ECLI:NL:OGEAA:2017:1022

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
19 december 2017
Publicatiedatum
15 januari 2018
Zaaknummer
411 van 2017
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor gewapende overval op hulpbestuurskantoor met geweld en vuurwapenbezit

In deze strafzaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 19 december 2017 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, geboren in 1990 en thans gedetineerd. De verdachte is beschuldigd van diefstal met geweld en het medeplegen van vuurwapenbezit. De feiten vonden plaats op 31 maart 2017, toen de verdachte samen met anderen een gewapende overval pleegde op een hulpbestuurskantoor in Savaneta. Tijdens de overval werd geweld gebruikt tegen een medewerker, waarbij de verdachte en zijn mededaders een vuurwapen hanteerden. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van vijf jaar, wat door de rechtbank werd opgelegd. De rechtbank oordeelde dat er voldoende wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte betrokken was bij de overval. De benadeelde partij, Servicio di Impuesto, diende een vordering tot schadevergoeding in, maar werd niet-ontvankelijk verklaard omdat zij geen rechtspersoon is en geen machtiging had overlegd. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact op de samenleving, en legde een gevangenisstraf van vijf jaar op, met aftrek van voorarrest.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
S T R A F V O N N I S
in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1990 in Aruba,
wonende in [woonplaats],
thans alhier gedetineerd.

1.Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 27 november 2017 en 28 november 2017. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. J.A.R. Bryson.
De officier van justitie, mr. W. Bos, heeft ter terechtzitting gevorderd de verdachte ter zake van het primair tenlastegelegde feit 1 en feit 2 te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren, met aftrek van voorarrest.
De raadsvrouw heeft het woord gevoerd conform haar pleitaantekeningen.
De benadeelde partij Servicio di Impuesto heeft namens mevr. Angeline Geerman-Giel werkzaam als waarnemend directrice, ter terechtzitting een vordering tot schadevergoeding ingediend.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd:
1. Dat hij op of omstreeks 31 maart 2017 in Aruba
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een zwarte tas met
opschrift Departamento di Impuesto en/of een of meer ijzeren geldkistje(s) inhoudende
geldbedrag van ongeveer Afl. 13.718,-, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan Hulpbestuurskantoor Santa Cruz en/of het Departamento di Impuesto
althans het Land Aruba, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of
verdachtes mededader(s), welk diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd
van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijker te maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan andere deelnemers aan voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en/of verdachtes mededader(s):
- die [slachtoffer 1] met kracht op zijn rug tegen het achterportier van de auto heeft/hebben geduwd
- de van dienstwege verstrekte pistool van die [slachtoffer 1] uit het holster heeft/hebben geprobeerd te halen
- die [slachtoffer 1] twee keer op zijn hoofd heeft/hebben geslagen
- met die [slachtoffer 1] heeft geworsteld terwijl hij, verdachte en/of een van zijn mededader(s) een
Vuurwapen in zijn hand vasthield en een schot heeft/hebben afgelost;
(artikel 2:291 jo artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht)
althans indien ten aanzien van het vorenstaande geen veroordeling mocht kunnen volgen
hij op of omstreeks 31 maart 2017 in Aruba,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk zichzelf en een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot afgifte van een zwarte tas met
opschrift Departamento de Impuesto en/of een of meer ijzeren geldkistje(s) inhoudende een
geldbedrag van ongeveer Afl. 13.718,- in elk geval aan enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan het Hulpbestuurskantoor Santa Cruz en/of het Departamento di Impuesto
althans het Land Aruba, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en
verdachtes mededader, welk geweld en bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte
en/of verdachtes mededader:
- die [slachtoffer 1] met kracht op zijn rug tegen het achterportier van de auto heeft/hebben geduwd
- die van dienstwege verstrekte pistool van die [slachtoffer 1] uit het holster heeft/hebben geprobeerd te halen
- die [slachtoffer 1] twee keer op zijn hoofd heeft/hebben geslagen
- met die [slachtoffer 1] heeft geworsteld terwijl hij, verdachte en/of een van zijn mededader(s) een
Vuurwapen in zijn hand vasthield en een schot heeft/hebben afgelost;
(artikel 2:294 jo artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht)
2. dat hij, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen op
31 maart 2017 te Aruba een vuurwapen en/of munitie, als bedoeld in artikel 3 eerste lid van de Vuurwapenverordening, voorhanden heeft/hebben gehad;
(artikel 3 van de Vuurwapenverordening jo artikel
1:213 van het Wetboek van Strafrecht)

3.Voorvragen

Geldigheid van de dagvaarding
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke vereisten voldoet en dus geldig is.
Bevoegdheid van het gerecht
Krachtens de wettelijke bepalingen is het gerecht bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
Ontvankelijkheid van de officier van justitie
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
Redenen voor schorsing van de vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging gebleken.

