ECLI:NL:OGEAA:2016:908

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
14 december 2016
Publicatiedatum
10 januari 2017
Zaaknummer
AR no. 2839 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding wegens onterecht betaald elektriciteitsverbruik in huurovereenkomst

In deze zaak vordert de naamloze vennootschap BHARTA N.V. (hierna: Bharta) dat het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba de naamloze vennootschap NEW MILLENIUM TELECOM SERVICES N.V. (hierna: Digicel) veroordeelt tot betaling van Afl. 92.871,40, vermeerderd met wettelijke rente en incassokosten. De vordering is gebaseerd op een huurovereenkomst waarbij Digicel een ruimte huurt van Bharta. Bharta stelt dat Digicel zich ongerechtvaardigd heeft verrijkt door de airconditioning in de gehuurde ruimte rechtstreeks op de elektriciteitsmeter van Bharta aan te sluiten, waardoor Bharta jarenlang te veel elektriciteit heeft betaald. Bharta heeft Digicel bij brief van 8 juli 2015 gesommeerd om het teveel betaalde bedrag te vergoeden, maar Digicel heeft hier niet op gereageerd.

De procedure begon met een verzoekschrift dat op 14 december 2015 werd ingediend. Tijdens de rechtszaak heeft Bharta bewijsstukken overgelegd, waaronder e-mailcorrespondentie die de stellingen van Bharta ondersteunt. Digicel betwist de vordering en stelt dat de huurovereenkomst niet vereist dat zij voor het verbruik van de airco moet betalen. Het Gerecht heeft vastgesteld dat Digicel haar contractuele verplichtingen niet is nagekomen door de airco niet op een aparte meter aan te sluiten en dat Bharta daardoor schade heeft geleden.

Het Gerecht heeft geoordeeld dat Digicel gehouden is om het teveel betaalde elektriciteitsverbruik aan Bharta te vergoeden. De zaak is naar de rol verwezen voor bewijslevering door Bharta, waarna Digicel de mogelijkheid krijgt om hierop te reageren. De verdere beslissing is aangehouden.

Uitspraak

Vonnis van 14 december 2016
Behorend bij AR no. 2839 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de zaak van:
de naamloze vennootschap
BHARTA N.V.,
gevestigd in Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: “Bharta”,
gemachtigde: mr. B.M. de Sousa,
tegen:
de naamloze vennootschap
NEW MILLENIUM TELECOM SERVICES N.V.,
gevestigd in Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: “Digicel”,
gemachtigden: mrs. J.M. de Cuba en D.W. Ormel.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingediend op 14 december 2015;
- de conclusie van antwoord,
- de conclusie van repliek,
- de conclusie van dupliek,
- de akte uitlating producties.
1.2
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Digicel huurt een ruimte in het pand Calypso Building van Bharta op basis van een schriftelijke huurovereenkomst die door Bharta in 2002 werd aangegaan met Aruba E-Tradi Center N.V. Laatstgenoemde heeft in september 2003 al haar rechten en verplichtingen met betrekking tot de huurovereenkomst overgedragen aan Digicel.
2.2
Artikel 34 van de huurovereenkomst luidt:

The Landlord agrees to provide access to electrical supply on the premises and AETC hereby agrees to pay for all electrical consumption it utilizes and will arrange for provision of a separate meter to measure its consumption.
2.3
De
elevator roomin Calypso Building wordt door drie partijen gebruikt en wordt continu, dat wil zeggen 24/7, gekoeld door een daarin geplaatste airco. Digicel heeft in die ruimte apparatuur opgeslagen. Bharta heeft in de ruimte apparatuur en machines ten behoeve van de lift van het gebouw opgeslagen en een andere huurder, Cool FM heeft radioapparatuur in deze ruimte staan. Digicel, Bharta en Cool FM, hebben ieder een eigen elektriciteitsmeter in de betreffende ruimte.
2.4
In januari 2015 heeft de elektricien van Bharta ontdekt dat de airco in de
elevator roomrechtstreeks op de elektriciteitsmeter van Bharta was aangesloten.
2.5
Tussen partijen zijn onder meer de volgende e-mails gewisseld:
Emailbericht gedateerd 12 april 2013 zijdens Digicel:

