ECLI:NL:OGEAA:2017:161

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
8 maart 2017
Publicatiedatum
10 maart 2017
Zaaknummer
K.G. 247 van 2017
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot doorbetaling van loon en tewerkstelling in kort geding met betrekking tot arbeidsovereenkomst

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, vorderde [X], een werknemer van de stichting FUNDACION CAS PA COMUNIDAD ARUBANO (FCCA), doorbetaling van loon en tewerkstelling. [X] was sinds 1 oktober 1979 in dienst bij FCCA en had op 24 augustus 2015 bericht ontvangen dat zijn arbeidsovereenkomst op 1 oktober 2016 zou eindigen wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. In de aanloop naar deze datum verzocht [X] om verlenging van zijn arbeidsovereenkomst tot hij 65 jaar zou worden. Er vonden gesprekken plaats tussen [X] en FCCA, waarbij concept arbeidsovereenkomsten werden overlegd. Echter, FCCA weigerde uiteindelijk de arbeidsovereenkomst te verlengen en handhaafde de ontslagdatum van 1 oktober 2016.

Tijdens de procedure voerde [X] aan dat er volledige overeenstemming was bereikt over de voortzetting van de arbeidsovereenkomst, terwijl FCCA dit betwistte. FCCA stelde dat de concepten slechts praatstukken waren en dat er geen definitieve instemming van [X] was. Het Gerecht oordeelde dat er te veel onduidelijkheden bestonden over de vraag of er daadwerkelijk overeenstemming was bereikt. Het Gerecht concludeerde dat in kort geding geen plaats was voor nadere bewijslevering en wees de vordering van [X] af. Tevens werd [X] veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de kant van FCCA werden begroot op Afl. 1.500,00 aan salaris van de gemachtigde.

Dit vonnis werd uitgesproken op 8 maart 2017 door mr. J. Sap, rechter, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 8 maart 2017
Behorend bij K.G. 247 van 2017
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[X],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [X],
gemachtigde: advocaat mr. H.G. Figaroa,
tegen:
de stichting
FUNDACION CAS PA COMUNIDAD ARUBANO (FCCA),
te Aruba,
hierna ook te noemen: FCCA,
gemachtigde: advocaat mr. D.G. Kock,

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 8 februari 2017;
- de door beide partijen overgelegde producties;
- de pleitnota van [X];
- de pleitnota van FCCA;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 23 februari 2017.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag vonnis zou worden gewezen.

2.DE FEITEN

2.1[
[X] is sedert 1 oktober 1979 in dienst van FCCA. Op 24 augustus 2015 heeft FCCA aan hem bericht dat zijn arbeidsovereenkomst op 1 oktober 2016 zou eindigen wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. [X] heeft samen met een aantal andere, in dezelfde positie als hij verkerende werknemers aan FCCA verzocht om de arbeidsovereenkomst te verlengen tot het moment waarop hij de leeftijd van 65 jaar zou bereiken. Daarop heeft een aantal gesprekken tussen het bestuur van FCCA en de werknemers, waaronder [X], plaatsgevonden. Tijdens die gesprekken heeft FCCA aan [X] en de andere medewerkers concept arbeidsovereenkomsten overgelegd. Op het tweede overgelegde concept heeft [X] op verschillende punten commentaar geleverd.
2.2[
[X] heeft op 11 augustus 2016 de pensioenverzekeraar Fatum bericht dat hij zijn pensioen wilde uitstellen. FCCA heeft van dat emailbericht een CC ontvangen.
2.3
Op 7 september 2016 heeft FCCA aan [X] bericht dat aan het verzoek van hem tot verlenging van de arbeidsovereenkomst niet kan worden voldaan en handhaaft zij als ontslagdatum 1 oktober 2016. [X] heeft tegen dit besluit geprotesteerd.

3.DE VORDERING

3.1[
[X] vordert, kort gezegd, doorbetaling van loon en tewerkstelling. Hij voert daartoe in essentie aan dat tussen partijen volledige overeenstemming bestond over de voortzetting van de arbeidsovereenkomst en dat FCCA daar niet meer op kan terugkomen.
3.3
FCCA heeft gemotiveerd verweer gevoerd.

4.DE BEOORDELING

4.1
De kern van het geschil wordt gevormd door de vraag of tussen partijen volledige overeenstemming was bereikt over de voortzetting van de arbeidsovereenkomst. Daarover verschillen zij nadrukkelijk van mening. FCCA heeft aangevoerd dat de concept arbeidsovereenkomsten slechts praatstukken waren en dat het bestuur van FCCA ook de Raad van Toezicht bij deze beslissing wilde betrekken. Zij weerspreekt dat van overeenstemming sprake was. [X] heeft volgens haar nooit kenbaar gemaakt dat hij de voortzetting op de aangegeven voorwaarden accepteerde. Het Gerecht overweegt het volgende.
4.2
Het initiatief om de arbeidsovereenkomst te verlengen is uitgegaan van [X]. Dat is ter zitting door hem ook erkend. Kennelijk bestond er bij FCCA geen afwijzende houding ten opzichte van dit voorstel en zijn door het bestuur van FCCA voorstellen gedaan. Dat die aan [X] zijn gegeven om, zoals hij zegt, die te controleren en accorderen, is echter niet gebleken. Desgevraagd hebben partijen meegedeeld dat de concepten tijdens de besprekingen zijn gegeven. Na het eerste concept is voorts geen duidelijke instemming door [X] gegeven. Hij heeft weliswaar gesteld dat hij dat op 11 augustus 2016 telefonisch aan een medewerker van PZ heeft meegedeeld, maar dat wordt door FCCA betwist en onduidelijk is waarom dat dan niet heeft geleid tot een ondertekening van de overeenkomst door [X]. Bovendien is dan ook onduidelijk waarom een vervolgbespreking was gepland op 17 augustus 2016, waarbij FCCA gewijzigde concepten aan (onder andere) [X] heeft gegeven. Dat duidt er op dat van overeenstemming nog geen sprake was, maar partijen met elkaar in gesprek waren over de voorwaarden waarop de verlenging (eventueel) gestalte kon krijgen.
4.3
FCCA heeft voorts nog aangevoerd dat zij de Raad van Toezicht bij dit besluit wilde betrekken. Hoewel dat voor de besluitvorming niet noodzakelijk was, zoals [X] heeft gesteld, is dit bij een ingrijpende afwijking van bestaand beleid (waarvan hier sprake was) niet ongebruikelijk. Niet denkbeeldig is dat die Raad wilde vasthouden aan het bestaande beleid (einde arbeidsovereenkomst bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd), waarna het bestuur zich aan die opvatting heeft geconformeerd. Volgens haar heeft zij dit ook aan [X] meegedeeld, maar die bestrijdt dat.
4.4
Dit alles leidt tot het oordeel dat op dit moment nog teveel onduidelijkheden bestaan over de vraag of tussen partijen al volledige overeenstemming was bereikt. Daarvoor is mogelijk nadere bewijslevering noodzakelijk, waarvoor in kort geding geen plaats is. Gezien deze stand van zaken, moet dat leiden tot afwijzing van de vordering.
4.5
[X] zal in de kosten van het geding worden veroordeeld.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
wijst het gevorderde af;
veroordeelt [X] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van FCCA worden begroot op Afl. 1.500,00 aan salaris van de gemachtigde;
verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 8 maart 2017 in aanwezigheid van de griffier.