ECLI:NL:OGEAA:2016:876
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van voorlopige toevertrouwing van minderjarigen aan de Voogdijraad
Op 6 december 2016 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba een beschikking gegeven op vordering van het Openbaar Ministerie. Deze vordering betrof de bekrachtiging van de voorlopige toevertrouwing van twee minderjarigen aan de Voogdijraad. De procedure begon met een vordering die op 16 augustus 2016 was ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 25 oktober 2016 waren de officier van justitie, mr. Y. Pronk, en vertegenwoordigers van de Voogdijraad aanwezig, evenals de ouders van de minderjarigen.
De feiten van de zaak zijn als volgt: de minderjarige sub 1 is geboren in 2013 en erkend door de vader, terwijl de minderjarige sub 2 in 2016 is geboren en niet erkend is. De moeder heeft het ouderlijk gezag over beide minderjarigen. Op 4 augustus 2016 heeft het Openbaar Ministerie de minderjarigen aan het gezag van de moeder onttrokken en voorlopig aan de Voogdijraad toevertrouwd.
De beoordeling van de zaak is gebaseerd op de noodzaak om het kind aan het gezag van de ouder(s) te onttrekken in het belang van de minderjarige. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de bekrachtiging tijdig is gevorderd en dat de gronden voor voorlopige toevertrouwing aannemelijk zijn. Er zijn zorgen over drugsgebruik en onvoldoende inzicht in de verantwoordelijkheden van de moeder. Daarom heeft het Gerecht besloten de moeder uit het gezag te schorsen en de minderjarigen aan de Voogdijraad toe te vertrouwen, met de beschikking dat deze toevertrouwing van kracht blijft tot 6 maart 2017.