ECLI:NL:OGEAA:2017:140

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
16 februari 2017
Publicatiedatum
7 maart 2017
Zaaknummer
29 en 30 van 2017
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot verkrachting en ontuchtige handelingen met minderjarigen in Aruba

In deze Arubaanse strafzaak is de verdachte beschuldigd van poging tot verkrachting en ontuchtige handelingen met minderjarigen. De feiten dateren van 10 oktober 2016 en 4 april 2015, waarbij de verdachte werd beschuldigd van het dwingen van een minderjarig meisje tot seksuele handelingen. Tijdens de rechtszitting op 26 januari 2017 heeft de officier van justitie een gevangenisstraf van 42 maanden geëist. De verdediging voerde aan dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldigingen. Het gerecht heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het gerecht bevoegd was om de zaak te behandelen. De verdachte is vrijgesproken van de meest ernstige beschuldigingen, maar het gerecht heeft bewezen geacht dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de poging tot verkrachting en ontuchtige handelingen met een minderjarige. De rechter heeft in zijn overwegingen de ernst van de feiten benadrukt, evenals de impact op het slachtoffer. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden, waarbij rekening is gehouden met zijn eerdere strafblad en de media-aandacht die de zaak heeft gekregen. De rechter heeft ook opgemerkt dat de verdachte enigszins verminderd toerekeningsvatbaar was, maar dat dit niet voldoende was om zijn strafbaarheid te ontkennen.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
S T R A F V O N N I S
in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1967 te [geboorteland],
wonende te [woonplaats], [adres],
thans alhier gedetineerd.

