet halsstarrig vasthield aan haar rechten. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.