Our machine is making heavy noise because the internal fans are working at full load. This is not a risk for the machine. The reason the fans are working fully, is because the airco is not cooling anymore. So the airco is actually what failed. I understood that Digicel has installed the airco many years ago. I will arrange our airco supplier to visit and fix the problem.
Emailbericht gedateerd 10 februari 2015 zijdens Bharta:

Today we have installed a new stronger electric meter which can support the current consumed by your machine. It is working very well, by the way your representative was not present here as you promised.”
Also our electricien had discovered that your airco which is 24/7 on is not connected to this electric meter. That means we have been losing lots of electric current and had not been collected for years.
However we will connect this airco unit to the electric meter today. In case you decide that you do not need air-conditioning for your machines then please remove the airco and take it away.
Reactie daarop van Digicel gedateerd 11 februari 2015:

We are glad to hear that the electricity meter problem has been resolved. Regarding the airco, no problem, you can connect it to the meter.
2.6
Bharta heeft berekend dat Bharta gedurende de jaren januari 2010 tot en met januari 2015 een bedrag van Afl. 92.871,40 te veel aan elektriciteit heeft betaald voor het gebruik van de airco door Digicel. Zij heeft Digicel bij brief gedateerd 8 juli 2015 gesommeerd om dit bedrag aan Bharta te betalen. Digicel heeft aan deze sommatie niet voldaan.

3.DE VORDERINGEN OVER EN WEER

3.1
Bharta vordert dat het gerecht bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Digicel veroordeelt om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Bharta te betalen Afl. 92.871,40 te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 8 juli 2015 en 15% incassokosten, met veroordeling van Digicel in de proceskosten.
3.2
Bharta legt samengevat het volgende aan haar vordering ten grondslag. Partijen zijn overeengekomen dat Digicel voor een tussenmeter zou zorgdragen teneinde haar eigen elektraverbruik separaat te kunnen meten en dat Digicel haar stroomverbruik rechtstreeks aan Bharta zou betalen. De betreffende ruimte werd en wordt door Digicel gebruikt om temperatuurgevoelige apparatuur te plaatsen. Dit heeft tot gevolg dat de airconditioning vierentwintig uur per dag aanstaat. Bharta heeft ongeveer zeven jaar geleden voor indiening van het onderhavige verzoekschrift plots een forse stijging in haar elektriciteitsrekeningen ontdekt maar de elektricien heeft destijds niet kunnen achterhalen wat de oorzaak daarvan was. Digicel heeft zich ten koste van Bharta verrijkt. Digicel dient het door Bharta berekende bedrag aan Bharta te restitueren.
3.3
Digicel betwist de vordering en concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring, dan wel afwijzing van de vordering, met veroordeling van Bharta in de proceskosten, uitvoerbaar bij voorraad en te vermeerderen met wettelijke rente indien die kosten niet zijn voldaan binnen 7 dagen na het in deze te wijzen vonnis.
3.4
Op de stellingen van partijen zal in de beoordeling, voor zover nodig, nader worden ingegaan.