4.Bewijsbeslissingen

Bewezenverklaring
Het gerecht heeft uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat het bewezen acht:
1. dat hij op
of omstreeks31 maart 2017 in Aruba
tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een zwarte tas met
opschrift Departamento di Impuesto en
/of een ofmeer ijzeren geldkistje
(s
)inhoudende
een
geldbedrag van ongeveer Afl. 13.718,-,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan
Hulpbestuurskantoor Santa Cruz en/of het Departamento di Impuesto
althanshet Land Aruba,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of
verdachtes mededader(s),welk diefstal werd
voorafgegaan en/ofvergezeld
en/of gevolgd
van geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1]
en/of,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden en/ofgemakkelijker te maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan andere deelnemers aan voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk
(e)geweld en
/ofbedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en/of verdachtes mededader(s):
- die [slachtoffer 1] met kracht op zijn rug tegen het achterportier van de auto heeft
/hebbengeduwd
,
- de van dienstwege verstrekte pistool van die [slachtoffer 1] uit het holster heeft
/hebbengeprobeerd te halen
,
- die [slachtoffer 1] twee keer op zijn hoofd heeft
/hebbengeslagen,
- met die [slachtoffer 1] heeft geworsteld terwijl hij, verdachte en/of een van zijn mededader
(s)een
vuurwapen in zijn hand vasthield en een schot heeft
/hebbenafgelost;
2. dat hij, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleenop
31 maart 2017 te Aruba een vuurwapen en
/ofmunitie, als bedoeld in artikel 3 eerste lid van de Vuurwapenverordening, voorhanden heeft
/hebbengehad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, zoals doorgestreept in de tekst, is niet bewezen, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
Voor zover in de telastlegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring
cursief weergegevenverbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.Bewijsmiddelen

De overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de navolgende wettige bewijsmiddelen zijn vervat, waarbij ieder bewijsmiddel, ook in onderdelen, telkens slechts wordt gebezigd voor het bewijs van het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft
.
Voor zover de hieronder opgenomen bewijsmiddelen worden aangeduid als ‘bijlage’, betreft het bijlagen bij het proces-verbaal van het Korps Politie Aruba, Divisie Algemene Recherche, Team Bijzondere Projecten, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 24 september 2017 gesloten en ondertekend door [verbalisant 1], brigadier eerste klasse bij voormeld korps.
Bijlage 3.20
1. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 31 maart 2017 gesloten en getekend door [verbalisant 2], hoofdagent bij het Korps Politie Aruba, voor zover inhoudende, als
proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1]-zakelijk weergegeven-:
Heden was ik samen met een collega belast met het geldtransport van de hulpbestuurskantoren Santa Cruz, Savaneta en Sint Nicolaas. Omstreeks 15:23 uur arriveerden wij bij het hulpbestuurskantoor Savaneta. Ik stapte vanuit de auto terwijl mijn collega achter het stuur bleef zitten. Ik liep het hulpbestuurskantoor binnen en nam een zwarte tas en twee blauwkleurige ijzeren geldkistjes inhoudende een geldbedrag van Afl. 1000,- in elke kistje. Ik zette de zwarte tas en de twee blauwkleurige kistjes in de auto. Ik voelde dat iemand mij met kracht op mijn rug op het achterportier duwde zodat ik mij niet kon bewegen. Ik kon niet zien hoeveel personen op dat moment achter mij stonden. Deze persoon/personen probeerde(n) hierna mijn van dienst verstrekte pistool, uit het holster te halen. Ik werd hierna gedurende een worsteling twee keer op mijn voorhoofd met een ijzeren voorwerp geslagen waardoor ik veel pijn op mijn hoofd voelde. Ik kon niets anders doen dan blijven worstelen gezien dat ik de arm van één van de overvallers, die in de auto stak, een zwart vuurwapen vasthield. Ik vreesde op dat moment voor mijn leven en veiligheid. Ik hield zijn schiethand met kracht vast zodat hij mij niet zou doodschieten. Op gegeven moment hoorde ik een harde klap. Het was een schot van het vuurwapen dat de overvaller in één van zijn handen vasthield. Het lukte de overvallers hierna de twee blauwkleurige geldkistjes en een zwarte tas die opgehaald werd bij het hulpbestuurskantoor te Santa Cruz inhoudende een geldbedrag van Afl. 13.718,- weg te nemen. De overvallers renden hierna weg.
Bijlage 3.24
2. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 31 maart 2017 gesloten en getekend door [verbalisant 3], brigadier bij voormeld korps, voor zover inhoudende, als
verklaring van getuige [getuige 1], agent in opleiding,-zakelijk weergegeven-:
Heden, 31 maart 2017, omstreeks 15:30 uur was ik samen met twee collega’s bij Ritz te Savaneta. Mijn collega’s zijn genaamd [collega 1] en [collega 2]. Ik hoorde plotseling een harde klap. Het geluid kwam van hulpbestuurskantoor te Savaneta. Wij renden naar de hoofdverkeersweg toe om te zien wat er gaande was bij het hulpbestuurskantoor. Ik zag 5 onbekende mannen in oostelijke richting rennen. De mannen renden in noord/oostelijke richting weg. Zij gingen in de richting van Hao Ling Supermarket te Savaneta. Ik kreeg meteen het vermoeden dat er een gewapende overval op de hulpbestuurskantoor gepleegd werd gezien één van de mannen een pistool in zijn rechter hand vasthield (overvaller 1), gezien dat ik een harde klap had gehoord en gezien de manier waarop de mannen zeer verdacht aan het rennen waren. Ik liep meteen terug en stapte samen met mijn collega in mijn auto. Wij reden richting Hao Ling. Gekomen bij de kruising gelegen ten oosten van Hao Ling zag ik een man die in oostelijke richting aan het lopen was. Deze man deed heel verdacht en had een zwarte tas bij zich. Hij was in de zwarte tas aan het zoeken. Ik herkende deze man meteen als een van de overvallers die ik eerder ter hoogte van het hulpbestuurskantoor had gezien (overvaller 2). Hij was in bijzijn van een derde man (overvaller 3). Ik herkende de derde man ook meteen als een van de overvallers. Ik zag dat hij een voorwerp in zijn hand hield. Ter hoogte van een container gelegen schuin tegenover het “Chun Ho” te Savaneta zag ik twee auto’s op de zandweg geparkeerd. Eén van de auto’s was een rode auto van het merk Nissan Sentra en voorzien van het kentekenplaat nr. A-42250. De andere auto was een grijze auto van het merk en model Toyota Yaris. Ik zag dat overvallers 2 en 3 in de Toyota Yaris zaten. Ik zag dat overvaller 1 in de rode Nissan Sentra zat en hij trad op als bestuurder van de nissan sentra. Ik zag ook een vierde man op de achterbank van de rode nissan sentra. Ik herkende hem meteen als een van de overvallers (overvaller 4). Er bevond zich ook een vijfde persoon in deze auto. Ik zag beide auto’s wegrijden. Ik besloot om samen met mijn collega achter de nissan sentra aan te gaan. De nissan sentra reed de hoofdverkeersweg op en begon in westelijke richting weg te rijden. Wij hadden telefonisch het kentekennummer van de nissan sentra aan de Sectie Centrale Post van de politie doorgegeven.
