In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 7 maart 2017 een beschikking gegeven in een geschil tussen de moeder en de vader van een minderjarige. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.M. Malmberg, verzocht om een nieuwe en uitgebreide omgangsregeling met de minderjarige, die bij de vader woont. De ouders zijn in mei 2007 gescheiden en hebben gezamenlijk het ouderlijk gezag over de minderjarige. De huidige omgangsregeling, die slechts twee uur per week op zondag omvat, wordt niet nageleefd door de vader, volgens de moeder. De vader, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. R. Marchena, betwist dit en stelt dat de minderjarige zelf geen behoefte heeft aan meer contact met de moeder.
De procedure omvatte verschillende zittingen en rapporten van de Voogdijraad, die betrokken was bij de beoordeling van de omgangsregeling. De rechter heeft vastgesteld dat er geen zwaarwegende belangen zijn die zich verzetten tegen omgang tussen de moeder en de minderjarige. De minderjarige heeft aangegeven geen uitbreiding van de omgang te willen, wat de rechter in zijn overwegingen heeft meegenomen. De rechter benadrukt het belang van goede communicatie tussen de ouders en het belang van de minderjarige in deze zaak.
Uiteindelijk heeft de rechter besloten dat de omgangsregeling tussen de moeder en de minderjarige zal bestaan uit elke zondag van 15.00 tot 17.00 uur en vrij telefonisch contact. Het verzoek om een dwangsom werd afgewezen, omdat dit de onderlinge verhouding tussen de ouders zou kunnen schaden en mogelijk tot spanningen bij de minderjarige zou leiden. De beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in deze zaak.