1.Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 26 januari 2017. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadslieden, mrs. Chris Lejuez en D.G. Illes.
De officier van justitie, mr. C.D. Kardol, heeft ter terechtzitting gevorderd de verdachte ter zake van het in de zaak P-2016/10145 primair en in de zaak P-2015/04899 subsidiair ten laste gelegde feiten te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden, met aftrek van voorarrest.
Mr. Illes heeft in de zaak P-2016/10145 een strafmaatverweer gevoerd. Mr. Lejuez heeft in de zaak met parketnummer P-2015/04899 vrijspraak bepleit en subsidiair zich bij het strafmaatverweer van mr. Illes aangesloten.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
P-2016/10145
hij op of omstreeks
10 oktober 2016te Aruba,
ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om
door geweld of een andere feitelijkheid en bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid
[slachtoffer]te dwingen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die
[slachtoffer],
  • haar in een auto heeft meegenomen naar een afgelegen plek en
  • haar bij haar hand heeft vastgepakt en vastgehouden en
  • zijn broek en onderbroek heeft uitgedaan en
  • een condoom om zijn geslachtsdeel heeft gedaan en
  • met ontbloot onderlichaam en met een condoom om zijn geslachtsdeel naar haar op de achterbank is gegaan en
  • haar broek en onderbroek heeft uitgedaan en
  • zijn knie op haar bovenbeen heeft geplaatst en zijn ander been naast haar andere knie heeft geplaatst, zodat zij niet kon bewegen en
  • aldus voor haar een bedreigende situatie heeft doen ontstaan,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(artikel 2:197 jo 1:119 Wetboek van Strafrecht)
althans indien ten aanzien van het vorenstaande geen veroordeling mocht kunnen volgen
hij op of omstreeks
10 oktober 2016te Aruba,
ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om
met
[slachtoffer], die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen te plegen, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die
[slachtoffer],
  • haar in een auto heeft meegenomen naar een afgelegen plek en
  • haar bij haar hand heeft vastgepakt en vastgehouden en
  • zijn broek en onderbroek heeft uitgedaan en
  • een condoom om zijn geslachtsdeel heeft gedaan en
  • met ontbloot onderlichaam en met een condoom om zijn geslachtsdeel naar haar op de achterbank is gegaan en
  • haar broek en onderbroek heeft uitgedaan en
  • zijn knie op haar bovenbeen heeft geplaatst en zijn ander been naast haar andere knie heeft geplaatst, zodat zij niet kon bewegen en
  • aldus voor haar een bedreigende situatie heeft doen ontstaan,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(artikel 2:200 jo 1:119 Wetboek van Strafrecht)
althans indien ten aanzien van het vorenstaande geen veroordeling mocht kunnen volgen
hij op of omstreeks
10 oktober 2016te Aruba,
opzettelijk met
[slachtoffer], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit het zich bij haar bevinden met een ontbloot onderlichaam en met een condoom om zijn geslachtsdeel;
(artikel 2:202 Wetboek van Strafrecht)
althans indien ten aanzien van het vorenstaande geen veroordeling mocht kunnen volgen
hij op of omstreeks
10 oktober 2016te Aruba,
ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om
opzettelijk met
[slachtoffer], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handeling(en) te plegen,
  • haar in een auto heeft meegenomen naar een afgelegen plek en
  • haar bij haar hand heeft vastgepakt en vastgehouden en
  • zijn broek en onderbroek heeft uitgedaan en
  • een condoom om zijn geslachtsdeel heeft gedaan en
  • met ontbloot onderlichaam en met een condoom om zijn geslachtsdeel naar haar op de achterbank is gegaan en
  • haar broek en onderbroek heeft uitgedaan en
  • zijn knie op haar bovenbeen heeft geplaatst en zijn ander been naast haar andere knie heeft geplaatst, zodat zij niet kon bewegen en
  • aldus voor haar een bedreigende situatie heeft doen ontstaan,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(artikel 2:202 jo 1:119 Wetboek van Strafrecht)
P-2015/04899
hij op of omstreeks
4 april 2015te Aruba,
door geweld of een andere feitelijkheid en bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid
[slachtoffer]heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die
[slachtoffer], te weten het zuigen van haar borsten en haar geslachtsdeel en het wrijven met zijn penis tegen haar vagina, door
  • haar in een auto mee te nemen naar een afgelegen plek en
  • haar bij haar armen vast te pakken en vast te houden en
  • haar broek uit te doen en
  • aldus voor haar een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
(artikel 2:197 Wetboek van Strafrecht)
althans indien ten aanzien van het vorenstaande geen veroordeling mocht kunnen volgen
hij op of omstreeks
4 april 2015te Aruba,
met
[slachtoffer], die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die
[slachtoffer], door haar borsten en haar geslachtsdeel te zuigen en met zijn penis tegen haar vagina te wrijven;
(artikel 2:200 Wetboek van Strafrecht)
althans indien ten aanzien van het vorenstaande geen veroordeling mocht kunnen volgen
hij op of omstreeks
4 april 2015te Aruba,
opzettelijk met
[slachtoffer], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd door haar borsten en haar geslachtsdeel te zuigen en met zijn penis tegen haar vagina te wrijven;
(artikel 2:202 Wetboek van Strafrecht)

3.Voorvragen

Geldigheid van de dagvaarding
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke vereisten voldoet en dus geldig is.
Bevoegdheid van het gerecht
Krachtens de wettelijke bepalingen is het gerecht bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
Ontvankelijkheid van de officier van justitie
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
Redenen voor schorsing van de vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging gebleken.

