ECLI:NL:OGEAA:2016:955
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot verklaring voor recht dat ontslag onregelmatig is, afgewezen wegens gebrek aan belang
In deze zaak heeft [X], een verzorgster, een verzoek ingediend bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba om een verklaring voor recht dat haar ontslag onregelmatig was. [X] heeft gedurende twee jaar gewerkt voor de moeder van [Gedaagde sub 1], [Z], en ontving een maandsalaris van Afl. 800,00, plus Afl. 450,00 voor slaapdiensten. Na een geschil over overwerk en een brief waarin zij haar ontslag aankondigde, heeft [X] haar werkzaamheden gestaakt.
Tijdens de procedure heeft [X] verzocht om betaling van achterstallig salaris, een cessantia-uitkering en de kosten van de verblijfsvergunning. [Y], de gedaagde, heeft zich bereid getoond om het achterstallige salaris en de cessantia-uitkering te voldoen, maar heeft verweer gevoerd tegen de overige vorderingen. De rechter heeft vastgesteld dat de aanvulling van eis door [X] te vaag was om in behandeling te nemen.
De rechter heeft geoordeeld dat de vordering tot verklaring voor recht wegens gebrek aan belang werd afgewezen, omdat [Y] bereid was om het achterstallige salaris en de cessantia-uitkering te betalen. De kosten van de verblijfsvergunning werden afgewezen wegens het ontbreken van een juridische grondslag. De proceskosten werden gecompenseerd omdat [X] [Y] niet schriftelijk had aangemaand voor het indienen van het verzoek.
De uitspraak van de rechter was dat [Y] [X] moest betalen een bedrag van Afl. 1.784,61, bestaande uit achterstallig salaris en de cessantia-uitkering, en dat de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad waren. Het meer of anders verzochte werd afgewezen.