ECLI:NL:OGEAA:2017:117
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Toekenning van levensonderhoud aan een vrouw die samenwoonde met haar partner als waren zij gehuwd
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 21 februari 2017 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van een vrouw, bijgestaan door haar advocaat mr. H.U. Thielman, tegen haar partner, vertegenwoordigd door mr. P.A.J. van der Biezen. De vrouw verzocht om een uitkering tot levensonderhoud van Afl. 1.750,- per maand, evenals toestemming om kosteloos te mogen procederen. De man betwistte de affectieve relatie en de duurzaamheid van hun samenwoning, en voerde aan dat hij niet in staat was om de gevraagde alimentatie te betalen.
De procedure begon met een verzoekschrift dat op 17 augustus 2016 was ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 22 november 2016. De vrouw en man hebben meer dan twintig jaar samengewoond en de man had de vrouw in juni 2016 verzocht de woning te verlaten. Het gerecht heeft de feiten en standpunten van beide partijen zorgvuldig gewogen, waarbij het de criteria voor 'samenleven als waren zij gehuwd' heeft toegepast, zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek van Aruba.
Het gerecht oordeelde dat de vrouw voldoende bewijs had geleverd dat zij en de man als een levenspartner samenwoonden. De vrouw ontving een pensioen van Afl. 506,- per maand, terwijl de man een inkomen van gemiddeld Afl. 5.300,- per maand had. Gezien de financiële situatie van beide partijen, oordeelde het gerecht dat de man in staat was om de gevraagde alimentatie te betalen. De vrouw kreeg toestemming om kosteloos te procederen, en het gerecht bepaalde dat de man aan de vrouw een bijdrage in het levensonderhoud moest betalen van Afl. 1.750,- per maand, met ingang van 1 februari 2017.