ECLI:NL:OGEAA:2016:877

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
6 december 2016
Publicatiedatum
6 januari 2017
Zaaknummer
E.J. nr. 1953 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bekrachtiging van de voorlopige toevertrouwing van minderjarigen aan de Voogdijraad

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 6 december 2016 een beschikking gegeven op vordering van het Openbaar Ministerie. De vordering betreft de bekrachtiging van de voorlopige toevertrouwing van een minderjarige aan de Voogdijraad. De minderjarige, geboren in 2010, is niet erkend en de moeder oefent van rechtswege het ouderlijk gezag alleen uit. Op 8 augustus 2016 heeft het Openbaar Ministerie de minderjarige aan het gezag van de moeder onttrokken en voorlopig aan de Voogdijraad toevertrouwd. De procedure is gestart op 18 augustus 2016 en de mondelinge behandeling vond plaats op 25 oktober 2016, waarbij de officier van justitie, mr. Y. Pronk, en vertegenwoordigers van de Voogdijraad aanwezig waren, evenals de moeder van de minderjarige.

De rechter heeft beoordeeld dat de bekrachtiging van de voorlopige toevertrouwing tijdig is gevorderd en dat de wettelijke gronden voor de voorlopige toevertrouwing aannemelijk zijn. De moeder kampt met een ernstige drugsverslaving en ondergaat momenteel behandeling. Gezien deze omstandigheden heeft de rechter besloten dat het in het belang van de minderjarige is dat de moeder voorlopig uit het gezag over de minderjarige wordt geschorst.

De beschikking houdt in dat de voorlopige toevertrouwing aan de Voogdijraad wordt bekrachtigd, dat de moeder gedurende deze toevertrouwing uit het gezag wordt geschorst, en dat de toevertrouwing van kracht blijft tot 6 maart 2017. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Beschikking van 6 december 2016
behorend bij E.J. nr. 1953 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op vordering van
HET OPENBAAR MINISTERIE,
in Aruba,
vertegenwoordigd door de officier van justitie,
om bekrachtiging van de voorlopige toevertrouwing aan de Voogdijraad
van de minderjarige:
[de minderjarige],
geboren op [datum] 2010 in Aruba,
Als belanghebbende wordt aangemerkt:
[de moeder], de moeder,
wonende in Aruba.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
- de vordering ingediend op 18 augustus 2016,
- de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling achter gesloten deuren van 25 oktober 2016, alwaar zijn verschenen de officier van justitie, mr. Y. Pronk, de vertegenwoordigers van de Voogdijraad, mevrouw A. Flanders en mevrouw. V. Kelly, en de moeder van de minderjarige in persoon.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Uit de moeder is op [datum] 2010 in Aruba geboren [de minderjarige]. De minderjarige is niet erkend.
De moeder oefent van rechtswege het ouderlijk gezag over de minderjarige alleen uit.
2.2
Op 8 augustus 2016 heeft het openbaar ministerie de minderjarige aan het gezag van de moeder onttrokken en voorlopig aan de Voogdijraad toevertrouwd.

3.DE BEOORDELING

3.1
Op grond van feiten die tot ontzetting of ontheffing van een ouder kunnen leiden, kan het openbaar ministerie, indien het dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk acht, het kind aan het gezag van de ouder(s) onttrekken en alsdan voorlopig aan de voogdijraad toevertrouwen. De toevertrouwing vervalt indien het openbaar ministerie niet binnen veertien dagen van de rechter haar bekrachtiging heeft gevorderd.
3.2
De bekrachtiging is tijdig gevorderd, zodat de toevertrouwing nog van kracht is.
3.3
Ingevolge artikel 1:272, lid 3 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW) kan de rechter, indien de bekrachtiging tijdig is gevorderd, hetzij de teruggave van het kind aan zijn ouders bevelen, hetzij een van de beschikkingen geven, bedoeld in artikel 1:271 BW.
3.4
In dit geval zijn de door de wet aangegeven gronden voor voorlopige toevertrouwing aannemelijk geworden en is het in het belang van de minderjarige dat de moeder voorlopig geheel in de uitoefening van het gezag over hem wordt geschorst. Het Gerecht neemt hierbij in aanmerking dat de moeder kampt met een ernstige drugsverslaving en daarvoor momenteel behandeling voor ondergaat.
3.5
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

4.DE BESLISSING

Het gerecht:
bekrachtigt de voorlopige toevertrouwing aan de Voogdijraad van:
[de minderjarige], geboren op [datum] 2010 in Aruba,
schorst de moeder gedurende deze toevertrouwing uit het gezag welke zij over deze minderjarige heeft,
bepaalt dat de minderjarige toevertrouwd zal worden aan de Voogdijraad,
bepaalt dat deze toevertrouwing van kracht zal blijven tot 6 maart 2017,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven op 6 december 2016 door mr. J. Sap, rechter in dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier.