ECLI:NL:OGEAA:2017:100

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
15 februari 2017
Publicatiedatum
21 februari 2017
Zaaknummer
K.G. nr. 124 van 2017
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over ontruiming en betaling van achterstallige huurpenningen

In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. N.S. Gravenstijn, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, die niet is verschenen. De procedure is gestart met een verzoekschrift op 19 januari 2017, en de mondelinge behandeling vond plaats op 3 februari 2017. Gedaagde huurt een woning van eiseres voor Afl. 1.500,- per maand, maar heeft een huurachterstand opgebouwd. De Huurcommissie heeft eerder toestemming gegeven aan eiseres om de huurovereenkomst op te zeggen vanwege de huurachterstand en de verstoorde relatie. Eiseres vordert in kort geding de ontruiming van de woning binnen 24 uur en betaling van Afl. 18.000,- aan achterstallige huur, vermeerderd met wettelijke rente.

De rechter heeft vastgesteld dat gedaagde niet is verschenen en heeft verstek verleend. Eiseres is in staat om kosteloos te procederen, en de vorderingen van eiseres zijn niet onrechtmatig of ongegrond. De rechter heeft de ontruimingstermijn vastgesteld op twee weken en gedaagde veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur en de proceskosten. De gevorderde dwangsom is afgewezen, omdat eiseres de ontruiming met behulp van de deurwaarder kan laten uitvoeren. Het vonnis is uitgesproken op 15 februari 2017 en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 15 februari 2017
Behorend bij K.G. nr. 124 van 2017
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
tussen:
[Eiseres],
wonende te Aruba,
hierna ook te noemen: eiseres,
gemachtigde: de advocaat mr. N.S. Gravenstijn,
tegen:
[Gedaagde],
wonende in Aruba,
hierna ook te noemen: gedaagde,
niet verschenen.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met producties, ingediend op 19 januari 2017;
  • de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 3 februari 2017, waaruit blijkt dat alleen eiseres is verschenen bijgestaan door haar gemachtigde. Gedaagde is, hoewel deugdelijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen.
1.2
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Gedaagde huurt van eiseres de woning gelegen te [adres] in Aruba tegen een huurprijs van Afl. 1.500,- per maand.
2.2
Bij beslissing van 6 juli 2016 heeft de Huurcommissie – kort gezegd – in verband met de huurachterstand en de verstoorde relatie eiseres toegestaan om de huurovereenkomst met gedaagde op te zeggen c.q. te beëindigen met inachtneming van een opzegtermijn van één maand.
2.3
Eiseres heeft bij exploot van 15 augustus 2016 gedaagde gesommeerd het gehuurde te verlaten.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Eiseres vordert, in kort geding en uitvoerbaar bij voorraad, gedaagde te veroordelen het gehuurde binnen vierentwintig (24) uur te ontruimen op straffe van een dwangsom, met machtiging aan gedaagde deze zelf te bewerkstelligen en tot betaling van een voorschot van Afl. 18.000,- aan achterstallige huur vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 augustus 2016, met veroordeling van gedaagde in de kosten van het geding. Tevens verzoekt eiseres haar gratis admissie te verlenen.
3.2
Eiseres grondt de vordering erop dat gedaagde toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van de uit de huurovereenkomst voortvloeiende betalingsverbintenis en thans zonder recht of titel in het gehuurde verblijft.
3.3
Gedaagde is, ondanks deugdelijke oproeping, niet verschenen en heeft geen verweer gevoerd.

4.DE BEOORDELING

4.1
Aan eiseres kan toestemming worden verleend om kosteloos te procederen, nu uit een door haar overgelegd bewijs van onvermogen genoegzaam blijkt van haar onvermogen om de kosten van deze procedure uit eigen middelen te voldoen.
4.2
Tegen gedaagde is verstek verleend.
4.3
De vorderingen van eiseres om gedaagde te veroordelen tot ontruiming en tot betaling van een voorschot van Afl. 18.000,- aan achterstallige huur komen het gerecht ingevolge artikel 79 lid 1 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van Aruba (hierna: Rv.) niet onrechtmatig of ongegrond voor en worden daarom toegewezen behoudens hetgeen hierna wordt overwogen.
4.4
Voor het opleggen van een dwangsom ziet het gerecht geen aanleiding, nu eiseres zelf de ontruiming met behulp van de deurwaarder kan doen bewerkstelligen. De gevorderde dwangsom wordt om die reden afgewezen.
4.5
Uit het eerste lid van artikel 556 Rv. volgt dat eiseres de ontruiming niet zelf ter hand mag nemen, en dat gedwongen ontruiming het exclusieve terrein is van de deurwaarder. Eiseres heeft voldoende aan dit vonnis om de deurwaarder te mogen inschakelen als gedaagde niet vrijwillig tot nakoming van de uit dit vonnis voortvloeiende verplichting tot ontruiming overgaat. In het licht daarvan heeft eiseres dus geen machtiging nodig om de ontruiming zelf te doen bewerkstelligen. Voorwaarde is dat het ontruimingsvonnis door de deurwaarder aan gedaagde wordt betekend, en dat aan gedaagde overeenkomstig het bepaalde in artikel 555 Rv. bevel wordt gedaan om binnen drie dagen te ontruimen. De deurwaarder op zijn beurt behoeft geen rechterlijke machtiging om bevoegd te zijn de hulp van de sterke arm van politie en justitie in te roepen indien gedaagde medewerking aan de ontruiming weigert. Die bevoegdheid ontleent de deurwaarder immers rechtstreeks aan artikel 557 Rv., waarin artikel 444 Rv. van overeenkomstige toepassing wordt verklaard. Voorziet de deurwaarder problemen, dan kan hij op voet van (strekking en geest van) de Algemene Politieverordening – zonder dat daartoe rechterlijke machtiging nodig is – bijstand van de politie inroepen. In het licht van voorgaande heeft eiseres geen belang bij de verzochte machtiging. De gevorderde dwangsom wordt ook afgewezen. Het gerecht zal de ontruimingstermijn bepalen op twee weken.
4.6
Niet gesteld of gebleken is dat de schuldenaar vóór de dag van indiening van het verzoekschrift wettelijke rente verschuldigd is over het bedrag van Afl. 18.000,-.
4.7
Als de in het ongelijk te stellen partij zal gedaagde de proceskosten van eiseres moeten vergoeden.

5.DE BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
verleent eiseres toestemming om kosteloos te procederen;
veroordeelt gedaagde om binnen veertien (14) dagen na betekening van dit vonnis de woning te [adres] in Aruba te ontruimen met alle daarin aanwezige personen en zaken tenzij deze zaken van eiseres zijn, en de sleutels af te geven aan eiseres;
veroordeelt gedaagde tot betaling aan eiseres van een bedrag van Afl. 18.0000,- wegens achterstallige huurpenningen en vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 januari 2017;
veroordeelt gedaagde in de kosten van deze procedure, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op Afl. 750,- aan de griffie, Afl. 205,97 aan de deurwaarder en Afl. 1.000,- aan salaris van de gemachtigde;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 15 februari 2017 in aanwezigheid van de griffier.