ECLI:NL:OGEAA:2017:1058

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
15 juni 2017
Publicatiedatum
21 februari 2019
Zaaknummer
CVB nr. 592 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
  • J.R. Geerman
  • E. de Cuba
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen beslissing Sociale Verzekeringsbank inzake ziekengeld en arbeidsongeschiktheid

In deze zaak gaat het om een beroep van een appellante tegen de beslissing van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) die haar geen recht op ziekengeld toekende wegens verminderde belastbaarheid. De SVB had geconcludeerd dat de klachten van appellante, die zich op 11 februari 2016 arbeidsongeschikt meldde, reeds bestonden voor de ingangsdatum van de verzekeringsdekking. Appellante had zich op 16 november 2015 als arbeider ingeschreven, terwijl haar dienstverband op 1 oktober 2015 was begonnen. De SVB stelde dat de nierbekkenontsteking, waarvoor appellante zich arbeidsongeschikt had gemeld, het gevolg was van afwijkingen die al vóór oktober 2015 waren ontstaan.

De appellante was het niet eens met deze beslissing en voerde aan dat de nierbekkenontsteking pas sinds december 2015 was ontstaan. Tijdens de behandeling van de zaak op 8 december 2016 was appellante niet verschenen, ondanks een behoorlijke oproep. De SVB had in haar verweerschrift aangegeven dat de huidige klachten van appellante voortkwamen uit een ziekte die al vóór haar inschrijving als arbeider bestond.

Na beoordeling van de overgelegde stukken concludeerde het College van Beroep dat er voldoende bewijs was dat de klachten van appellante al bestonden voor de ingangsdatum van de verzekeringsdekking. Het College verklaarde het beroep van appellante ongegrond, waarmee de beslissing van de SVB werd bevestigd. De uitspraak werd gedaan op 15 juni 2017 door de voorzitter en twee leden van het College van Beroep.

Uitspraak

Uitspraak van 15 juni 2017
behorende bij CVB nr. 592 van 2016
COLLEGE VAN BEROEP
inzake de Landsverordening ziekteverzekering
in de zaak van:
[ X ],
wonende te Aruba, [ adres ]
APPELLANTE,
procederende in persoon,
tegen
DE SOCIALE VERZEKERINGSBANK,
gevestigd te Aruba,
GEINTIMEERDE, hierna ook te noemen: de bank,
gemachtigde: de advocaat mr. M.D. Tromp.

1.HET PROCESVERLOOP

1.1
Bij beschikking van 3 maart 2016 heeft de bank besloten dat appellante geen recht heeft op tegemoetkoming wegens verminderde belastbaarheid vanaf 11 februari 2016 wegens aanhoudende klachten na een pyelonefritis, aangezien de ziekte het gevolg is van afwijkingen die ontstaan zijn voordat appellante de hoedanigheid van arbeider in de zin van de LvZv had.
1.2
Tegen deze beslissing heeft appellante op 21 maart 2016 beroep aangetekend.
1.3
Op 18 mei 2016 heeft de bank verweerschrift ingediend.
1.4
Op 22 juni 2016 heeft appellante schriftelijk gereageerd op het verweerschrift.
1.5
Het beroep van appellante is op de bijeenkomst van 8 december 2016 van dit college behandeld, alwaar namens de bank aanwezig waren mevrouw mr. B. Every, juridisch adviseur, en de heer [ R ], pensioenmedewerker, bijgestaan door de gemachtigde voornoemd. Appellante is, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen.

2.DE BEOORDELING

2.1
Appellante kan zich niet verenigen met de beslissing van de bank om haar geen ziekengeld toe te kennen en stelt zich op het standpunt dat de bank ten onrechte heeft geconcludeerd dat de ziekte het gevolg is van afwijkingen die ontstaan zijn voordat appellante de hoedanigheid van arbeider had in de zin van de LvZv. Daarbij voert appellante aan dat de nierbekkenontsteking pas sinds december 2015 is ontstaan.
2.2
Artikel 7 lid 1 onder a LvZv bepaalt dat de arbeider geen recht op tegemoetkoming heeft of dit recht verliest indien de afwijking reeds bestond of de ziekte is ontstaan op een tijdstip waarop de arbeider niet de hoedanigheid van arbeider in de zin van de LvZv bezat.
2.3
Uit de door partijen overgelegde stukken kan het volgende worden afgeleid.
2.3.1
Appellante heeft zich op 16 november 2015 als arbeider ingeschreven bij de bank. Haar dienstverband is op 1 oktober 2015 aangevangen.
2.3.2
Op 11 februari 2016 heeft appellante zich arbeidsongeschikt gemeld vanwege nierbekkenontsteking.
2.3.3
Tijdens de controle gaf appellante te kennen dat zij jarenlang bekend is met ureterstenose (nierbekkenontsteking) en dat zij in Nederland hiervoor is behandeld en dat zij alhier onder controle is van een uroloog.
2.3.4
Uit nader medisch onderzoek is gebleken dat appellante vanaf 2012 alhier onder controle is bij de behandelend uroloog vanwege nierbekkenontsteking en dat zij in 2013 een operatieve ingreep heeft ondergaan.
2.4
De bank stelt zich op het standpunt dat – kort samengevat – de huidige klachten van appellante het gevolg zijn van een ziekte en afwijkingen die zijn ontstaan vóór oktober 2015.
2.5
Het College is van oordeel dat voldoende aannemelijk is geworden dat de klachten reeds bestonden voor de ingangsdatum van de verzekeringsdekking. Dit is aannemelijk gelet op de aard van de klachten, op de uitlatingen van appellante jegens de controlearts en op informatie verschaft door de behandelend specialist.
2.6
Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat het beroep van appellante ongegrond dient te worden verklaard.

3.DE BESLISSING

Het college van beroep:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven op 15 juni 2017 door mr. N.K. Engelbrecht, voorzitter, J.R. Geerman en E. de Cuba, leden, in tegenwoordigheid van de secretaris.