ECLI:NL:OGEAA:2017:148

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
7 maart 2017
Publicatiedatum
9 maart 2017
Zaaknummer
EJ nr. 2533 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontheffing ouderlijk gezag en benoeming voogd in een civiele procedure

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 7 maart 2017 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontheffing van het ouderlijk gezag. Het verzoek is ingediend door de oom van de minderjarige, die tevens als voorgestelde voogd optreedt. De moeder van de minderjarige, die in Aruba woont, is in persoon verschenen, terwijl de vader niet is verschenen en geen verweerschrift heeft ingediend. De minderjarige is geboren in 2007 uit het huwelijk tussen de vader en de moeder. Bij een eerdere beschikking in 2007 is het ouderlijk gezag aan de moeder toegewezen na de echtscheiding.

De oom verzoekt om ontheffing van de moeder uit het ouderlijk gezag, omdat zij ongeschikt is om voor de minderjarige te zorgen. De moeder is verslaafd aan drugs en heeft geen vaste woon- of verblijfplaats. Ze is momenteel opgenomen in een afkickcentrum. De Voogdijraad heeft het verzoek van de oom ondersteund. De rechter heeft vastgesteld dat de moeder zich niet verzet tegen de ontheffing van het gezag en dat het belang van de minderjarige niet in het geding is. De minderjarige verblijft sinds 2013 bij de oom, die voor hem zorgt.

De rechter heeft geoordeeld dat de moeder ongeschikt is om haar zorgplicht te vervullen en heeft haar ontheven van het gezag. De oom is benoemd tot voogd over de minderjarige. Tevens is de oom toestemming verleend om kosteloos te procederen. De rechter heeft ook het belang van contact tussen de moeder en de minderjarige benadrukt, en de oom heeft toegezegd contact op te nemen met het afkickcentrum om een bezoektijd af te spreken. De beslissing is genomen in het belang van de minderjarige, waarbij de rechter de wettelijke bepalingen in acht heeft genomen.

Uitspraak

Beschikking van 7 maart 2017
Behorend bij EJ nr. 2533 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
[verzoeker],
wonende in Aruba,
VERZOEKER, hierna: de oom, tevens voorgestelde voogd,
gemachtigde: de advocaat mr. M.O. Lopez,
en
DE VOOGDIJRAAD VAN ARUBA,
vertegenwoordigd,
tegen
[de moeder],
wonende in Aruba,
VERWEERSTER, hierna de moeder,
in persoon.
Belanghebbenden:
[de vader], de vader,
[de minderjarige], de minderjarige.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingediend op 12 oktober 2016;
de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling achter gesloten deuren van 24 januari 2017, waaruit blijkt dat zijn verschenen de oom bijgestaan door zijn gemachtigde en de moeder in persoon, en dat namens de Voogdijraad aanwezig was mevrouw A. Emmanuel. De vader heeft, hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld, geen verweerschrift ingediend en is niet verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
De minderjarige is op [geboortedatum] 2007 geboren uit het huwelijk tussen de vader en de moeder.
2.2
Bij beschikking van dit gerecht van 21 november 2007 (EJ 3636/2007) is de echtscheiding tussen de ouders uitgesproken en is bepaald dat het ouderlijk gezag over de minderjarige voortaan alleen aan de moeder zal toekomen.

3.HET VERZOEK

Het verzoek van de oom strekt tot ontzetting van de moeder uit het ouderlijk gezag over de minderjarige met benoeming van de oom tot voogd. Voorts verzoekt de oom toestemming om kosteloos te mogen procederen.
Ter zitting heeft de Voogdijraad verzocht de moeder van het ouderlijk gezag te ontheffen en de oom te benoemen tot voogd. De oom heeft hiermee ingestemd.

4.DE BEOORDELING

4.1
Ingevolge artikel 1:266 van het BWA kan de rechter - op verzoek van de Voogdijraad - een ouder van het gezag over een of meer van zijn kinderen ontheffen, op grond dat hij ongeschikt of onmachtig is zijn plicht tot verzorging en opvoeding te vervullen, mits het belang van het kind zich daar niet tegen verzet.
Ingevolge artikel 1:268, lid 1 BWA wordt ontheffing niet uitgesproken indien de ouder zich daartegen verzet.
4.2
Ter zitting is gebleken dat de minderjarige vanaf 2013 onafgebroken bij de oom verblijft en door hem wordt verzorgd en opgevoed, aangezien de moeder de minderjarige niet kan verzorgen. De moeder is aan drugs verslaafd en heeft geen vaste woon - of verblijfplaats. Zij is nu (vrijwillig) opgenomen in het afkickcentrum Centro Colorado, alwaar zij de komende 10 maanden tot 1 jaar zal verblijven. De vader speelt geen rol in het leven van de minderjarige. De moeder verzet zich niet tegen haar ontheffing van het gezag over de minderjarige.
4.3
Gelet op het verhandelde ter zitting is het gerecht van oordeel dat de moeder ongeschikt en/of onmachtig is haar plicht tot verzorging en opvoeding van de minderjarige te vervullen. Nu de moeder zich niet heeft verzet tegen het verzoek om haar van het gezag te ontheffen en niet is gebleken dat het belang van de minderjarige zich daar tegen verzet, zal het gerecht, met toepassing van artikel 1:266 jo 1:268 lid 1 BWA, de moeder van het gezag over de minderjarige ontheffen.
4.4
In het gezag over de minderjarige dient dan te worden voorzien. De oom is bereid de voogdij over de minderjarige te aanvaarden. Nu overigens niet is gebleken van bezwaren hiertegen, zal het gerecht de oom tot voogd benoemen.
4.5
Ter zitting heeft de moeder verzocht om contact met de minderjarige te blijven behouden.
4.6
Het gerecht stelt voorop dat uitgangspunt is dat het in het algemeen in het belang van een kind is te achten dat het contact heeft met de niet-verzorgende (de niet met het gezag belaste) ouder en in beginsel hebben beiden ook recht op omgang met elkaar, tenzij zwaarwegende belangen van het kind zich daartegen verzetten. In dit geval is niet gebleken dat een van de in artikel 1:377a BWA genoemde gronden zich voordoen, zodat het gerecht geen aanleiding ziet het recht op omgang tussen de moeder en de minderjarige te ontzeggen. De oom heeft toegezegd dat hij contact zal opnemen met Centro Colorado, alwaar de moeder opgenomen is, om een vaste bezoektijd af te spreken.
4.7
Gelet op het overgelegde bewijs van onvermogen, zal de oom toelating verleend worden om kosteloos te procederen.
4.8
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
verleent [verzoeker] toelating om kosteloos te procederen,
ontheft de moeder [de moeder] van het gezag over [de minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2007 in Aruba,
benoemt [verzoeker] tot voogd over de minderjarige,
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven op dinsdag, 7 maart 2017 door de rechter mr. N.K. Engelbrecht in tegenwoordigheid van de griffier.