Bijlage 3.2
3. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 3 april 2017 gesloten en getekend door [verbalisant 4] en [verbalisant 5], beiden brigadier eerste klasse bij het Korps Politie Aruba, voor zover inhoudende, als
proces-verbaal van bevinding–zakelijk weergegeven-:
Op 31 maart 2017, omstreeks 15:25 uur werd door de dienstdoende centralist meegedeeld dat een overval zou hebben plaatsgevonden voor het hulpbestuurskantoor te Savaneta en dat de daders in een voertuig, zijnde een rode Nissan Sentra met kentennummer A-42250, zijn gevlucht. Deze rode auto zou de hoofdverkeersweg in westelijke richting hebben genomen. In verband hiermee zijn wij verbalisanten voornoemde auto gaan opsporen. Ter hoogte van JR Bar & Restaurant te Pos Chiquito zagen wij deze voornoemde Nissan Sentra in westelijke richting rijden. Wij hebben toen een achtervolging op deze auto ingesteld. In bedoelde auto zagen wij 3 inzittenden. Wij gaven opdracht aan het bestuurder om te stoppen. Wij zagen dat ter hoogte van het perceel Pos Chiquito 259-L de mede-inzittende vanuit de nissan sentra stapte en de mondi in rende. Wij zagen dat de nissan sentra hierna rechtsaf sloeg. Wij zagen vervolgens dat de bestuurder uit de nissan sentra stapte en in westelijke richting, zijnde de richting van een mondi wegrende. Verder zagen wij dat de overgebleven mede-inzittende uit de nissan sentra stapte, naar de bestuurderszijde van de auto rende en achter het stuur stapte. Wij zagen dat de nissan sentra doorreed. Wij zagen dat de (nieuwe) bestuurder uit de auto stapte en wegrende. Ter hoogte voor het perceel van Pos Chiquito 257 kwam het voertuig tot stilstand. Ik verbalisant [verbalisant 5] herkende de bestuurder als de ambtshalve bekende [verdachte]. Wij zagen dat de verdachte met ontbloot bovenlijf, de mondi in rende.
Bijlage 2.4
4. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 1 april 2017 gesloten en getekend door [verbalisant 6] en [verbalisant 7], respectievelijk hoofdagent eerste klasse en agent eerste klasse bij het Korps Politie Aruba, voor zover inhoudende, als
proces-verbaal van aanhouding verdachte-zakelijk weergegeven-:
Op 31 maart 2017 omstreeks 15.30 uur melde de dienstdoende centralist dat zonet een beroving had plaatsgevonden bij het hulpbestuurskantoor te Savaneta. Wij reden richting de wijk Sabana Basora. Een surveillance-eenheid meldde een verdachte te hebben gezien en dat hij door de tuin van perceel Pos Chiquito 51-J rende. Wij reden naar dit adres. Een jongeman, die rennend in onze richting kwam, vertelde ons dat een voor hem onbekende man zich in de tuin van zijn woning te Pos Chiquito 245-U verscholen hield. Wij gingen samen met de jongeman richting zijn woning. De jongeman gaf later op te zijn [getuige 2]. Gekomen bij de ingang van zijn erf zei de jongeman om rechtdoor te lopen en dat wij daar de onbekende man zouden vinden. Ongeveer 15 meter van de locatie die de getuige ons had gewezen riep ik, [verbalisant 7],: “Polis hisa bo man”. Na enkele seconden kwam een man tevoorschijn. De verdachte was alleen gekleed in een blauw korte broek met ontbloot bovenlijf. De verdachte rende vervolgens de mondi in. Wij renden de
verdachte achterna en verderop werd de verdachte ingehaald en vastgehouden. De man die later opgaf te zijn [verdachte] werd aangehouden.
Bijlage 3.14
5. Een proces-verbaal van fotoconfrontaties getuige [getuige 2] met vier verdachten, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 12 april 2017 gesloten en getekend door [verbalisant 1] en [verbalisant 2], respectievelijk brigadier eerste klasse en brigadier bij voormeld korps, voor zover inhoudende, -zakelijk weergegeven-:
Op 12 april 2014 werd de getuige [getuige 2] aan meervoudige fotoconfrontaties onderworpen. De getuige herkende de verdachte afgedrukt op fotoblad “3” op fotonummer “4”. De getuige verklaarde dat deze man dezelfde man is die op 31 maart 2017 zich op zijn erf verschool en later door de politie werd aangehouden.
De getuige verklaarde dat op 31 maart 2017 in de middaguren hij een onbekende man op zijn erf zag schuilen. Deze man vroeg hem voor hulp en of hij binnen onder zijn bed kon gaan schuilen. De man had hem Afl. 10.000,- aangeboden om hem te schuilen.
Op fotoblad nummer “3”, fotonummer “4” staat de foto van de verdachte genaamd: [verdachte], geboren op [geboortedatum] 1990, wonende te [woonplaats] op Aruba.
Bijlage 3.10
6. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 12 april 2017 gesloten en getekend door [verbalisant 8] en [verbalisant 9], beiden brigadier eerste klasse bij het Korps Politie Aruba, voor zover inhoudende, als
proces-verbaal van bevinding videobeelden-zakelijk weergegeven-:
