ECLI:NL:OGEAA:2017:126

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
28 februari 2017
Publicatiedatum
2 maart 2017
Zaaknummer
E.J. no. 6 van 2017
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 28 februari 2017 een beschikking gegeven in de zaak tussen Grape Holding N.V. en [verweerster]. Grape verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerster] op grond van gewichtige redenen, na een ontslag op staande voet op 1 december 2016. De procedure begon met een verzoekschrift en een mondelinge behandeling op 31 januari 2017, waarbij beide partijen hun standpunten naar voren brachten. Grape stelde dat [verweerster] zich schuldig had gemaakt aan ongeoorloofde praktijken, waaronder het weggeven van dagpasjes aan niet-gasten van het resort, wat leidde tot schade voor Grape.

Het Gerecht oordeelde dat de gedragingen van [verweerster] een dringende reden opleverden voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst, zoals bedoeld in de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek. De rechter verklaarde dat de arbeidsovereenkomst met ingang van 28 februari 2017 ontbonden werd, tenzij het ontslag op staande voet rechtsgeldig was. Tevens werd bepaald dat Grape geen billijkheidsvergoeding aan [verweerster] hoefde te betalen en dat [verweerster] in de proceskosten werd veroordeeld. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor werkgevers om zorgvuldig om te gaan met ontslagprocedures en de voorwaarden waaronder een arbeidsovereenkomst kan worden ontbonden. Het Gerecht heeft de belangen van beide partijen afgewogen en een beslissing genomen die recht doet aan de feiten van de zaak.

Uitspraak

Beschikking van 28 februari 2017
Behorend bij E.J. no. 6 van 2017
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING in de zaak van:
de naamloze vennootschap
GRAPE HOLDING N.V.,
gevestigd in Aruba,
verzoekster,
hierna ook te noemen: Grape,
gemachtigden: de advocaten mrs. G.W. Rep en D. Holwerda-Munk,
tegen:
[Verweerster],
wonende in Aruba,
verweerster,
hierna ook te noemen: [verweerster],
gemachtigde: mr. S.O.R.’G Faarup.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-het verzoekschrift, met producties;
-de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van de zaak.
1.2
Die behandeling heeft plaatsgevonden ter terechtzitting van 31 januari 2017. Grape is ter zitting verschenen bij haar gemachtigde mr. Rep voornoemd, die werd vergezeld door mw. [medewerkster personeelszaken bij Grape] (medewerkster personeelszaken bij Grape). [verweerster] is verschenen samen met haar gemachtigde. [verweerster] heeft ter zitting gebruik gemaakt van de aan haar geboden gelegenheid om te antwoorden op het verzoekschrift, en dat onder overlegging van een pleitnota. Daarop heeft Grape gebruik gemaakt van de aan haar geboden gelegenheid om te repliceren, en dat eveneens onder overlegging van een pleitnota. Tot slot heeft [verweerster] gedupliceerd.
1.3
Bij haar pleitnota heeft Grape beoogd producties te overleggen. Daartegen heeft [verweerster] bezwaar ingesteld, daartoe stellende dat die producties niet tijdig in de zin van het Procesreglement zijn toegezonden aan haar en aan het Gerecht. Nadat partijen dienaangaande over en weer het woord hebben gevoerd, heeft het Gerecht dat bezwaar gegrond verklaard. Bedoelde producties maken daarom geen deel uit van het procesdossier.
1.4
Beschikking is bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1
Grape verzoekt dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren beschikking de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst onmiddellijk ontbindt op grond van de in het verzoekschrift omschreven gewichtige redenen indien en voor zover die arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig is geëindigd door het op 1 december 2016 aan [verweerster] gegeven ontslag op staande voet, zonder toekenning aan [verweerster] van een door Grape te betalen billijkheidsvergoeding, kosten rechtens.
2.2 [
verweerster] voert verweer en concludeert tot afwijzing van het door Grape verzochte.
2.3
Voorzover voor de beslissing van belang worden de stellingen van partijen hierna besproken.

