ECLI:NL:OGEAA:2017:149

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
7 maart 2017
Publicatiedatum
9 maart 2017
Zaaknummer
EJ nr. 2831 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontheffing van het ouderlijk gezag van de moeder na twee jaar ondertoezichtstelling van de minderjarige

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 7 maart 2017 een beschikking gegeven in het kader van een verzoek van de Voogdijraad. Het verzoek betreft de ontheffing van de moeder van het gezag over haar minderjarige kind, dat sinds 2014 onder toezicht staat. De moeder heeft gedurende de ondertoezichtstelling geen adequate zorg kunnen bieden en heeft geen contact gehad met de gezinsvoogdes in het tweede jaar van de ondertoezichtstelling. De minderjarige is sinds juli 2016 voorlopig geplaatst bij de voorgestelde voogdes, die een goede omgeving biedt voor de ontwikkeling van het kind. De rechter heeft vastgesteld dat de moeder onmachtig is om haar zorgplicht te vervullen en dat het belang van de minderjarige in het geding is. De rechter heeft de ontheffing van het gezag uitgesproken en de voorgestelde voogdes benoemd tot voogdes over de minderjarige. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Beschikking van 7 maart 2017
Behorend bij EJ nr. 2831 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
DE VOOGDIJRAAD,
kantoorhoudend in Aruba,
VERZOEKER,
vertegenwoordigd.
tegen
[de moeder],de moeder,
wonende in Aruba,
VERWEERSTER, hierna:de moeder,
procederend in persoon,
Als belanghebbenden worden aangemerkt:
[de minderjarige],de minderjarige,
[de voorgestelde voogdes],de voorgestelde voogdes
.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 14 november 2016,
  • het minderjarigenverhoor van 23 januari 2017,
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling achter gesloten deuren van 24 januari 2017, waaruit blijkt dat zijn verschenen de moeder en de voorgestelde voogdes in persoon. Namens de Voogdijraad was aanwezig mevrouw A. Emmanuel en namens Fundacion Guia Mi was aanwezig mevrouw M. Willems. De moeder heeft hoewel daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, geen verweerschrift ingediend.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Ten aanzien van de op [geboortedatum] 2000 in Aruba geboren minderjarige staat alleen het moederschap vast, zodat de moeder van rechtswege het ouderlijk gezag over de minderjarige alleen uitoefent.
2.2
Bij beschikking van dit gerecht van 25 maart 2014 (EJ-146/14) is bepaald dat de minderjarige voorlopig aan de Voogdijraad wordt toevertrouwd tot 25 juni 2014
.
2.3
Bij beschikking van dit gerecht van 26 augustus 2014 (EJ-1365/14) is de minderjarige voor de duur van één jaar onder toezicht gesteld met benoeming van mevrouw [gezinsvoogdes] tot gezinsvoogdes. De minderjarige is daarbij in het Orthopedagogisch Centrum geplaatst.
2.4
Bij beschikking van dit gerecht van 3 november 2015 (EJ-1478/15) is de ondertoezichtstelling met uithuisplaatsing van de minderjarige verlengd met één jaar.

3.HET VERZOEK

3.1
Het verzoek strekt ertoe de moeder van het gezag over de minderjarige te ontheffen en om [de voorgestelde voogdes], een nicht van de moeder, tot voogdes te benoemen.
3.2
Op 21 september 2016 heeft de gezinsvoogdes een rapport uitgebracht over de minderjarige [de minderjarige]. In het rapport staat het volgende.
In het begin van de ondertoezichtstelling stond moeder open voor begeleiding. Gedurende het eerste jaar van ondertoezichtstelling is er twee keer contact geweest met moeder. Gedurende het tweede jaar heeft de gezinsvoogdes geen contact met moeder gehad. Moeder komt de gemaakte afspraken niet na.
De minderjarige is sinds 8 juli 2016 voorlopig geplaatst bij de voorgestelde voogdes. De minderjarige heeft daar haar plekje gevonden en is emotioneel stabiel.
De moeder beschikt niet over de nodige vaardigheden om de minderjarige in een veilige omgeving op te voeden. De moeder is vanwege haar ziekte bezig met zichzelf en heeft geen aandacht voor de begeleiding van de minderjarige. De minderjarige ziet de moeder als een vriendin en respecteert daarom haar autoriteit niet.
Sinds haar verblijf bij de voorgestelde voogdes doet de minderjarige het goed op school. De minderjarige vraagt niet meer naar contact met haar moeder. De minderjarige ontwikkelt zich goed bij de voorgestelde voogdes en is bij haar gelukkig. De minderjarige ziet zichzelf als behorende tot de familie.

4.DE BEOORDELING

4.1
Ingevolge artikel 1:266 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (hierna: BWA) kan de rechter - op verzoek van de Voogdijraad - een ouder van het gezag over een of meer van zijn kinderen ontheffen, op grond dat hij ongeschikt of onmachtig is zijn plicht tot verzorging en opvoeding te vervullen, mits het belang van het kind zich daar niet tegen verzet.
Ingevolge artikel 1:268, lid 1 BWA wordt ontheffing niet uitgesproken indien de ouder zich daartegen verzet. Deze regel leidt slechts uitzondering indien er sprake is van een van de situaties als bedoeld in lid 2, onder a tot en met d, van dit artikel.
4.2
Ter zitting is gebleken dat de moeder zich niet tegen de ontheffing verzet.
4.3
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting is voldoende vast komen te staan dat de moeder onmachtig is haar plicht tot verzorging en opvoeding van de minderjarige te vervullen.
4.4
Nu gelet op het voorgaande aan de voorwaarden tot ontheffing genoemd in artikel 1:266 jo 1:268 lid 1 BWA is voldaan, zal het gerecht de verzochte ontheffing in het belang van de minderjarige uitspreken.
4.5
In het gezag over de minderjarige dient dan te worden voorzien. De voorgestelde voogdes is bereid de voogdij over de minderjarige te aanvaarden. Nu overigens niet is gebleken van bezwaren hiertegen, zal het gerecht het verzoek van de Voogdijraad toewijzen.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
ontheft de moeder [de moeder] van het gezag over [de minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2000 in Aruba,
benoemt [de voorgestelde voogdes] tot voogdes over de minderjarige,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven op 7 maart 2017 door de rechter mr. N.K. Engelbrecht in tegenwoordigheid van de griffier.