Op 31 maart 2017, omstreeks 15:30 uur stuurde de dienstdoende centralist personeel van het Team bijzondere projecten naar het hulpbestuurskantoor te Savaneta alwaar een gewapende overval op de twee geldtransporteurs werd gepleegd. Gedurende een door het onderzoeksteam verricht onderzoek naar de mogelijke vluchtroute werd een hoeveelheid videobeelden ontvangen. Bedoelde beelden zijn allemaal opnames genomen op 31 maart 2017 in de middaguren. Het betreft videobeelden van “Start Point” die net tegenover het Hulpbestuurskantoorgebouw te Savaneta is gevestigd en de Chinese supermarkt “Hao Ling” die achter in de omgeving van bedoelde hulpbestuurskantoorgebouw is gevestigd.
Bevinding Start Point
De videobestanden geven een beeld in noordwestelijke richting op de parkeerplaats, hoofdverkeersweg leidende door Savaneta en gedeelte van het hulpbestuurskantoorgebouw. Het volgende werd waargenomen:
Omstreeks 14:36 uur parkeerde een zwart motorvoertuig ven het merk en model Toyota Tercel op de parkeerplaats van Star Point met de voorzijde in de noordelijke richting met zicht op het hulpbestuurskantoorgebouw.
Omstreeks 15:17 uur parkeerde een motorvoertuig van het merk en model Nissan Sentra op de parkeerplaats van het hulpbestuurskantoorgebouw.
Omstreeks 15:20 uur liep het slachtoffer naar het linkerachterportier van de Nissan Sentra en opende dit. Twee mannen die onder de bushalte zaten renden richting het slachtoffer. Een van deze mannen had zijn rechterhand getild alsof hij een vuurwapen daarin vasthield en beide mannen vielen het slachtoffer aan. Beide overvallers rukten en trokken met kracht in verschillende richtingen dan van het slachtoffer.
Omstreeks 15.20 uur stapten de bestuurder en de mede-inzittende van de toyota tercel uit. De bestuurder zal verder overvaller 3 genoemd worden en de mede-inzittende zal verder overvaller 4 genoemd worden.
Overvaller 3 rende hard richting overvallers 1 en 2.
Overvaller 4 liep met een looppas in dezelfde richting.
Bevinding Hao Ling
De videobestanden geven een beeld in de zuidelijke richting op de parkeerplaats en verharde weg leidende voor Hao Ling. Het volgende werd waargenomen:
Omstreeks 15:26, rende overvaller 3 hard vanuit de westelijke richting in de oostelijke richting weg met een zwart voorwerp in zijn linkerhand vast. Twee overvallers, van wie één een blauwe geldkist en zwarte tas vasthield, renden hem achterna. Hierna liep overvaller 4 ook in hun richting. Hij hield een blauwe geldkist in zijn linkerhand vast.
Aanhouding verdachte
Op dezelfde dag, kort nadat de gewapende overval gepleegd werd, werden een aantal mannelijke personen op heterdaad, als verdachte van het plegen van de gewapende overval, op diverse plekken aangehouden onder anderen:
Naam: [verdachte]
Voornamen: [verdachte]
Geboortedatum: [geboortedatum] 1990
Geboorteland: Aruba
Adres: [woonplaats]
Constatering en herkennen verdachte
Naar aanleiding dat voornoemde verdachten, op heterdaad, aangehouden werden, werden zij inmiddels bekend voor de leden. Na het wederom goed, met volle aandacht bestuderen en analyseren van de videobestanden van “”Hao Ling” is door de verbalisanten geconstateerd en herkend dat de bestuurder oftewel overvaller 3, de verdachte “[verdachte]” is.
Voor het hieronder opgenomen bewijsmiddel, betreft het een bijlage bij het proces-verbaal van het Korps Politie Aruba, Divisie Algemene Recherche, Team Bijzondere Projecten, behorende bij de het onderzoek “Hulpbestuurskantoor Savaneta 2”, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 27 september 2017 gesloten en ondertekend door [verbalisant 1], brigadier eerste klasse bij voormeld korps.
Bijlage 2.4.5
7. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 16 juni 2017 gesloten en getekend door [verbalisant 1] en [verbalisant 1], respectievelijk brigadier eerste klasse en brigadier bij voormeld korps, voor zover inhoudende, als
verklaring van getuige [getuige 3], -zakelijk weergegeven-:
Aan getuige [getuige 3] worden de videobeelden van “Hao Ling Minimarket” getoond. Op de vraag van de verbalisanten of hij de eerste gewapende overvaller die in de oostelijke richting reed herkent, antwoordt de getuige: ‘Jazeker. Dit is mijn broer genaamd “[verdachte]. Ik ken hem heel goed. Ik herken hem aan zijn lichaamsbouw en aan zijn manier van rennen’.
Bewijsoverwegingen
De verdediging heeft betoogd dat de verdachte van het hem tenlastegelegde dient te worden vrijgesproken wegens gebrek aan wettig en overtuigend bewijs.
De verdachte ontkent iedere betrokkenheid bij de overval en heeft ter terechtzitting
verklaard dat hij op de dag van de overval medeverdachte [medeverdachte 1] met zijn auto had opgehaald. De verdachte rende weg voor de politie omdat hij marihuana bij zich had. Wat verder in zijn verklaring afgelegd bij de politie staat vermeld heeft hij niet zo verklaard. Volgens de verdachte heeft de politie gelogen.
Het gerecht is van oordeel dat er voldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is op grond waarvan bewezen kan worden dat de verdachte één van de overvallers is. Het verweer van de verdediging wordt dan ook verworpen.