3.DE BEOORDELING

3.1
Vast staat tussen partijen onder meer het volgende. [verweerster] is krachtens een daartoe tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst op 18 januari 2012 in loondienst getreden van Grape in de functie van “
Guest Service Representative” bij Divi & Tamarijn Aruba Beach Resort All Inclusives. In verband met tegen [verweerster] gerezen verdenkingen ter zake van ongeoorloofde praktijken op de werkvloer van Grape heeft Grape [verweerster] met behoud van loon geschorst op 21 november 2016 voor het verrichten van onderzoek dienaangaande. Dat onderzoek werd afgerond op 1 december 2016, op welke dag Grape [verweerster] op staande voet heeft ontslagen omdat zij volgens Grape (1) voor YMCA bestemde geldelijke donaties van gasten heeft weggenomen, (2) door gasten betaalde huur voor kamerkluisjes heeft weggenomen, (3) zogeheten “
all-inclusive bandjes” (hierna: de dagpasjes) heeft weggeven aan personen niet zijnde gasten van Grape zonder dat daarvoor werd betaald en (4) zonder daartoe van Grape verkregen toestemming aan Grape toebehorende gelden heeft gewisseld naar andere valuta.
3.2
Grape heeft met betrekking tot het hieronder onder (3) vermelde beweerdelijke voorval onder meer onbestreden gesteld dat de dagpasjes uitsluitend mogen worden afgegeven aan gasten van Grape die na het uitchecken nog op het resort willen blijven omdat hun vlucht later gaat, en dat ook [verweerster] daarvan op de hoogte is. Verder heeft Grape onbestreden gesteld dat een zekere [X] of [X] zijnde een vriendin van [verweerster] (hierna: [X]) op enig moment dagpasjes heeft ontvangen, en dat die [X] (die op grond van een door haar gewonnen “
weekendstay” als gast in het resort van Grape verbleef) die pasjes vervolgens aan vriendinnen van haar heeft gegeven en die vriendinnen op kosten van Grape feest heeft laten vieren in haar resort door onder meer zonder enige betaling eten en drinken te nuttigen. Tegen deze achtergrond heeft Grape verder gesteld dat [Y] (hierna: [Y]) - zijnde een medewerkster van Divi (lees hier tevens: Grape) - schriftelijk heeft verklaard dat [X] tegen haar, [Y] dus, heeft gezegd, dat zij, [X] dus, de dagpasjes heeft gekregen van [verweerster] in een witte envelop. [verweerster] heeft in dit verband gesteld dat die verklaring [Y] (hierna: de verklaring) heeft te gelden als een zogeheten (niet als bewijs bruikbare) de auditu verklaring. Dat betoog is niet juist, reeds omdat geen sprake is van een de auditu verklaring zoals gesteld door [verweerster]. [Y] verklaart immers uit eigen waarneming wat [X] - als zijnde degene die de dagpasjes heeft ontvangen - volgens [Y] tegen haar ([Y] dus) heeft gezegd over de afkomst van de dagpasjes. Eerst als een andere persoon zou hebben verklaard dat hij van [Y] heeft vernomen dat [X] tegen [Y] heeft gezegd dat zij bedoelde pasjes van [verweerster] heeft gekregen is sprake van een verklaring van horen zeggen. Voorts heeft te gelden dat [verweerster] (het bestaan en de inhoud van) de verklaring anderszins niet of onvoldoende (onderbouwd) heeft bestreden, zodat vast komt te staan dat [verweerster] in strijd met de dienaangaande geldende ook voor haar kenbare regels van Grape all-inclusive dagpasjes heeft verstrekt aan [X], als gevolg waarvan meerdere personen op kosten van Grape feest hebben kunnen vieren in haar resort door zonder enige betaling daarvoor drank en eten te nuttigen.
3.3
Dat aan [verweerster] verwijtbare en voor Grape schadeveroorzakende gedrag levert reeds een dringende reden op in de zin van artikel 7A:1615p BW in verbinding met het eerste lid artikel 7A:1615o BW, die ingevolge het bepaalde in het tweede lid van artikel 7A:1615w BW heeft te gelden als gewichtige reden die de toewijzing van door Grape verzochte ontbinding rechtvaardigt. De tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst zal, voor zover die nog blijkt te bestaan, worden ontbonden als na te melden. Alle overige door Grape gestelde aan [verweerster] verwijtbare gedragingen kunnen onbesproken blijven.
3.4
Het Gerecht ziet - gelet op de reden of grond voor de ontbinding van de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst - geen aanleiding om een door Grape te betalen ontbindingsvergoeding toe te kennen aan [verweerster].
3.5 [
verweerster] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [verweerster], tot aan deze uitspraak begroot op (450,-- + 185,27 =) Afl. 635,27 aan verschotten en Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten van liquidatietarief 5, ad Afl. 1.250,-- per punt).

4.DE BESLISSING

Het Gerecht:
-ontbindt de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen met ingang van 28 februari 2017 indien en voorzover in rechte onherroepelijk komt vast te staan dat die overeenkomst niet rechtsgeldig is geëindigd door het op 1 december 2016 door Grape aan [verweerster] gegeven ontslag op staande voet;
-bepaalt dat Grape in geval van ontbinding geen billijkheidsvergoeding hoeft te betalen aan [verweerster];
-veroordeelt [verweerster] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Grape, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 635,27 aan verschotten en Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigde;
-verklaart deze beschikking waar rechtens mogelijk uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op dinsdag 28 februari 2017.