In deze zaak heeft E* een verzoek ingediend tot ontbinding van haar arbeidsovereenkomst met Aruba Handelmaatschappij N.V. (ATC) op grond van gewichtige redenen. E* was sinds 9 januari 1998 in dienst bij ATC en werkte als kassier. Door gezondheidsproblemen en een wijziging in de bedrijfsvoering van ATC, waarbij de winkel werd gesloten, ontstond er een conflict. E* weigerde een aanbod om bij een andere vennootschap, Burger King, te werken, wat leidde tot een waarschuwing van ATC. ATC heeft vervolgens een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ingediend, maar dit verzoek werd ingetrokken.
E* verzocht de rechter om haar toestemming te geven om kosteloos te procederen en om de arbeidsovereenkomst met ATC te ontbinden, met een vergoeding voor de geleden schade. ATC voerde verweer en stelde dat er alternatieve functies beschikbaar waren, maar het gerecht oordeelde dat deze functies niet redelijk waren gezien de omstandigheden van E*. Het gerecht concludeerde dat ATC de arbeidsrelatie onder druk had gezet, wat leidde tot gewijzigde omstandigheden die ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigden.
De rechter verleende E* toestemming om kosteloos te procederen en ontbond de arbeidsovereenkomst met ingang van 1 februari 2017, met toekenning van een vergoeding van Afl. 60.000,- aan E*, te betalen door ATC. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg. De beschikking werd uitgesproken op 10 januari 2017 door rechter W.J. Noordhuizen.