ECLI:NL:OGEAA:2017:146

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
7 maart 2017
Publicatiedatum
9 maart 2017
Zaaknummer
EJ nr. 2029 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van minderjarigen door de Voogdijraad in Aruba

Op 7 maart 2017 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba een beschikking gegeven in de zaak van de Voogdijraad, die verzocht om de ondertoezichtstelling van vier minderjarigen. De minderjarigen zijn geboren uit de moeder, waarvan de eerste twee door de vader zijn erkend. De moeder oefent alleen het ouderlijk gezag uit. Eerder, op 15 september 2016, was een verzoek om voorlopige ondertoezichtstelling afgewezen. De Voogdijraad heeft in haar rapport van 17 november 2016 aangegeven dat de moeder onbereikbaar is en dat er klachten zijn over de minderjarigen, waaronder schoolverzuim en onhygiënische omstandigheden. De moeder heeft opvoedingsondersteuning nodig, maar zij haakt af en verschijnt niet op afspraken. De Voogdijraad concludeert dat de minderjarigen met zedelijke en lichamelijke ondergang worden bedreigd.

Het gerecht heeft vastgesteld dat de hulpverlening voor de minderjarigen, met name voor de tweede minderjarige, niet voldoende van de grond komt binnen het vrijwillige kader. Daarom is besloten om de minderjarigen voor de duur van één jaar onder toezicht te stellen, met benoeming van een gezinsvoogdes. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte is afgewezen. Deze beslissing is genomen door rechter N.K. Engelbrecht, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 7 maart 2017
behorend bij EJ nr. 2029 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
DE VOOGDIJRAAD,
kantoorhoudend in Aruba,
VERZOEKER,
vertegenwoordigd.
Belanghebbenden:
[de minderjarige 1],
geboren op [geboortedatum] 2007 in Aruba,
[de minderjarige 2],
geboren op [geboortedatum] 2008 in Aruba,
[de minderjarige 3],
geboren op [geboortedatum] 2009 in Aruba,
[de minderjarige 4],
geboren op [geboortedatum] 2011 in Aruba,
de minderjarigen,
[de moeder], de moeder,
[de vader], de vader.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 24 augustus 2016,
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 29 november 2016, waaruit blijkt dat zijn verschenen de verzoeker bij mevrouw A. Flanders en de voorgestelde gezinsvoogdes mevrouw [naam]. De moeder en de vader zijn, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Voornoemde minderjarigen zijn uit de moeder geboren. [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] zijn door de vader erkend. De moeder oefent van rechtswege het ouderlijk gezag over de minderjarigen alleen uit.
2.2
Bij beschikking van dit gerecht van 15 september 2016 (EJ 2028/2016) is het verzoek van de Voogdijraad om de minderjarigen voorlopig onder toezicht te stellen, afgewezen.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt ertoe dat de minderjarigen onder toezicht worden gesteld, met benoeming van [de voorgestelde gezinsvoogdes] tot gezinsvoogdes.

4.DE BEOORDELING

4.1
Ingevolge artikel 1:254 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (hierna: BW) kan de rechter een kind onder toezicht stellen, indien het zodanig opgroeit dat het met zedelijke of lichamelijke ondergang wordt bedreigd.
4.2
Het gerecht is, gelet op hetgeen uit het dossier en ter terechtzitting naar voren is gekomen, van oordeel dat genoemde gronden voor ondertoezichtstelling aanwezig zijn en overweegt daartoe als volgt.
In het rapport van de Voogdijraad van 17 november 2016 staat het volgende.
Sinds voornoemde beschikking waarbij het verzoek om voorlopige ondertoezichtstelling is afgewezen, is de moeder onbereikbaar. Over de minderjarigen zijn er weer klachten van de school over vlooien, (hoog) schoolverzuim en te laat komen. [de minderjarige 2] is van school gehaald en onduidelijk is of hij op een andere school zit.
De Voogdijraad concludeert dat de moeder haar gezag niet op adequate wijze uitoefent, en dat de minderjarigen met zedelijke en lichamelijke ondergang worden bedreigd. De moeder heeft opvoedingsondersteuning nodig en dat lukt niet in het vrijwillige kader omdat zij telkens afhaakt en niet op afspraken verschijnt. Geadviseerd wordt om de minderjarigen onder toezicht te stellen voor een periode van één jaar ter voorkoming van verdere bedreiging van zedelijke en lichamelijke ondergang.
4.3
Uit het rapport van de Voogdijraad kan worden vastgesteld dat de hulpverlening voor de minderjarige(n), met name [de minderjarige 2], en de moeder binnen het vrijwillig kader niet, althans onvoldoende, van de grond komt. Naar het oordeel van het gerecht is een ondertoezichtstelling, binnen welk kader de benodigde hulpverlening wordt opgestart en erop wordt toegezien dat [de minderjarige 2] psychologische hulp krijgt voor zijn gedragsproblemen en de moeder individuele begeleiding en opvoedingsondersteuning krijgt, daarom aangewezen.
4.4
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
stelt onder toezicht voor de duur van één jaar ingaande heden, de minderjarigen:
[de minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2007 in Aruba,
[de minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2008 in Aruba,
[de minderjarige 3], geboren op [geboortedatum] 2009 in Aruba, en
[de minderjarige 4], geboren op [geboortedatum] 2011 in Aruba,
benoemt [de voorgestelde gezinsvoogdes] tot gezinsvoogdes,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven op 7 maart 2017 door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, in aanwezigheid van de griffier.