ECLI:NL:OGEAA:2017:1005

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
19 december 2017
Publicatiedatum
4 januari 2018
Zaaknummer
E.J. no. 2472 van 2017 / AUA201703036
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst en gewichtige redenen in arbeidsrelatie

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 19 december 2017 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de vennootschap Merantillas V.B.A. (hierna: Riu) en de werknemer, verweerder. Riu verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst zonder toekenning van een billijkheidsvergoeding, na een reeks van waarschuwingen aan de werknemer voor verschillende overtredingen van de bedrijfsregels. De werknemer was sinds 3 april 2015 in dienst bij Riu als 'bellman' en had in de periode van zijn dienstverband meerdere waarschuwingen ontvangen voor zijn gedrag en prestaties. Het meest recente incident vond plaats op 7 oktober 2017, waarbij de werknemer verzuimde om belangrijke check-out brieven bij hotelgasten te bezorgen, wat leidde tot problemen bij de uitcheckprocedure van gasten.

Tijdens de zitting op 27 november 2017 heeft de werknemer zijn verweer gevoerd, waarbij hij de beschuldigingen van Riu betwistte. Het Gerecht oordeelde dat de eerdere waarschuwingen niet voldoende gewichtige redenen opleverden voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Het Gerecht concludeerde dat het verzoek van Riu om ontbinding van de arbeidsovereenkomst niet kon worden toegewezen, omdat de stellingen van Riu over het incident van 7 oktober 2017 niet voldoende waren onderbouwd. Het Gerecht wees het verzoek van Riu af en veroordeelde Riu in de proceskosten van de werknemer, die zijn gemachtigde had moeten vergoeden.

De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs en de noodzaak voor werkgevers om hun claims te onderbouwen, vooral in gevallen van ontbinding van arbeidsovereenkomsten. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de werknemer niet op een gewichtige reden kon worden ontslagen, en dat de eerdere waarschuwingen niet voldoende waren om tot ontbinding over te gaan.

Uitspraak

Beschikking van 19 december 2017
Behorend bij E.J. no. 2472 van 2017 / AUA201703036
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING in de zaak van:
de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MERANTILLAS V.B.A.,
te Aruba,
verzoekster,
hierna ook te noemen: Riu,
gemachtigden: advocaten mrs. R.A. Wix en E.R. Zeppenfeldt,
tegen:
[verweerder],
te Aruba,
verweerder,
hierna ook te noemen: verweerder,
gemachtigde: advocaat mr. H.G. Figaroa.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, met producties;
- de producties ingediend door verweerder;
- de aanvullende producties ingediend door Riu;
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van de zaak.
1.2
Die behandeling heeft plaatsgevonden ter terechtzitting van 27 november 2017. Riu is ter zitting verschenen bij haar gemachtigden, die werden vergezeld door [naam directeur HR van Riu] (directeur Human Resources van Riu). Verweerder is verschenen samen met zijn gemachtigde. Verweerder heeft ter zitting gebruik gemaakt van de aan hem geboden gelegenheid om te antwoorden op het verzoekschrift, en dat onder overlegging van een pleitnota. Daarop heeft Riu gebruik gemaakt van de aan haar geboden gelegenheid om te repliceren. Tot slot heeft verweerder gedupliceerd.
1.3
Beschikking is bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Verweerder is op 3 april 2015 bij Riu in dienst getreden in de functie van ‘bellman’ in het hotel van Riu (hierna: het hotel). In die hoedanigheid dient verweerder onder andere de check-out brieven bij de kamers van de hotelgasten die de volgende dag zullen uitchecken te bezorgen.
2.2
Verweerder heeft in de periode juli 2015 tot en met mei 2017 verschillende waarschuwingen zijdens Riu ontvangen.
2.3
In een aan verweerder gerichte brief van Riu van 30 mei 2017 is het volgende te lezen:
“Mediante e document aki nos kier notifica averweerder
(…), tur e warnings cuverweerder
tin riba e file di dje:
Verbal warning Julio 2015: No venir afeitado en varias ocasiones
Written warning Noviembre 2015: invitar a clientes a hacer tours privados con el y entrar al hotel fuera de su horario a recogerlos. Algo que esta prohibido por haber en el hotel agencias que se dedican a ello.
Verbal warning Marzo 2016: No estar en su puesto de trabajo y mentir sobre lo que estaba haciendo.
Verbal warning Agosto 2016: Fue enviado a comprobar el apellido de un cliente y directamente le pidió el pasaporte sin justificación algún y violando la intimidad del cliente
Written warning Noviembre 2016: se les ha comentado muchas veces los lugares donde deben estar para atender a los clients. Fue sorprendido sentado en el cuarto de las maletas con el móvil
Verbal warning Marzo 2017: Venir nuevamente sin afeitar
Written warning Marzo 2017: El relaciones publicas le indicó como poner las maletas en el check in y el empleado desobedecio la orden porque según el “asi era más sencillo”
Verbal warning Abril 2017: Colocó las maletas de un cliente en el autobus incorrecto que iba al aeropuerto. Las maletas del cliente aparecieron 2 horas después en el lost&found del aeropuerto
Written warning Mayo 2017: entrar a trabajar por la entrada del rest. Blossoms y casino. Entrada no autorizada para los trabajadores ya que no hay seguridad a la entreda
Written warning Mayo 2017: nuevamente sin afeitar
Nos kier pone na altura naverweerder
, cu esaki ta e ultima oportunidad pa sigue traha cu e compañia, si de ahora en adelante everweerder
ta kibra e Regla di Hotel (handbook) cu e empleado a wordo recibi dia di contratashon, nos ta bai tuma e terminacion di contrato laboral, tene en cuenta ya que esaki ta ultimo aviso.
(…)”.
2.4
Op 7 oktober 2017 was verweerder verantwoordelijk voor het bezorgen van de check-out brieven op de 15de 16de, 17de, en 18de verdieping van het hotel. Voornoemde brieven zijn de volgende dag in een prullenbak aangetroffen.
2.5
Verweerder is na dit laatste incident geschorst met doorbetaling loon.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Riu verzoekt het Gerecht om de arbeidsovereenkomst met verweerder te ontbinden zonder toekenning van een billijkheidsvergoeding aan verweerder, met veroordeling van verweerder in de kosten van deze procedure.
3.2
Verweerder voert verweer en concludeert tot afwijzing van het door Riu verzochte.
3.3
Op de standpunten van partijen zal het Gerecht, waar nodig, nader ingaan.

