In deze zaak, die diende als kort geding, hebben eisers, twee werknemers, een vordering ingesteld tegen hun voormalige werkgever, RAALL HOME & HOTEL INTERIOR DECORATION SALES AND DESIGN N.V., na ontslag op staande voet. Eisers, die werkzaam waren bij de gedaagde, ontvingen geen salaris meer sinds hun ontslag op 17 augustus 2016. Ze hebben de nietigheid van het ontslag ingeroepen en vroegen het gerecht om hen weer aan het werk te stellen en hun achterstallige loon te betalen, inclusief wettelijke verhogingen en rente.
De procedure begon met een verzoekschrift dat op 8 december 2016 werd ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 december 2016 was alleen de gemachtigde van eisers aanwezig, terwijl de gedaagde niet verscheen. Het gerecht verleende verstek tegen de gedaagde, wat betekent dat de gedaagde niet in de gelegenheid was om zijn standpunt te verdedigen.
De rechter oordeelde dat de vordering van eisers toewijsbaar was, aangezien deze niet door de gedaagde was weersproken. De rechter veroordeelde de gedaagde tot doorbetaling van het nettoloon van eisers vanaf de datum van ontslag tot aan de rechtsgeldige beëindiging van de arbeidsovereenkomsten, met wettelijke verhogingen en rente. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld in de proceskosten van eisers. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagde onmiddellijk aan de uitspraak moest voldoen, ondanks mogelijke hoger beroep.