ECLI:NL:OGEAA:2017:1004
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Voorlopige ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van gezag en bescherming
In deze beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 22 december 2017, wordt een verzoek behandeld van de Voogdijraad tot voorlopige ondertoezichtstelling van een minderjarige. De procedure start met een verzoekschrift dat op 18 december 2017 is ingediend. Tijdens de zitting op 22 december 2017 zijn de Voogdijraad, de moeder van de minderjarige en de voorgestelde gezinsvoogdes aanwezig. De minderjarige is geboren uit de relatie tussen de moeder en de vader, die in de Dominicaanse Republiek woont. De ouders hebben van rechtswege het gezag over de minderjarige.
Het verzoek is gegrond op artikel 1:257 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, dat de rechter de bevoegdheid geeft om een kind voorlopig onder toezicht te stellen indien er een acute noodsituatie is. De rechter moet beoordelen of het dringend noodzakelijk is om de minderjarige onder toezicht te stellen en eventueel te plaatsen in een inrichting. In dit geval is het gerecht van oordeel dat het verzoek gegrond is, gezien het rapport van de Voogdijraad en de omstandigheden die ter zitting zijn besproken. De moeder stemt in met het verzoek.
De beschikking houdt in dat de minderjarige voorlopig onder toezicht wordt gesteld, met benoeming van de gezinsvoogdes en plaatsing in het Orthopedagogisch Centrum. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de maatregelen onmiddellijk van kracht zijn totdat er een definitieve beslissing is genomen over de ondertoezichtstelling.