4.Bewijsbeslissingen

A.
Vrijspraak
Het gerecht heeft uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen niet de overtuiging bekomen dat de verdachte het in de zaak P-2015/04899 primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en zal de verdachte daarvan vrijspreken. Uit de bewijsmiddelen volgt niet dat er sprake is geweest van handelingen die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van het slachtoffer. Het slachtoffer heeft blijkens haar verklaring verklaard dat de verdachte op enig moment aan haar geslachtsdeel heeft gezogen en dat hij zijn geslachtsdeel tegen haar geslachtsdeel heeft aangewreven. Het slachtoffer is hierover niet nader verhoord. Uit de verklaring van het slachtoffer kan niet geconcludeerd worden dat de handelingen mede bestonden uit het tussen de schaamlippen likken en/of wrijven. Nu niet vastgesteld kan worden dat de schaamlippen van het slachtoffer zijn gepasseerd door de betreffende handelingen, kan niet bewezen worden dat er sprake is geweest van seksueel binnendringen van het lichaam.
B. Bewezenverklaring
Het gerecht heeft uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat de verdachte het in de zaak P-2016/10145 primair tenlastegelegde en in de zaak P-2015/04899 meer subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat het bewezen acht dat:
P-2016/10145
hij op
of omstreeks10 oktober 2016te Aruba,
ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om
door geweld of een andere feitelijkheid en bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid
[slachtoffer]te dwingen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die
[slachtoffer],
  • haar in een auto heeft meegenomen naar een afgelegen plek en
  • haar bij haar hand heeft vastgepakt en vastgehouden en
  • zijn broek en onderbroek heeft uitgedaan en
  • een condoom om zijn geslachtsdeel heeft gedaan en
  • met ontbloot onderlichaam en met een condoom om zijn geslachtsdeel naar haar op de achterbank is gegaan en
  • haar broek en onderbroek heeft uitgedaan en
  • zijn knie op haar bovenbeen heeft geplaatst en zijn ander been naast haar andere knie heeft geplaatst, zodat zij niet kon bewegen en
  • aldus voor haar een bedreigende situatie heeft doen ontstaan,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
P-2015/04899
hij op
of omstreeks4 april 2015te Aruba,
opzettelijk met
[slachtoffer], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd door
aanhaar borsten en haar geslachtsdeel te zuigen en met zijn penis tegen haar vagina te wrijven;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, zoals doorgestreept in de tekst, is niet bewezen, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
Voor zover in de telastlegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring
cursief weergegevenverbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.Bewijsmiddelen

De bewijsmiddelen zullen in geval van hoger beroep in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen
Bewijsoverwegingen
P-2015/04899
De raadsman heeft betoogd dat er onvoldoende bewijs is en de verdachte vrijgesproken dient te worden. Het gerecht verwerpt dit verweer. De verklaring van het slachtoffer wordt in voldoende mate ondersteund door het overige bewijsmateriaal. De verdachte heeft verklaard dat hij die avond het slachtoffer heeft opgehaald en naar huis heeft gebracht, waardoor hij de tijd en de gelegenheid heeft gehad. Daarnaast wordt de verklaring van het slachtoffer ondersteund door de verklaring van haar moeder. De moeder heeft verklaard dat die avond het slachtoffer na thuiskomst was gaan baden en dat de verdachte op dat moment aan het zweten was. Verder heeft zij verklaard wat het slachtoffer tegen haar heeft verteld over de ontuchtige handelingen die in de auto hadden plaatsgevonden en tevens dat het slachtoffer haar het geld liet zien dat zij van de verdachte had aangenomen. Dit geld werd vervolgens in beslag genomen. De verklaring van de moeder over wat het slachtoffer haar heeft verteld komt gedetailleerd overeen met de verklaring van het slachtoffer zelf. Bovendien heeft de verdachte gebruik gemaakt van dezelfde modus operandi als bij het in de zaak P-2016/10145 ten laste gelegde en bewezen feit. Het gerecht acht ook dit feit dan ook wettig en overtuigend bewezen.

6.Kwalificatie en strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
P-2016/10145
poging tot verkrachting,
strafbaar gesteld bij artikel 2:197 jo. 1:119 van het Wetboek van Strafrecht.
P-2015/04899
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen,
strafbaar gesteld bij artikel 2:202 van het Wetboek van Strafrecht.
Het bewezenverklaarde is strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid ervan opheffen of uitsluiten.

7.Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn/haar strafbaarheid opheffen of uitsluiten.

