ECLI:NL:OGEAA:2016:921

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
22 december 2016
Publicatiedatum
12 januari 2017
Zaaknummer
K.G. nr. 3018 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over doorbetaling van loon na ontslag op staande voet

In deze zaak, die diende als kort geding, hebben eisers, twee werknemers, een vordering ingesteld tegen hun voormalige werkgever, RAALL HOME & HOTEL INTERIOR DECORATION SALES AND DESIGN N.V., na ontslag op staande voet. Eisers, die werkzaam waren bij de gedaagde, ontvingen geen salaris meer sinds hun ontslag op 17 augustus 2016. Ze hebben de nietigheid van het ontslag ingeroepen en vroegen het gerecht om hen weer aan het werk te stellen en hun achterstallige loon te betalen, inclusief wettelijke verhogingen en rente.

De procedure begon met een verzoekschrift dat op 8 december 2016 werd ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 december 2016 was alleen de gemachtigde van eisers aanwezig, terwijl de gedaagde niet verscheen. Het gerecht verleende verstek tegen de gedaagde, wat betekent dat de gedaagde niet in de gelegenheid was om zijn standpunt te verdedigen.

De rechter oordeelde dat de vordering van eisers toewijsbaar was, aangezien deze niet door de gedaagde was weersproken. De rechter veroordeelde de gedaagde tot doorbetaling van het nettoloon van eisers vanaf de datum van ontslag tot aan de rechtsgeldige beëindiging van de arbeidsovereenkomsten, met wettelijke verhogingen en rente. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld in de proceskosten van eisers. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagde onmiddellijk aan de uitspraak moest voldoen, ondanks mogelijke hoger beroep.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 22 december 2016
Behorend bij K.G. nr. 3018 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
1.
[eiser 1],
2.
[eiser 2],
wonende te Aruba,
EISERS,
gemachtigde: de advocaat mr. G. de Hoogd,
tegen:
de naamloze vennootschap
RAALL HOME &
HOTEL INTERIOR DECORATION SALES AND DESIGN N.V.,
h.o.d.n. Tropic-Cas Furniture & Gift,
gevestigd te Aruba,
GEDAAGDE
niet verschenen.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met producties, ingediend op 8 december 2016;
  • de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 15 december 2016, waaruit blijkt dat alleen de gemachtigde van eisers is verschenen;
1.2
Tegen de behoorlijk opgeroepen, doch niet verschenen, gedaagde is verstek verleend.
1.3
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

Als enerzijds gesteld en anderzijds niet bestreden staat het volgende vast.
2.1
Eisers zijn een arbeidsovereenkomst aangegaan met gedaagde en waren laatstelijk werkzaam bij gedaagde tegen resp. netto maandsalarissen van Afl. 4.004,10 en Afl. 1.965,64.
2.2
Eisers zijn op 17 augustus 2016 op staande voet door gedaagde ontslagen en hebben sindsdien geen salaris meer ontvangen.
2.3
Eisers hebben op 7 september 2016 bij brief aan gedaagde de nietigheid van de gegeven ontslagen ingeroepen.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Eisers vorderen in hun verzoekschrift dat het gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, samengevat:
1. gedaagde beveelt om eisers op straffe van een dwangsom met onmiddellijke ingang weder te werk te stellen overeenkomstig hun gebruikelijke rooster en tegen betaling van het overeengekomen salaris;
2. gedaagde veroordeelt tot doorbetaling aan eisers van hun nettoloon gerekend vanaf 17 augustus 2016 totdat de arbeidsovereenkomst op rechtsgeldige wijze zal zijn beëindigd, te vermeerderen met 50% verhoging, althans een door het gerecht in goede justitie vast te stellen verhoging ex artikel 1614q BW, en te vermeerderen met wettelijke rente;
3. subsidiair enige andere juist voorkomende beslissing neemt;
4. gedaagde veroordeelt in de proceskosten.
3.2
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de gemachtigde van eisers te kennen gegeven het onder 1. gevorderde te laten vallen.

4.DE BEOORDELING

4.1
Van spoedeisend belang is genoegzaam gebleken.
4.2
De vordering is, nu deze niet door gedaagde is weersproken en het gerecht niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, toewijsbaar in na te noemen zin.
4.3
Gedaagde dient als de in het ongelijk gestelde partij, de proceskosten die zijn gevallen aan de zijde van eisers te dragen.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht, recht doende in kort geding:
5.1
veroordeelt gedaagde tot (door)betaling aan eisers van hun nettoloon gerekend vanaf 17 augustus 2016 totdat de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomsten rechtsgeldig zullen zijn beëindigd, te vermeerderen met de wettelijke verhoging zoals bedoeld in artikel 7A:1614q BW en de wettelijke rente over de netto loonbedragen die na de contractuele betaaldag worden uitbetaald, te rekenen vanaf de contractuele betaaldag tot de dag ter betaling;
5.2
veroordeelt gedaagde in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van eisers, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 450,00 per eiseres aan griffierecht, derhalve in totaal Afl. 900,00, alsmede Afl. 238,05 aan oproepingskosten en Afl. 1.500,00 aan salaris voor de gemachtigde;
5.3
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.4
wijst af het meer of anders verzochte.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Schoemaker, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 december 2016 in aanwezigheid van de griffier.