ECLI:NL:OGEAA:2017:139

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
1 maart 2017
Publicatiedatum
6 maart 2017
Zaaknummer
A.R. 160 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaald gebleven factuur met wettelijke rente en proceskosten

In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiseres, Dovester Trading N.V., een vordering ingesteld tegen gedaagde, Dura Home Center N.V., wegens onbetaalde facturen. Eiseres heeft op 15 september 2014 een factuur gestuurd ter waarde van US$ 49.142,30 met een betaaltermijn van 45 dagen. Gedaagde heeft enkele deelbetalingen verricht, maar een bedrag van US$ 43.743,74 bleef onbetaald. Gedaagde erkende dit bedrag bij dupliek, maar voerde als verweer aan dat zij niet in verzuim was geraakt omdat zij de sommatiebrief van 27 november 2015 niet had ontvangen. Het Gerecht verwierp dit verweer, oordelend dat de op de factuur gestelde termijn als een netto-betaaltermijn moet worden opgevat. De vordering van eiseres werd toewijsbaar verklaard, met uitzondering van de buitengerechtelijke kosten, waartegen gedaagde bezwaar had gemaakt. Het Gerecht oordeelde dat er geen bewijs was van buitengerechtelijke werkzaamheden. Gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten, aangezien zij grotendeels in het ongelijk was gesteld. De uitspraak vond plaats op 1 maart 2017, waarbij gedaagde werd veroordeeld tot betaling van US$ 43.736,74, vermeerderd met wettelijke rente, en in de kosten van de procedure.

Uitspraak

Vonnis van 1 maart 2017
Behorend bij A.R. 160 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
DOVESTER TRADING N.V.,
te Curaçao,
hierna ook te noemen: eiseres,
gemachtigde: advocaat mr. P.R.C. Brown,
tegen:
de naamloze vennootschap
DURA HOME CENTER N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: gedaagde,
gemachtigde: advocaat mr. D.C.A. Crouch,

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het beslagrekest en het gegeven verlof;
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord`;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.HET GESCHIL EN DE BEOORDELING

2.1
Eiseres heeft zaken aan gedaagde geleverd en haar daarvoor op 15 september 2014 een factuur gestuurd ten belope van US$ 49.142,30. Op de factuur is een betaaltermijn gesteld van 45 dagen. Gedaagde heeft een aantal deelbetalingen verricht, maar een bedrag van US$ 43.743,74 is onbetaald gebleven. Gedaagde heeft dit bij dupliek erkend.
2.2
Eiseres vordert thans betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente, buitengerechtelijke kosten en proceskosten. Gedaagde heeft, uiteindelijk, nog als verweer gevoerd dat zij niet in verzuim is geraakt omdat zij de sommatiebrief van 27 november 2015 niet heeft ontvangen. Dat de vordering opeisbaar is, staat niet ter discussie. Het Gerecht verwerpt het verweer van gedaagde, nu de op de factuur gestelde termijn moeilijk anders kan worden opgevat dan als een netto-betaaltermijn (zoals daarop ook is vermeld). Dat eiseres gedaagde later nog heeft gesommeerd tot betaling, betekent niet dat het verzuim niet al is ingetreden.
2.3
De vordering is toewijsbaar in na te melden zin. De buitengerechtelijke kosten, waartegen gedaagde bij antwoord bezwaar heeft gemaakt en ten aanzien waarvan eiseres zich bij repliek aan het oordeel van het Gerecht heeft gerefereerd, zullen worden afgewezen, nu van buitengerechtelijke werkzaamheden, anders dan ter voorbereiding van de procedure, niet is gebleken.
2.4
Gedaagde zal in de proceskosten worden veroordeeld, nu zij grotendeels in het ongelijk is gesteld.

3.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
veroordeelt gedaagde tot betaling aan eiseres van een bedrag van US$ 43.736,74, te vermeerderen met de wettelijke rente, vanaf 30 oktober 2014 tot de dag waarop volledig zal zijn betaald;
veroordeelt gedaagde in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van eiseres worden begroot op Afl. 780,- aan griffierecht, Afl. 829,65 aan explootkosten en Afl. 3.000,- aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 1 maart 2017 in aanwezigheid van de griffier.