4.DE BEOORDELING

4.1
Aan de orde is de beantwoording van de vraag of er sprake is van een gewichtige reden die met zich brengt dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen dadelijk of op korte termijn dient te eindigen, zoals bedoeld in artikel 7A:1615w BW.
4.2
Riu legt aan haar verzoek tot ontbinding van de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst de stelling ten gronde dat verweerder, naast de diverse waarschuwingen die hij sinds zijn indiensttreding heeft gehad, op 7 oktober 2017 een redelijke opdracht heeft genegeerd. Verweerder heeft volgens Riu de check-out brieven die hij op de 15de 16de, 17de, en 18de verdieping van het hotel bij de kamers van de uitcheckende hotelgasten had moeten bezorgen, niet bezorgd. Die brieven zijn de volgende dag in de prullenbak aangetroffen. Hierdoor hebben meerdere gasten zich laat uitgecheckt als gevolg waarvan die kamers niet op tijd beschikbaar waren voor de nieuwe hotelgasten. Riu stelt dat verweerder hierover is gehoord en hem de gelegenheid is geboden om zich te verweren.
4.3
Het Gerecht stelt voorop dat het onderhavige verzoek van Riu pas naar aanleiding van het incident van 7 oktober 2017 is ingediend. Het Gerecht trekt hieruit de conclusie dat de hieraan voorafgaande waarschuwingen aan verweerder geen gewichtige redenen hebben opgeleverd voor ontbinding van de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst. Dientengevolge zal alleen het incident van 7 oktober 2017 bij de beoordeling van het onderhavige verzoek betrokken worden, als zijnde de spreekwoordelijke druppel die voor Riu de emmer kennelijk heeft doen overlopen.
4.4
Verweerder heeft de hiervoor onder 4.2. vermelde stellingen van Riu ter zake van bedoelde check-out brieven gemotiveerd bestreden. Die stellingen staan daarom niet vast. Tegen de achtergrond van dat verweer ziet het Gerecht geen of onvoldoende grond om bedoelde stellingen voldoende aannemelijk te oordelen. Dit te meer omdat verweerder onbestreden heeft gesteld dat het op de weg van Riu had gelegen om bedoeld beweerdelijk verwijtbare feit met camerabeelden te onderbouwen, nu de werkplek van verweerder (met daarbij de bewuste prullenbak) voortdurend door middel van camera’s wordt geregistreerd. Eén en ander brengt met zich dat de onder 4.1 geformuleerde vraag ontkennend moet worden beantwoord en dat het ontbindingsverzoek van Riu daarom zal worden afgewezen.
4.5
Riu zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van verweerder, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten van liquidatietarief 5, ad Afl. 1.250,-- per punt).

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
- wijst af het door Riu verzochte;
- veroordeelt Riu in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van verweerder, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigde.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 december 2017 in aanwezigheid van de griffier.