4.DE BEOORDELING

4.1
Bharta heeft gesteld dat Digicel, althans Aruba E-Tradi Center N.V., tegen de gemaakte contractuele afspraken in de airco van Digicel rechtstreeks op de meter van Bharta heeft aangesloten, waardoor Bharta jarenlang te veel aan elektriciteit heeft betaald en Digicel zich ten koste van Bharta heeft verrijkt. Bharta heeft aan Digicel verzocht om het door haar berekende te veel betaalde bedrag aan haar te restitueren. Partijen twisten of er sprake is van ongerechtvaardigde verrijking, maar het gerecht leest in de stellingen van Bharta, onder aanvulling van rechtsgronden, dat zij haar vordering (primair) grondt op wanprestatie. Zij stelt immers dat Digicel een contractuele afspraak heeft geschonden (lees: toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar contractuele verplichting om haar stroomverbruik via een separate meter op te meten en aan Bharta te betalen), waardoor Bharta schade heeft geleden en dat Digicel deze schade aan Bharta dient te vergoeden.
4.2
Digicel heeft niet weersproken dat de betreffende airco rechtstreeks op de elektriciteitsmeter van Bharta was aangesloten, zodat het gerecht daar in zijn beoordeling vanuit gaat.
4.3
Digicel stelt dat de huurovereenkomst niet bepaalt dat Digicel voor het verbruik van de airco moet betalen en/of dat de airco aangesloten had moeten worden op een aparte tussenmeter van Digicel. Echter bepaalt de huurovereenkomst wel ondubbelzinnig dat Digicel voor haar eigen elektriciteitsverbruik dient te betalen en tevens dat zij verantwoordelijk is voor het plaatsen van een afzonderlijke meter om dit verbruik op te meten. Digicel heeft in dit verband aangevoerd dat de airco niet nodig was voor haar machines, dat zij de airco niet heeft laten plaatsen en dat Bharta en Cool FM medegebruikers zijn van de airco, maar zij heeft deze stellingen, in het licht van de door Bharta in het geding gebrachte emailcorrespondentie zoals hiervoor weergegeven onder de feiten, onvoldoende onderbouwd, nu uit de onder de feiten weergeven inhoud van die e-mails het tegendeel volgt. Digicel heeft de instemming zijdens Digicel dat de airco op de tussenmeter werd geplaatst afgedaan als een vergissing en dat dit slechts door een werknemer van Digicel werd gedaan waaraan Digicel niet kan worden gebonden, maar het gerecht gaat daaraan voorbij. Door het uitblijven van een nadere, logische verklaring voor het feit dat de betreffende medewerker deze e-mails met die inhoud heeft verzonden, heeft Digicel de stelling van Bharta dat de airco ten behoeve van Digicel werd geplaatst onvoldoende gemotiveerd weersproken en daarmee is komen vast te staan Digicel gehouden is om het stroomverbruik van die airco over de berekende periode aan Bharta te vergoeden.
4.4.
Het beroep zijdens Digicel op eigen schuld van Bharta door niet eerder een onderzoek naar het verhoogde stroomverbruik in te stellen wordt verworpen. Het was de verplichting van Digicel om de airco op haar eigen meter aan te sluiten. Digicel was derhalve zelf in de positie om de schade te beperken of te voorkomen. Het gerecht acht daarnaast de stelling van Bharta dat zij niet eerder heeft weten te achterhalen wat de oorzaak van het verhoogde stroomverbruik was aannemelijk, aangezien zij er alle belang bij had om de airco eerder op de meter van Digicel aan te laten sluiten en niet zelf geconfronteerd te blijven worden met hoge stroomkosten. Van Bharta kon in de gegeven omstandigheden in redelijkheid ook niet worden verlangd dat zij meer onderzoek had gedaan dan zij heeft gedaan, zodat niet is komen vast te staan dat de schade mede het gevolg is van stilzitten door Bharta en/of dat dit stilzitten aan Bharta kan worden toegerekend.
4.5
Uit het voorgaande vloeit voort dat voldoende is komen vast te staan dat Digicel haar contractuele verplichting niet is nagekomen en gehouden is de door Bharta geleden schade, in de vorm van het te veel betaalde stroomverbruik gedurende de door Bharta berekende periode aan Bharta te vergoeden. Of er ook sprake is geweest van ongerechtvaardigde verrijking kan gelet op het voorgaande in het midden blijven.
4.6
Digicel heeft voldoende onderbouwd verweer gevoerd tegen het gevorderde bedrag. Bharta zal daarom in de gelegenheid gesteld worden om bewijs te leveren van haar stelling dat het door de betreffende airco veroorzaakte stroomverbruik over de berekende periode uitkomt op Afl. 92.871,40. De zaak zal naar de rol worden verwezen, opdat Bharta zich er over kan uitlaten of zij tot bewijslevering toegelaten wenst te worden en zo ja op welke wijze zij dit bewijs wenst te leveren. Aan Digicel zal de mogelijkheid worden gegeven om een antwoordakte te nemen, alvorens de zaak weer voor vonnis zal worden verwezen.
4.7
Iedere verdere beslissing zal aangehouden worden.

5.DE BESLISSING

Het Gerecht,
5.1
verwijst de zaak naar de rolzitting van
18 januari 2017voor het nemen van een
akte aan de zijde van Bharta, direct peremptoir, als in rechtsoverweging 4.6 bedoeld, waarna Digicel een antwoordakte zal kunnen nemen, eveneens direct peremptoir, waarna de zaak weer voor vonnis verwezen dient te worden;
5.2
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Schoemaker, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 14 december 2016 in aanwezigheid van de griffier.