ECLI:NL:OGEAA:2016:925

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
16 november 2016
Publicatiedatum
13 januari 2017
Zaaknummer
A.R. 236 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Civielrechtelijke geschil over koopovereenkomst en tegenbewijs

In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, staat de uitleg van een koopovereenkomst centraal. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. H.F. Falconi, heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde, die werd bijgestaan door de advocaten mrs. J. Sjiem Fat en D. Canwood. De procedure begon met een verzoekschrift en omvatte verschillende conclusies van antwoord, repliek en dupliek, evenals akten van uitlating en overlegging van vertalingen. De kern van het geschil betreft de prijs van een terrein dat door de gedaagde van de eiseres is gekocht. De eiseres vordert een bedrag van USD 80.500,00, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten, gebaseerd op de schriftelijke overeenkomst tussen partijen. De gedaagde betwist deze vordering en stelt dat hij al aan de overeenkomst heeft voldaan door een totaalbedrag van USD 168.500,00 te betalen.

De rechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat er tussen partijen overeenstemming bestond over een koopprijs van USD 248.500,00, die in twee delen zou worden betaald. De eiseres stelt dat de gedaagde USD 80.000,00 direct bij het verlenen van de optie en USD 168.500,00 bij het transport moest betalen. De rechter heeft de gedaagde in de gelegenheid gesteld om tegenbewijs te leveren tegen de voorshands aangenomen stelling van de eiseres. De zaak is verwezen naar de rol voor akte uitlating bewijsopdracht aan de zijde van de gedaagde, waarbij iedere verdere beslissing is aangehouden.

Uitspraak

Vonnis van 16 november 2016
Behorend bij A.R. 236 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[EISERES],
wonende te Aruba,
eiseres, hierna ook te noemen: [Eiseres],
gemachtigde: de advocaat mr. H.F. Falconi,
tegen:
[Gedaagde],
wonende te Aruba,
gedaagde, hierna ook te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: de advocaat mrs. J. Sjiem Fat en D. Canwood,

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek;
- de akte uitlating producties;
- akte overlegging vertalingen;
- de akte uitlating aan de zijde van [gedaagde].
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Tussen partijen is op 28 februari 2014 een optiecontract tot stand gekomen met betrekking tot eigendomsterreinen van [eiseres] in [land].
2.2
In artikel 1 van de schriftelijke overeenkomst luidt:
‘1) Dat mevrouw [eiseres] middels deze zich zelf verplicht om de bovengenoemde terreinen te reserveren voor verkoop en haar eigendom, vrij van beslag leges of hypotheek of ander embargo of opeisbaarheid, exclusief over te dragen aan de heer [gedaagde], voor de prijs van
U.S. $ 168.500,00vóór 31 augustus 2014, alle protocollaire en notariële verhandelingen in [land] uitvoert, haar eigendom overdraagt aan de heer [gedaagde] of aan een of meerdere door hem aangewezen bedrijven, Deze exclusiviteit is geldig tot en met 31 augustus 2014.’
2.3
Artikel 2 van dit contract luidt:
‘2) Met het doel te garanderen aan [eiseres] dat de transactie gerealiseerd zal worden, zal de heer [gedaagde] voor deze contractuele optie aan [eiseres] het bedrag in
U.S. $ 80.000,=betalen op de dag dat het optiecontract getekend wordt. […]’
2.4
Op 15 juli 2011 is een taxatierapport opgesteld met betrekking tot de terreinen.
Hieruit volgt dat het gaat om totaal 187.08 ha en de totale waarde wordt getaxeerd op USD 248.080,00 bedraagt.
2.5
Bij brief van 12 juni 2014 bericht mr. [Y] mr. [X] als volgt:
‘[eiseres] bracht mij een taxatierapport van […] met een omschrijving van aan haar toebehorende gronden in [stad], [land] van ruim 1.8 miljoen vierkante meter. Volgens dat taxatierapport bedraagt de verkoopwaarde U.S. $ 248.500,= en dat was de vraagprijs van mevrouw [eiseres] aan mij als advocaat van de heer [gedaagde].
[…]
Ik heb daarna van mijn cliënt vernomen dat hij ingenomen was met de taxatie, de omvang van de gronden en de vraagprijs, overeenkomstig met de taxatiewaarde. Alleen moest cliënt er zeker van zijn dat cliënt het project als ecoturism project kon realiseren.
[…]
In een vervolg overleg over de telefoon verklaarde cliënt aan mij dat hij eigenlijk al besloten had besloten om te kopen, waarna ik hem voorstelde dat ik een soort concept daartoe zou maken. [eiseres] belde mij op in die periode en zei dat zij de koopsom wilde splitsen in twee betalingen, een van $ 80.000,=om dit bedrag in Aruba te ontvangen en het restant ($ 168.500,=) in [land] of elders. Daar over diende ik opnieuw te overleggen met cliënt, die ermee instemde daarbij verklarende “verdeel het maar in twee betalingen zoals het [eiseres] uitkomt.
Het contract werd door mij opgesteld en de splitsing van de door cliënt geaccordeerde vraagprijs van U.S. $ 248.500,= uit het taxatierapport verdeeld in U.S. $ 80.000,= (waarvan $ 48.000,= terugbetaald zou moeten worden indien geen ecotourism project op deze gronden kon worden tot stand gebracht en $ 32.000,= bij [eiseres] zou verblijven) betaalbaar in Aruba en voor de aankoop van de gronden bij het verlijden van de akte voor Notaris [naam notaris] U.S. $ 168.500,= in [land] of elders.’
2.6 [
gedaagde] heeft in totaal US $ 168.000,00 betaald.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
[eiseres] vordert bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad veroordeling van [gedaagde] tot betaling van USD 80.500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente en met veroordeling van [gedaagde] tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
[eiseres] grondt de vordering op de schriftelijke overeenkomst tussen partijen.
3.3
[gedaagde] voert hiertegen - samengevat - het volgende verweer.
[gedaagde] heeft voldaan aan de overeenkomst met de betaling van USD 168.500,00. Hij heeft eerst USD 80.000,00 betaald en nadien nog USD 88.000,00.

4.DE BEOORDELING

4.1
De kern van het geschil betreft de vraag wat partijen concreet zijn overeengekomen met betrekking tot de prijs van het door [gedaagde] gekochte terrein van [eiseres] in [land]. Deze vraag heeft betrekking op de betekenis die partijen mochten hechten aan hetgeen is opgenomen in artikel 1 in samenhang met het bepaalde in artikel 2 van de
Optieovereenkomst.
4.2
Uit de schriftelijke toelichting van advocaat mr. [Y] op de door hem opgestelde overeenkomst (zie r.o. 2.5 van dit vonnis) volgt dat tussen partijen overeenstemming bestond over een koopprijs ad USD 248.500,00. Dit bedrag diende [gedaagde] - aldus mr. [Y] - te betalen in twee gedeelten, te weten USD 80.000,00 direct bij het verlenen van de optie en USD 168.500,00 bij het transport. Dit bedrag stemt nagenoeg overeen met de taxatiewaarde van het onroerend goed. Nu er geen reden bestaat om te twijfelen aan de juistheid van de verklaring van mr. [Y] en het gerecht het evenmin aannemelijk acht dat [eiseres] haar terrein wenst te verkopen voor een bedrag dat ruim onder de taxatiewaarde ligt, gaat het gerecht
voorshandsvan de juistheid van het standpunt van [eiseres] uit, te weten dat de verkoopprijs USD 248.500,00 bedroeg.
4.3
Nu [gedaagde] de stelling van [eiseres] ontkent en bewijs heeft aangeboden, wordt hij toegelaten
tegenbewijste leveren, tegen deze voorshands aangenomen stelling. De zaak wordt naar de rol verwezen voor akte uitlating bewijsopdracht aan de zijde van [gedaagde].
4.4
In het geval [gedaagde] slaagt in het ontkrachten van de voorshands aangenomen stelling, zal [eiseres] in de gelegenheid worden gesteld bewijs bij te brengen van haar stelling dat de koopprijs USD 248.500,00 bedroeg.
4.5
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
stelt [gedaagde] in de gelegenheid
tegenbewijsbij te brengen van de voorshands aangenomen stelling dat de koopprijs met betrekking tot het door [gedaagde] van [eiseres] gekochte onroerend goed in [stad] te [land] ad USD 248.500,00 bedroeg;
5.2
verwijst de zaak naar de rol van
woensdag 30 november 2016voor akte uitlating bewijsopdracht aan de zijde van [gedaagde];
5.3
iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.M. Vanwersch, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 16 november 2016 in aanwezigheid van de griffier.