ECLI:NL:OGEAA:2017:1004

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
22 december 2017
Publicatiedatum
4 januari 2018
Zaaknummer
EJ nr. 2781 van 2017/AUA201703489
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van gezag en bescherming

In deze beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 22 december 2017, wordt een verzoek behandeld van de Voogdijraad tot voorlopige ondertoezichtstelling van een minderjarige. De procedure start met een verzoekschrift dat op 18 december 2017 is ingediend. Tijdens de zitting op 22 december 2017 zijn de Voogdijraad, de moeder van de minderjarige en de voorgestelde gezinsvoogdes aanwezig. De minderjarige is geboren uit de relatie tussen de moeder en de vader, die in de Dominicaanse Republiek woont. De ouders hebben van rechtswege het gezag over de minderjarige.

Het verzoek is gegrond op artikel 1:257 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, dat de rechter de bevoegdheid geeft om een kind voorlopig onder toezicht te stellen indien er een acute noodsituatie is. De rechter moet beoordelen of het dringend noodzakelijk is om de minderjarige onder toezicht te stellen en eventueel te plaatsen in een inrichting. In dit geval is het gerecht van oordeel dat het verzoek gegrond is, gezien het rapport van de Voogdijraad en de omstandigheden die ter zitting zijn besproken. De moeder stemt in met het verzoek.

De beschikking houdt in dat de minderjarige voorlopig onder toezicht wordt gesteld, met benoeming van de gezinsvoogdes en plaatsing in het Orthopedagogisch Centrum. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de maatregelen onmiddellijk van kracht zijn totdat er een definitieve beslissing is genomen over de ondertoezichtstelling.

Uitspraak

Beschikking van 22 december 2017
behorend bij EJ nr. 2781 van 2017/AUA201703489
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
DE VOOGDIJRAAD,
kantoorhoudend in Aruba,
VERZOEKER,
vertegenwoordigd,
Belanghebbenden:
[minderjarige], de minderjarige,
[moeder], de moeder, wonende in Aruba,
[vader], de vader, wonende in de Dominicaanse Republiek,
[gezinsvoogdes], de voorgestelde gezinsvoogdes.

1.HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingediend op 18 december 2017,
- de griffiersaantekeningen van het minderjarigenverhoor op 22 december 2017 en de behandeling van het verzoek op 22 december 2017, waaruit blijkt dat zijn verschenen de Voogdijraad bij mw. [mevrouw], Fundacion Guia Mi bij mw. [gezinsvoogdes] en de moeder in persoon.
De uitspraak is terstond gedaan.

2.DE FEITEN

Uit de relatie tussen de moeder en de vader is op [geboortedatum] in de Dominicaanse Republiek geboren [minderjarige] (hierna: de minderjarige). De ouders oefenen van rechtswege het gezag uit over de minderjarige.

3.HET VERZOEK

Verzocht wordt om de minderjarige voorlopig onder toezicht te stellen totdat op het verzoek tot ondertoezichtstelling bij gewijsde is beslist, met de plaatsing van de minderjarige in het Orthopedagogisch Centrum en met benoeming van mw. [gezinsvoogdes] van Fundacion Guia Mi als gezinsvoogdes.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het onderhavige verzoek is gegrond op artikel 1:257 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BWA). Ingevolge artikel 1:254 e.v. BWA kan de rechter, indien een kind zodanig opgroeit dat het met zedelijke of lichamelijke ondergang wordt bedreigd, het kind onder toezicht stellen, met benoeming van een gezinsvoogd en met uithuisplaatsing, indien dit in het belang van de verzorging en opvoeding noodzakelijk is. Ingevolge artikel 1:257 BWA kan de rechter, hangende het onderzoek, het kind voorlopig onder toezicht stellen.
4.2
Uit voornoemde bepalingen vloeit voort dat de voorlopige maatregel slechts kan worden genomen indien een verzoek of vordering tot ondertoezichtstelling is gedaan, en de uitkomst van het onderzoek niet kan worden afgewacht. Het moet dus gaan om een acute noodsituatie. Ter beoordeling ligt dus thans voor de vraag of het dringend en onverwijld noodzakelijk is de minderjarige, hangende het onderzoek naar de vraag of de ondertoezichtstelling geboden is, voorlopig onder toezicht te stellen en haar te doen opnemen in een inrichting of elders dan in een inrichting.
4.3
Gebleken is dat het verzoek tot ondertoezichtstelling is ingediend. Het gerecht is gelet hierop, op het rapport van de Voogdijraad en het ter zitting besprokene van oordeel dat het dringend en onverwijld noodzakelijk is de minderjarige hangende het onderzoek naar de vraag of de ondertoezichtstelling geboden is, voorlopig onder toezicht te stellen. De moeder gaat akkoord met het verzoek.
4.4
Het gerecht ziet tevens aanleiding om de minderjarige gedurende deze voorlopige ondertoezichtstelling te plaatsen in het Orthopedagogisch Centrum.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:

stelt met ingang van heden en totdat omtrent de ondertoezichtstelling bij gewijsde is beslist, voorlopig onder toezicht de minderjarige [minderjarige], geboren op [geboortedatum] in de Dominicaanse Republiek,
benoemt [gezinsvoogdes] als gezinsvoogdes over de minderjarige,
beveelt de plaatsing van voornoemde minderjarigein het Orthopedagogisch Centrum, gedurende de voorlopige ondertoezichtstelling,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.M.D. Angela, rechter in dit gerecht, ter zitting van maandag 22 december 2017 in tegenwoordigheid van de griffier.