8.Oplegging van straf of maatregel

Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht het gerecht na te noemen beslissing passend. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot verkrachting van een meisje dat op dat moment 15 jaar was. Het slachtoffer is net op tijd door de politie uit de handen van de verdachte gered, die bezig was zich aan het slachtoffer te vergrijpen. De verdachte is, nadat de politie bij de auto was gekomen, met het slachtoffer nog in de auto op de vlucht geslagen en uiteindelijk aangehouden. Dit moeten zeer angstige momenten voor het slachtoffer zijn geweest. Dit feit heeft vervolgens tot grote publieke onrust geleid. De verdachte heeft zich eerder, toen het slachtoffer pas 13 jaar oud was, ook schuldig gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen met dit meisje. De verdachte heeft, misbruik makend van het vertrouwen dat het slachtoffer in hem stelde en misbruik makend van het overwicht dat hij als volwassene op haar had, ernstige inbreuk gemaakt op haar lichamelijke integriteit. Het slachtoffer bevond zich, gelet op haar leeftijd, beide keren in een zeer kwetsbare positie. Handelend als bewezenverklaard heeft de verdachte slechts het oog gehad op bevrediging van zijn eigen lustgevoelens, waarbij hij zich in het geheel niet heeft bekommerd om de schade die hij daarbij bij zijn slachtoffer aanrichtte. Buiten kijf staat dat kinderen, als zij op jeugdige leeftijd worden onderworpen aan seksuele handelingen van de bedoelde soort, grote psychische, lichamelijke en emotionele schade kunnen oplopen, die hun verdere ontwikkeling ernstig kan schaden. Deze delicten behoren voorts tot een categorie strafbare feiten die een ernstige inbreuk maken op de rechtsorde en gevoelens van grote onrust in de samenleving teweegbrengen.
Het gerecht rekent de verdachte zijn handelen zwaar aan en is op grond van de aard en de ernst daarvan van oordeel dat slechts een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt, als passende straf in aanmerking komt.
Bij het vaststellen van de duur van de op te leggen straf laat het gerecht in het voordeel van de verdachte meewegen dat hij, zoals uit zijn documentatie blijkt, niet eerder strafrechtelijk is veroordeeld.
Het gerecht dient bij de straftoemeting voorts rekening te houden met het feit dat de verdachte na zijn aanhouding in verschillende media uitgebreid publiekelijk te kijk is gezet. In de kranten en op sociale media en websites zijn foto’s gepubliceerd van zijn aanhouding waarop de verdachte (in/op bepaalde media zonder enige afscherming) naakt te zien is en waarbij zijn naam is genoemd. Vooral de publicaties op het internet kunnen door de oncontroleerbare verspreiding daarvan langdurige negatieve gevolgen hebben voor de verdachte. Het gerecht benadrukt echter wel dat dit niets afdoet aan de ernst van het feit.
Er zijn geen andere omstandigheden gebleken die in het voordeel van de verdachte werken. De als deskundige benoemde forensisch orthopedagoog heeft weliswaar gerapporteerd dat de verdachte enigszins verminderd toerekeningsvatbaar is, maar ook dat de resultaten van de test met betrekking tot de cognitieve capaciteiten van de verdachte met voorzichtigheid moeten worden geïnterpreteerd omdat de resultaten van de verschillende sets van de test niet consistent waren en bovendien dat de geconstateerde gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens niet dusdanig zijn gedragskeuzes beïnvloedde, dat de verdachte geen vrije wil meer had ten tijde van het delict.
Alles afwegende kan niet worden volstaan met een andere of lichtere straf dan gevangenisstraf van na te melden duur.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is mede gegrond op de artikelen 1:13, 1:62, 1:136 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Beslissing

Het gerecht:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde zoals in rubriek 4A omschreven heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen dat de verdachte de tenlastegelegde feiten zoals hierboven bewezen geacht heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en de verdachte hiervoor strafbaar;
kwalificeert het bewezenverklaarde als hierboven omschreven;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
tweeënveertig (42) maanden;
bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. M. Schoemaker en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit gerecht op 16 februari 2017, in tegenwoordigheid van de griffier.