6.Kwalificatie en strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Feit 1, primair
diefstal, door twee of meer verenigde personen, vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijker te maken, strafbaar gesteld bij artikel 2:291 van het Wetboek van Strafrecht.
Feit 2:
medeplegen van een overtreding van een verbod, gesteld bij artikel 3, eerste lid, van de Vuurwapenverordening strafbaar gesteld bij artikel 11 van de Vuurwapenverordening jo. artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht, meermalen gepleegd.
Het bewezenverklaarde is strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid ervan opheffen of uitsluiten.

7.Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid opheffen of uitsluiten.

8.Oplegging van straf of maatregel

Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht het gerecht na te noemen beslissing passend. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het tezamen en in vereniging plegen van een gewapende overval. Bij de overval is geweld gebruikt en zelfs geschoten. Verschillende omstanders zijn getuige geweest van deze agressieve overval die op klaarlichte dag plaatsvond. Verdachte en zijn mededaders hebben met deze overval de rechtsorde ernstig geschokt en gezorgd voor gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving. Zij hebben niet alleen financiële schade, maar vooral ook grote angst en leed toegebracht. Slachtoffers van dergelijke daden kunnen nog langdurig lijden onder de geestelijke gevolgen daarvan. Als schadelijk voor het imago voor Aruba als relatief veilige toeristische bestemming, kan een dergelijk feit op termijn ook de economie en welvaart van dit land ondermijnen. Voorts kan het voorhanden hebben van een vuurwapen gevaarlijke situaties met zich meebrengen.
Oplegging van een vrijheidsontnemende straf is op zich geïndiceerd.
Het gerecht heeft acht geslagen op een uittreksel uit het algemene documentatieregister betreffende de verdachte, waaruit blijkt dat verdachte in 2009 eerder is veroordeeld wegens overtreding van een bij of krachtens de Vuurwapenverordening gesteld verbod.
Alles afwegende kan niet worden volstaan met een andere of lichtere straf dan gevangenisstraf van na te melden duur.

9.Benadeelde partij

Door de waarnemend directrice van Servicio di Impuesto is een vordering tot schadevergoeding ingediend, ter grootte van het weggenomen geldbedrag. Servicio di Impuesto is evenwel geen rechtspersoon, terwijl een toereikende machtiging om namens het Land Aruba een vordering in te dienen niet is overgelegd. Overigens blijkt uit de ingediende stukken dat de geleden financiële schade kennelijk is aangemeld bij de verzekeraar van het geldtransportbedrijf. Of er gelden zijn uitgekeerd is niet duidelijk geworden.
Om voornoemde redenen zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard. De vordering kan bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf mede gegrond op de artikelen 1:13, 1:62, 1:136 en 1:224 van het Wetboek van Strafrecht.

11.Beslissing

Het gerecht:
verklaart bewezen dat de verdachte de tenlastegelegde feiten zoals hierboven bewezen geacht heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en de verdachte hiervoor strafbaar;
kwalificeert het bewezenverklaarde als hierboven omschreven;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) jaren;
bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
verklaart de benadeelde partij Servicio di Impuesto in haar vordering niet ontvankelijk.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. M. Schoemaker en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit gerecht op 19 december 2017, in tegenwoordigheid van de griffier.