ECLI:NL:OGEAA:2017:12

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
10 januari 2017
Publicatiedatum
17 januari 2017
Zaaknummer
E.J. 2155 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet en bewijslevering in arbeidsrechtelijke geschil

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gaat het om een geschil tussen E*, een werknemer van A.G.S. AVIATION GROUND SERVICES N.V. (AGS), en zijn werkgever. E* is op 23 februari 2016 op staande voet ontslagen wegens vermeende diefstal van goederen uit passagierskoffers. In de ontslagbrief werd gesteld dat E* tijdens zijn werkzaamheden als 'ramp service agent' goederen had gestolen, wat leidde tot zijn onmiddellijke ontslag. E* heeft het ontslag betwist en verzocht om vernietiging van het ontslag, herplaatsing in zijn functie en betaling van achterstallig salaris.

De procedure omvatte verschillende stukken, waaronder verzoekschriften en verweerschriften, en er zijn getuigenverklaringen overgelegd. E* ontkent de beschuldigingen van diefstal en stelt dat hij onder druk is gezet door getuigen die tegen hem hebben verklaard. De rechter heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs is om te concluderen dat E* zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal. AGS, als werkgever, heeft de bewijslast en is in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren van de beschuldigingen.

De zaak is verwezen naar een rolzitting voor AGS om bewijs te leveren, en verdere beslissingen zijn aangehouden. De rechter heeft de mogelijkheid voor AGS om getuigen op te roepen om hun stellingen te onderbouwen, en de zaak zal op 24 januari 2017 opnieuw worden behandeld.

Uitspraak

Beschikking van 10 januari 2017
Behorend bij E.J. 2155 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[naam]
wonende te Aruba,
hierna ook te noemen: E*,
gemachtigde: de advocaat mr. G. de Hoogd,
tegen:
de naamloze vennootschap
A.G.S. AVIATION GROUND SERVICES N.V.,
gevestigd te Aruba,
hierna ook te noemen: AGS,
gemachtigde: de advocaat mr. Monica H.J. Kock.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift;
- de overgelegde aantekeningen ter zitting van mr. De Hoogd;
- de overgelegde aantekeningen ter zitting van mr. Kock;
- de behandeling ter zitting van 22 november 2016 en de daarvan gemaakte aantekeningen van de griffier.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag beschikking zou worden gegeven.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
E* is sedert 2007 werkzaam bij AGS, laatstelijk als ‘ramp service agent’.
2.2
Op 23 februari 2016 is E* op staande voet ontslagen. In de ontslagbrief is vermeld:

After a very thorough investigation, which took place during the period December 2015 up till February 22, 2016, it has been concluded that you have been stealing properties/goods out of passengers bags, while loading and /or unloading said bags from the cargo area of the airplanes for which AGS does the ground handling (our clients).
The abovementioned facts (theft) are an urgent reason for your immediate dismissal, which dismissal is hereby confirmed. This dismissal is also based on an attempt of theft on or about October 10, 2013, for which you were suspended on October 11, 2013.’
2.3
Bij brief van 2 maart 2016 heeft E* de nietigheid ingeroepen van dit ontslag.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
E* verzoekt bij beschikking - uitvoerbaar bij voorraad - het ontslag op staande voet te vernietigen, AGS te bevelen hem weder te werk te stellen en AGS te veroordelen tot betaling van het achterstallige salaris, vermeerderd met de wettelijke rente en wettelijke verhoging alsmede in de kosten van de procedure.
3.2
E* legt aan zijn vordering het volgende ten grondslag.
E* ontkent dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal.
3.3
AGS voert gemotiveerd verweer, dat bij de beoordeling aan de orde komt.

4.DE BEOORDELING

4.1
Aan de orde is de vraag of in rechte kan worden vastgesteld dat E* zich gedurende zijn dienstverband met AGS schuldig heeft gemaakt aan diefstal van goederen uit koffers en/of tassen. Indien deze vraag bevestigend wordt beantwoord, wordt de vordering van E* afgewezen, aangezien diefstal cq verduistering in dienstbetrekking een dringende reden oplevert voor een ontslag op staande voet.
4.2
Uit de overgelegde schriftelijke verklaringen volgt dat [naam X] (productie 8 bij verweerschrift) gezien heeft dat E* in de buik van een vliegtuig van American Airlines een koffer heeft geopend en zilveren juwelen heeft uitgehaald. Uit de - identieke - verklaringen van [naam Y], [naam 3] en [naam 4] (producties 10,11 en 12 bij verweerschrift) volgt dat [naam 2] in hun aanwezigheid heeft verklaard dat hij met eigen ogen heeft gezien dat E* koffers opende en juwelen, horloge en parfum eruit haalde. Ook volgt uit deze schriftelijke verklaringen dat [naam X] in hun aanwezigheid heeft verklaard dat E* in zijn aanwezigheid een koffer in de American Airlines heeft geopend en zilveren juwelen eruit heeft gehaald. Tot slot volgt uit de drie schriftelijke verklaringen dat [naam 1] heeft bevestigd dat hij heeft gehoord dat E* goederen uit koffers haalde.
4.3
Uit de schriftelijke verklaring van [naam 1] (productie 7 bij verweerschrift) volgt dat hij heeft gehoord dat E* ook koffers opent in het vliegtuig en dingen uit koffers haalt, zoals parfum, bril en wat hij dan ook kan vinden om mee te nemen en dat hij een expert is in het openmaken van koffers.
4.4
Tegenover deze verdacht makende verklaringen staat de schriftelijke verklaring van [naam 2] (productie 6 bij verzoekschrift) waaruit volgt dat [naam 2] zich schaamt over hetgeen hij heeft verklaard over E*. Hij verklaart dat hij zich onder druk gezet voelde en namen heeft genoemd die in hem opkwamen, puur om zijn eigen hachje te redden. Anders dan hij verklaarde in aanwezigheid van [naam Y], [naam 3] en [nam 4], verklaart [naam 2] op 17 juni 2016 dat hij op geen enkel moment iemand iets heeft zien stelen.
Ook [naam 1] komt op zijn verklaring terug (productie 8 bij verzoekschrift). Hij ontkent inmiddels de naam E* genoemd te hebben.
4.5
Zoals reeds ter gelegenheid van de mondelinge behandeling is meegedeeld, kan vooralsnog niet met voldoende mate van zekerheid worden vastgesteld dat E* zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal uit koffers. Nu op AGS de bewijslast rust van haar stelling en zij bewijs heeft aangeboden, zal worden toegelaten dit bij te brengen.
4.6
De zaak wordt verwezen naar de rol voor akte uitlating bewijsopdracht. Het komt het gerecht geraden voor dat AGS [naam 2], [naam X] en [naam 1] als getuigen oproept.
4.7
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
stelt AGS in de gelegenheid om bewijs bij te brengen van haar stelling dat E* zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal van goederen (juwelen, horloge, parfum, bril etc) uit tassen en/of koffers;
5.2
verwijst de zaak naar de rolzitting van 24 januari 2017 voor akte uitlating bewijsopdracht aan de zijde van AGS;
5.3
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. Y.M. Vanwersch, rechter in dit gerecht, en werd ondertekend en uitgesproken door mr. N.K. Engelbrecht, rechter, ter openbare terechtzitting van dinsdag 10 januari 2017 in aanwezigheid van de griffier.