In deze zaak heeft de vader, [X], verzocht om gezamenlijk ouderlijk gezag over zijn minderjarige dochter, [Z], geboren in 2009, en om de hoofdverblijfplaats bij hem te bepalen. De moeder, [Y], heeft zich verzet tegen dit verzoek en stelt dat de vader niet in staat is om op een verantwoorde manier met het gezag om te gaan, onder andere vanwege zijn agressieve gedrag en gebruik van drugs en alcohol. De procedure omvatte verschillende ingediende stukken, waaronder een rapport van de Voogdijraad, die concludeerde dat er geen onaanvaardbaar risico is voor de minderjarige als het gezag gezamenlijk wordt uitgeoefend. De rechter heeft vastgesteld dat de ouders in staat zijn om met elkaar te communiceren over de zorg voor de minderjarige en dat er geen reden is om aan te nemen dat de minderjarige klem zal raken tussen de ouders. De rechter heeft het verzoek van de vader om gezamenlijk gezag toegewezen, maar het verzoek om de hoofdverblijfplaats bij de vader te bepalen afgewezen, omdat de minderjarige al bij de moeder woont en haar ontwikkeling daar niet in gevaar komt. Tevens is een omgangsregeling vastgesteld, waarbij de minderjarige regelmatig contact heeft met beide ouders. De ouders zijn ook toegelaten om kosteloos te procederen.