ECLI:NL:OGEAA:2016:855
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.K. Engelbrecht
- Rechtspraak.nl
Ontzetting van ouderlijk gezag en benoeming van voogdes in een zaak betreffende een minderjarige
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 29 november 2016 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontzetting van de vader uit het ouderlijk gezag over zijn minderjarige kind, en de benoeming van de grootmoeder moederszijde tot voogdes. Het verzoek is ingediend door de Voogdijraad, die de minderjarige op 24 mei 2016 aan het gezag van de vader onttrok en voorlopig aan de Voogdijraad toevertrouwde. De vader was eerder belast met het gezag over de minderjarige, maar er waren ernstige zorgen over zijn opvoedingscapaciteiten en de emotionele veiligheid van het kind.
De procedure begon met een verzoekschrift van de Voogdijraad, gevolgd door een verweerschrift van de vader. Tijdens de zitting op 18 oktober 2016 werd de minderjarige gehoord, die aangaf dat hij niet meer bij zijn vader wilde wonen en dat hij zich gekleineerd voelde door hem. De Voogdijraad concludeerde dat er sprake was van ernstige emotionele mishandeling en verwaarlozing door de vader, en adviseerde om hem van het gezag te ontzetten.
De vader betwistte de claims van de Voogdijraad en stelde dat hij al dertien jaar voor de minderjarige zorgde zonder klachten. Hij ontkende de beschuldigingen van mishandeling en gaf aan geen bezwaar te hebben tegen de benoeming van de grootmoeder als voogdes. Het gerecht oordeelde echter dat er voldoende gronden waren voor ontzetting van het ouderlijk gezag, gezien de ernst van de situatie en de noodzaak om de ontwikkeling van de minderjarige te beschermen. De grootmoeder werd benoemd tot voogdes, en de beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.