Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
3.DE BEOORDELING
lead-supervisor” tegen een maandloon van Afl. 2.050,--. AGS heeft [verzoeker] op 24 november 2015 op staande voet ontslagen (hierna: het ontslag). [verzoeker] heeft bij schrijven van 24 november 2015 de nietigheid ingeroepen van het ontslag en zich bereid verklaard zijn werkzaamheden voor AGS voort te zetten.
anto ki conjo” (vrij vertaald naar het Nederlands: ja en wat nou lul of klootzak), en (3) dat die collega hierop - en dat is niet in geschil tussen partijen - [verzoeker] een klap in zijn gezicht heeft gegeven. Tegen deze vast staande achtergrond stelt AGS dat [verzoeker] zich schuldig heeft gemaakt aan uitlokking van een vechtpartij op de werkvloer van AGS. Met [verzoeker] volgt het Gerecht AGS niet in die stelling. Uit de hiervoor omschreven verbale reactie volgt immers zonder meer niet dat sprake is van de door AGS gestelde uitlokking. Dat had wellicht anders geweest als [verzoeker] naast zijn woorden [de collega] ook op fysieke wijze had bejegend, door hem bijvoorbeeld een zet of duw te geven. Gesteld noch gebleken is echter dat dit het geval is.