In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, hebben appellanten Venus Flower Development VBA en Carlos E. Verdugo Gazdik beroep ingesteld tegen de weigering van de minister van Economische Zaken en Communicatie om hen een vestigingsvergunning te verlenen. De minister had de vergunning geweigerd op basis van de Vestigingsverordening bedrijven (Vvb), met als argument dat de bedrijfsactiviteiten van appellanten niet voldeden aan de richtlijnen voor toegelaten activiteiten. Appellanten betoogden dat het weigeren van de vergunning onterecht was, aangezien het houden van een woning niet in strijd is met het algemeen belang of de openbare orde. Het gerecht oordeelde dat de minister onvoldoende had onderbouwd waarom de vergunning geweigerd werd, vooral omdat er geen feitelijke bedrijfsactiviteiten zouden plaatsvinden. Het gerecht vernietigde de bestreden beschikking en gaf de minister de opdracht om binnen drie maanden een nieuwe beslissing te nemen op het bezwaar van appellanten, met inachtneming van de uitspraak. Tevens werd de minister veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan appellanten.